direct naar inhoud van 5.7 Water
Plan: Zorghart
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00013-0004

5.7 Water

Het plangebied is onderdeel van de waterstaatkundige eenheid Nieuwe Driemanspolder. Een waterstaatkundige eenheid is een gebied waarin het watersysteem één geheel vormt. Het Hoogheemraadschap van Rijnland is de waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheerder in het plangebied.

Het waterpeil in het plangebied is N.A.P. - 5.80 meter. In het plangebied kan het water tot N.A.P. - 4,50 meter stijgen (peilstijging 1,30 meter).

Het plangebied heeft een gescheiden rioolstelsel. Bij een gescheiden rioolstelsel wordt het regenwater van verharde oppervlakken via het schoonwaterriool afgevoerd naar het oppervlaktewater. Het afvalwater wordt via het vuilwaterriool afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Bij nieuwbouw en herbouw wordt het huishoudelijk afvalwater gescheiden van het regenwater, waardoor ook nieuwe verharde oppervlakten zijn afgekoppeld. Op deze wijze wordt uitvoering gegeven aan zowel landelijk beleid als het beleid van de waterbeheerder.

Op het water en de waterkeringen is de Keur van Hoogheemraadschap van Rijnland van toepassing. In deze Keur is een vergunningenstelsel opgenomen waarmee de waterstaatkundige aspecten van de waterkeringen worden gewaarborgd. Bij ontwikkelingen op gronden waar een Keur van toepassing is wordt in overleg met de waterbeheerders gestreefd naar coördinatie tussen vergunningverlening en beheersaspecten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00013-0004_0009.png"

Figuur 5.1: Watersysteem in (de omgeving van) het Zorghartgebied

Het plangebied is grotendeels verhard. Het hemelwater dat in het gebied valt wordt afgevoerd naar de waterpartij aan de westzijde van het plangebied. Deze waterpartij is onderdeel van het wijkwater. Overtollig water wordt door gemaal De Leyens uitgeslagen op de Zoetermeerseplas. Het Hoogheemraadschap kijkt bij vergelijking van oude en nieuwe planologie niet naar het bestemmingsplan, maar enkel naar de fysieke toestand van het plangebied. Voor elke toename van het bebouwd of verhard oppervlakte moet 15% extra water in het plan gerealiseerd én als zodanig bestemd worden. Dit bestemmingsplan voorziet niet in een toename van de verharding ten opzichte van de huidige situatie. Watercompensatie is dan ook niet noodzakelijk.

Op grond van het voorgaande kan vastgesteld worden dat het bestemmingsplan geen nadelige gevolgen heeft voor de waterhuishouding.