Plan: | Driemanspolder - Van Leeuwenhoeklaan |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00003-0004 |
Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Deze wet biedt een integraal wettelijk kader voor de bescherming van dier- en plantensoorten. Met deze wet is het soorten beschermingsbeleid van de Europese Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving verwerkt. De Flora- en faunawet kent geen formele koppeling met het Ruimtelijke Ordeningsbeleid. Dat doet niet af aan het feit dat bezien moet worden of de Flora- en faunawet de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in de weg staat. Dit betekent dat in het geval er een redelijk vermoeden bestaat dat beschermde planten- en diersoorten in het plangebied kunnen voorkomen in het kader van de planprocedure onderzoek moet worden gedaan naar de aanwezigheid van deze soorten (ABRvS, 23 februari 2005, Leeuwarden).
In het kader van de voorgenomen gedeeltelijke herontwikkeling van het winkelcentrum De Vijverhoek is een natuurwaardenonderzoek verricht (voor het volledige onderzoek wordt verwezen naar Bijlage 9 van deze plantoelichting). Uit dit onderzoek blijkt dat op de ontwikkellocatie geen verblijfplaatsen zijn van vleermuizen dan wel andere strikt beschermde soorten. De nieuwbouw zal geen probleem opleveren voor een populatie vleermuizen of andere beschermde natuurwaarden in de omgeving. Er bevindt zich bijvoorbeeld geen vliegroute ter plaatse van de ontwikkellocatie. De nieuwbouw zal weinig veranderen ten opzichte van de huidige situatie, waarbij het winkelcentrum reeds in een volledig verlichte en open ruimte ligt. De bestaande infrastructuur biedt daarnaast weinig ruimte voor beschermde natuurwaarden en technisch gezien zou nieuwbouw misschien wel meer ruimte en beschutting voor vleermuizen kunnen opleveren.
Voor de ontwikkellocaties aan de Van Leeuwenhoeklaan en Bijdorplaan geldt dat ook hier geen beschermde flora en fauna voorkomt. Het zijn hoofdzakelijk grasveldjes en voor een deel is het terrein reeds verhard.
Gelet hierop en op grond van de bestaande situatie en de kennis die er is van de beschermde flora en fauna in de omgeving is een aanvullend onderzoek niet nodig.