direct naar inhoud van 5.6 Externe Veiligheid
Plan: Zorghart
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00013-0004

5.6 Externe Veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag, en vervoer van gevaarlijke stoffen (zoals vuurwerk, lpg, en munitie) over weg, water en spoor en door buisleidingen. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Op grond van het Bevi zijn in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) voor dergelijke bedrijven vaste veiligheidsafstanden opgenomen. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen is van toepassing op het vervoer van door de Minister aangewezen categorieƫn van gevaarlijke stoffen door (ondergrondse) buisleidingen. Hogedruk aardgastransportleidingen van meer dan 16 bar en een diameter van meer dan 50 mm vallen onder de werkingssfeer van dat besluit. Het besluit stelt de exploitant van een buisleiding verantwoordelijk voor de in het besluit opgenomen regels. Dit houdt in dat exploitanten de zorg dragen voor de bescherming van mens en milieu. Met dien verstande dat bij de aanleg of vervanging van een buisleiding, of een wijziging van de te vervoeren gevaarlijke stof door een buisleiding, zij er voor zorgen dat het plaatsgebonden risico van de buisleiding buiten de belemmeringenstrook niet hoger is dan 10-6 per jaar. Voor routes (wegen, waterwegen, spoorwegen) waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt en voor buisleidingen zijn nog geen wettelijke normen betreffende de externe veiligheid vastgesteld. Het beleid berust hier vooralsnog op een aantal ministeriƫle en provinciale circulaires, zoals de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (2010). In het Vierde Nationaal Milieu Beleidsplan (NMP-4) is een wettelijke verankering van de risiconormen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen aangekondigd. Bij deze wettelijke verankering zullen de resultaten van voormelde evaluatie worden betrokken. Tot het moment van realisatie van deze verankering wordt in deze circulaire het beleid met betrekking tot risiconormering geoperationaliseerd en verduidelijkt. Daarmee treedt deze circulaire in de plaats van de Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. De werkingsduur van deze circulaire loopt tot uiterlijk 31 juli 2012. Wanneer voornoemde wettelijke verankering wordt gerealiseerd, zal de circulaire echter worden ingetrokken.

5.6.1 Toetsing plangebied

Voor het bestemmingsplan is in de eerste plaats van belang om te inventariseren of er bestaande Bevi-inrichtingen in het plangebied aanwezig zijn, of van welke inrichtingen buiten het plangebied een invloedsgebied hebben die het plangebied overlapt. Daarnaast is van belang of het bestemmingsplan de vestiging van nieuwe Bevi-inrichtingen mogelijk maakt.

In het plangebied dan wel in de nabijheid van het plangebied liggen geen inrichtingen of contouren van inrichtingen waarop het Bevi van toepassing is. Het bestemmingsplan maakt verder de vestiging van nieuwe Bevi-inrichtingen niet mogelijk.

Alle rijkswegen en de meeste provinciale wegen zijn aangewezen als route voor gevaarlijke stoffen. Gemeenten mogen voor de zogenaamde routeplichtige stoffen gemeentelijke wegen binnen hun grenzen aanwijzen waarover deze gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd. De gemeente Zoetermeer heeft een dergelijke route gevaarlijke stoffen niet vastgesteld wat tot gevolg heeft dat het vervoer van gevaarlijke stoffen in principe altijd via de snelste weg moet gebeuren. In het plangebied dan wel in de directe omgeving van het plangebied ligt geen LPG-tankstation dan wel een andere bedrijf dat gevaarlijke stoffen heeft. Daarom is het niet aannemelijk dat er langs en/of binnen het plangebied structureel vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.Wel vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de Europaweg. Een deel van het plangebied ligt in het invloedsgebied van de Europaweg (het gebied binnen 325 meter van de Europaweg). Het aantal personen in het invloedsgebied zal niet toenemen op grond van de mogelijkheden die rechtstreeks op grond van het bestemmingsplan zijn mogelijk gemaakt. Hiedoor is er geen sprake van een toename van het groepsrisico. Wanneer de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid voor het Verpleeghuis Vivaldi wordt benut, is het wel mogelijk dat het aantal personen in het invloedsgebied toeneemt. Bij het opstellen van het wijzigingsplan zal dan ook onderzocht moeten worden of er sprake zal zijn van een significante toename van het groepsrisico.

Er liggen geen relevante buisleidingen in of in de directe omgeving van het plangebied.

Uit het voorgaande volgt dat externe veiligheid geen belemmeringen oplevert voor dit bestemmingsplan.

5.6.2 Advies Veiligheidsregio Haaglanden

Op 15 maart 2012 heeft de Veiligheidsregio Haaglanden in het kader van het bestemmingsplan advies uitgebracht (zie Bijlage 11 van de toelichting voor dit advies). Uit dit advies bijkt dat het bestemmingsplan voldoende rekening houdt met het aspect externe veiligheid. Er kunnen op dit moment nog geen adviezen gegeven worden met betrekking tot de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid voor het verpleeghuis Vivaldi. De gemeente zal, zoals ook gevraagd is in het advies, de Veiligheidsregio betrekken bij de gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid.