direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Noordelijke Bedrijventerreinen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00023-0004

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Noordelijke Bedrijventerreinen' met identificatienummer NL.IMRO.0637.BP00023 van de gemeente Zoetermeer;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aanbouw

een gebouw(deel) dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw(deel) onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 aan huis verbonden beroep of bedrijf

een beroep of het bedrijfsmatig verlenen van diensten tot en met milieucategorie 1 van de in de bijlagen bij deze regels opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten Zegwaartseweg, voor zover deze betrekking heeft op:

  • a. administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch en zorggebied (waaronder gastouderschap tot zes kinderen) of hiermee gelijk te stellen gebied;
  • b. het houden van een webshop of een bed en breakfast;
  • c. ambachtelijke bedrijvigheid

waarbij geldt dat deze activiteiten door hun beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend, met uitzondering van groepspraktijken, detailhandel en horeca, anders dan genoemd onder b;

1.7 afhaalcentra of -punt

het bedrijfsmatig leveren van goederen aan personen die deze goederen aanwenden voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, zonder uitstalling ten verkoop, zoals een webshop of postorderbedrijf;

1.8 ambachtelijke bedrijvigheid

een bedrijf waarin, geheel of overwegend, door middel van handwerk goederen worden vervaardigd, bewerkt, hersteld en/of geïnstalleerd, waaronder mede worden begrepen het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht, zoals een fietsenmaker, kledingreparatiebedrijf, lijstenmakerij, naaiatelier, sleutelmakerij, schoenreparatiebedrijf en klompenmakerij;

1.9 antennedrager

een antennemast of andere constructie, bedoeld voor de bevestiging van een antenne;

1.10 antenne-installatie

installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;

1.11 archeologische waarden

de aan een gebied toegerekende waarden in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;

1.12 atelier

werkplaats van een kunstenaar, ontwerper en dergelijke;

1.13 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.14 bebouwingspercentage

een percentage, dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak, bouwvlak respectievelijk (gedeelte van een) bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, ondergronds bouwen wordt niet meegerekend;

1.15 bed en breakfast

een aan huis verbonden beroep of bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van nachtverblijf van maximaal vier slaapplaatsen en waarbij het verstrekken van consumpties ondergeschikt is;

1.16 bedrijfsgebonden detailhandel

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het bedrijfsproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de bedrijfsfunctie;

1.17 bedrijfsvloeroppervlak

het totale vloeroppervlak dat wordt gebruikt voor een (aan huis verbonden) beroep, bedrijf, dienstverlenende instelling, horeca, kantoor of andere functie inclusief opslag-, administratieruimten en dergelijke;

1.18 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;

1.19 begane grond

eerste bouwlaag, waarvan de vloer op gelijke of bij benadering gelijke hoogte ligt als het aangrenzende maaiveld, ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;

1.20 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;

1.21 bestaand

bestaand op het tijdstip van inwerkingtreding van de desbetreffende regel;

1.22 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.23 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.24 bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.25 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.26 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.27 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.28 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.29 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.30 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.31 consumentenvuurwerk

vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;

1.32 culturele voorzieningen

culturele voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een atelier, creativiteitscentrum, dansschool, muziekschool, muziektheater, theater enzovoort, alsmede ondergeschikte vormen van niet-zelfstandige detailhandel en/of niet-zelfstandige horeca ten dienste van de gebruikers van deze voorzieningen;

1.33 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.34 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen aanwenden voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.35 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een belwinkel en internetcafé;

1.36 ecologische waarden

de in dit plan aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang tussen dieren en planten en hun leefomgeving of tussen dieren en planten onderling;

1.37 erf

een al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;

1.38 erfbebouwing

functioneel met een hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en door de ligging, constructie en afmetingen daaraan ondergeschikt, op de grond staande gebouwen of andere overdekte bouwwerken zoals een aanbouw, uitbouw, bijgebouw en overkapping;

1.39 extensieve recreatie

vormen van dagrecreatie in de open lucht, waarbij men vooral het landschap en/of de natuur of bepaalde aspecten daarvan beleeft, zoals wandelen, fietsen en kanoën en waarbij relatief weinig mensen gedurende een beperkte tijdsduur aanwezig zijn per oppervlakte-eenheid;

1.40 fte

fulltime equivalent: de rekeneenheid waarmee de omvang van een functie of personeelssterkte wordt uitgedrukt. 1 Fte is een volledige werkweek van 38 uur;

1.41 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.42 gestapelde woning

een woning, deel uitmakend van één gebouw waarin meerdere woningen, boven en/of naast elkaar zijn ondergebracht;

1.43 hobbymatig houden van dieren

het houden van dieren, in het bijzonder evenhoevigen (runderen, varkens, schapen, geiten) maar ook paarden en pluimvee. Kenmerkende activiteiten zijn:

  • a. de schaalgrootte/omvang van de agrarische bedrijfsvoering is maximaal 0,4 Nge (Nederlandse grootte-eenheden);
  • b. er is nauwelijks of geen sprake van marktoriëntatie;
  • c. de continuïteit is op grond van productiemiddelen niet verzekerd;
  • d. het gebruik van het perceel en bebouwing is in overwegende mate op woondoeleinden gericht;
1.44 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. Op eenzelfde bouwperceel kunnen meerdere hoofdgebouwen als hoofdgebouw worden aangemerkt;

1.45 horeca

het bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken, bereiden voor directe consumptie van voedsel en/of dranken, exploiteren van zaalaccomodatie en het bieden van logies. De verschillende vormen van horeca zijn opgesomd in de Staat van horeca-activiteiten;

1.46 kantoor

een ruimte die door haar indeling en inrichting is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden met geen of slechts een ondergeschikte baliefunctie. Ondergeschikte cursusvoorzieningen en congres- en vergaderaccommodaties behoren hier ook toe;

1.47 kunstwerk

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, dam, duiker, tunnel, sluis, via- of aquaduct, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;

1.48 kwetsbaar object

een object waarvoor, ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico en/of een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht moet worden genomen;

1.49 landschappelijke waarden

de aan een gebied toegekende waarden in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch opzicht;

1.50 maatschappelijke voorzieningen

educatieve, sociale, medische, en levensbeschouwelijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld ziekenhuizen, zorginstellingen, jeugdopvang, verenigingsleven, begraafplaatsen enzovoort, alsmede ondergeschikte vormen van niet-zelfstandige detailhandel en/of niet-zelfstandige horeca ten dienste van de gebruikers van deze voorzieningen;

1.51 natuur- en landschapsdeskundige

een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van natuur en landschap;

1.52 natuurwaarden

de in dit plan aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied;

1.53 niet-gestapelde woning

een woning, niet zijnde een gestapelde woning;

1.54 nutsvoorziening

voorziening voor elektriciteit, gas, water, energie, telecommunicatie, (gescheiden) inzameling van (huishoudelijke) afvalstoffen, opslag en transport van afvalwater, openbare veiligheid, volksgezondheid en een daarmee gelijk te stellen voorziening van algemeen nut;

1.55 operators/providers

aanbieders van een mobiel netwerk;

1.56 peil
  • a. voor een gebouw op een perceel, waarvan de hoofdtoegang tot het perceel onmiddellijk grenst aan een weg, langzaam verkeersroute of voetpad: de hoogte van die weg, langzaam verkeersroute of voetpad ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk dat in of op het water wordt gebouwd: het gemiddeld waterpeil ter plaatse van het bouwwerk;
  • c. in overige gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse.
1.57 professioneel vuurwerk

vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk;

1.58 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.59 risicovolle inrichting

een inrichting bij welke, ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen, een grenswaarde, richtwaarde voor het risico en/of een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten;

1.60 roaming

het gebruik maken van (delen van het) mobiele netwerk van andere operators / providers;

1.61 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden;

1.62 site sharing

het gezamenlijk door twee of meer operators / providers delen van antenne-opstelpunten, zoals bedoeld zoals bedoeld in artikel 3.11 lid 1 Telecommunicatiewet;

1.63 terras

een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van de horecafunctie waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;

1.64 tuincentrum

detailhandel, waar boomkwekerijproducten, planten, bloembollen, bloemen en kamerplanten en attributen voor de verfraaiing en het onderhoud van tuinen en de daarbij nodige hulpmaterialen en tuinmeubilair wordt aangeboden;

1.65 uitbouw

een gebouw(deel) dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.66 volkstuinen

gronden waarop voor particulier gebruik en op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld;

1.67 voorgevelrooilijn

de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, die, zoveel mogelijk aansluit bij de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing langs die weg. Een hoekwoning heeft slechts 1 voorgevelrooilijn;

1.68 volumineuze detailhandel
  • a. detailhandel in auto's, boten, caravans, motoren, scooters, bromfietsen en onderdelen daarvan;
  • b. detailhandel in volumineuze artikelen met een special interest karakter niet zijnde woninginrichting, waaronder de verkoop van gedenkstenen, tenten en fitnessapparatuur;
  • c. detailhandel door leveranciers en installateurs van volumineuze artikelen, zoals zonwering en sanitair;
1.69 winkelvloeroppervlak

het totale vloeroppervlak dat wordt gebruikt voor de directe verkoop en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen aanwenden voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, inclusief afrekenruimte, met uitzondering van opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.70 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.71 woonwagen

een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een woonwagenstandplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;

1.72 woonwagenstandplaats

een kavel, bestemd voor het plaatsen van 1 woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;