Plan: | Driemanspolder - Van Leeuwenhoeklaan |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00003-0004 |
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag, en vervoer van gevaarlijke stoffen (zoals vuurwerk, LPG, en munitie) over weg, water en spoor en door buisleidingen. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Op grond van het Bevi zijn in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) voor dergelijke bedrijven vaste veiligheidsafstanden opgenomen.
In het plangebied ligt een LPG-tankstation aan de Van Leeuwenhoeklaan 2. Jaarlijks wordt ter plaatse circa 800 m3 lpg verkocht. Op grond van de geldende milieuvergunning is de doorzet van het LPG-tankstation beperkt tot minder dan 1500 m3 per jaar. De PR-contour van het vulpunt van het LPG-tankstation is 110 meter. Binnen deze PR-contour liggen kwetsbare objecten.
Behalve het Plaatsgebonden Risico is het Groepsrisico (GR) relevant. Voor het bepalen van het Groepsrisico is het invloedsgebied van belang. Het invloedsgebied is het gebied dat binnen 150 meter ligt van het vulpunt van het tankstation of het ondergrondse LPG-reservoir. In het kader van dit bestemmingsplan is onderzoek gedaan naar het groepsrisico. De resultaten hiervan zijn opgenomen in het document "Groepsrisicoberekening LPG-tankstation Shell De Leeuwenhoek in Zoetermeer" van 23 december 2010 (zie voor het rapport Bijlage 8van de plantoelichting). In dit onderzoek is uitgegaan van een doorzet van 1500 m3 en een ondergrondse opslagtank bij het tankstation van 40 m3. Uit het onderzoek blijkt dat in de huidige situatie de oriënterende waarde van het groepsrisico wordt overschreden. Verder blijkt uit het onderzoek dat ook na het treffen van maatregelen (zoals reduceren van de jaarlijkse doorzet tot minder dan 1000 m3 of 500 m3 het aanbrengen van een hittewerende coating en een kleinere ondergrondse tank) het groepsrisico hoger zal zijn dan de oriënterende waarde.
Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten heeft er een overleg plaatsgevonden met de Veiligheidsregio Haaglanden (VRH). De VRH heeft aangegeven dat de huidige situatie ongewenst is en geadviseerd maatregelen te treffen om het groepsrisico te beperken. Gelet hierop dient de LPG-verkoop ter plaatse beëindigd te worden. Daarover heeft tussen de gemeente en de eigenaren en vergunnninhouder overleg plaatsgevonden. In het overleg van 6 juni 2011 hebben de eigenaren van het tankstation (Van der Burg Automotive BV en BK Services) en vergunninghouder (Shell Nederland bv) aangegeven dat zij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en bij de gemeente een verzoek zullen indienen tot intrekking van de milieuvergunning voor zover dat betrekking heeft op de verkoop van LPG ter plaatse. Op 31 augustus 2011 is het verzoek tot intrekking van de milieuvergunning voor de verkoop van LPG ter plaatse ontvangen. In lijn hiermee is in dit bestemmingsplan de verkoop van LPG ter plaatse van het tankstation wegbestemd. Het tankstation heeft op de plankaart de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg" gekregen.
Voor routes (wegen, waterwegen, spoorwegen) waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt en voor buisleidingen zijn nog geen wettelijke normen betreffende de externe veiligheid vastgesteld. Het beleid berust hier vooralsnog op een aantal ministeriële en provinciale circulaires, zoals de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (2010). In het Vierde Nationaal Milieu Beleidsplan (NMP-4) is een wettelijke verankering van de risiconormen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen aangekondigd. Bij deze wettelijke verankering zullen de resultaten van voormelde evaluatie worden betrokken. Tot het moment van realisatie van deze verankering wordt in deze circulaire het beleid met betrekking tot risiconormering geoperationaliseerd en verduidelijkt. Daarmee treedt deze circulaire in de plaats van de Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. De werkingsduur van deze circulaire loopt tot uiterlijk 31 juli 2012. Wanneer voornoemde wettelijke verankering wordt gerealiseerd, zal de circulaire echter worden ingetrokken.
Alle rijkswegen en de meeste provinciale wegen zijn aangewezen als route voor gevaarlijke stoffen. Gemeenten mogen voor de zogenaamde routeplichtige stoffen gemeentelijke wegen binnen hun grenzen aanwijzen waarover deze gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd. De gemeente Zoetermeer heeft een dergelijke route gevaarlijke stoffen niet vastgesteld. Daardoor moet het vervoer van gevaarlijke stoffen in principe altijd via de snelste weg plaatsvinden.
Het plangebied ligt ten noorden van de Rijksweg A12. De woningen liggen echter buiten het invloedsgebied van de snelweg. Er zijn geen nieuwe voorzieningen gepland in het invloedsgebied van de rijksweg.
De bevoorrading van het LPG-tankstation dient via de kortste route te geschieden.
In en in de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen buisleidingen.