Artikel 19 Algemene wijzigingsregels
19.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
-
a. het wijzigingen van de bestemming "Bedrijf” in de bestemming "Detailhandel", "Gemengd", "Kantoor" of "Maatschappelijk", mits:
-
1. beëindiging van de bedrijfsfunctie ter plaatse niet leidt tot een milieuplanologische verslechtering voor de woonomgeving,
-
2. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
-
3. aangetoond is dat het plan economisch uitvoerbaar is;
-
b. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 3 m, dit voor zover deze op grond van het artikel Algemene afwijkingsregels niet kunnen worden gebouwd;
-
c. een enigszins andere situering en/of begrenzing van bouwpercelen, dan wel bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en bouwvlakken en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd;
-
d. het schrappen van de aangegeven bestemming “Waarde - Archeologie”, indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken, dat niet langer sprake is van een gebied met oudheidkundige waarden, dan wel nadat er sprake is van opgravingen en documentatie waardoor de planologische bescherming niet langer gehandhaafd behoeft te blijven.
-
e. Het toevoegen van de bestemming “Waarde – Archeologie”, indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken, dat sprake is van een gebied met oudheidkundige waarden, dan wel nadat er sprake is van opgravingen en documentatie waardoor planologische bescherming noodzakelijk wordt geacht.
19.2 Wijzigingsbevoegdheid 1
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsbevoegdheid 1' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:
-
a. de woningen binnen de rode contour van de Structuurvisie Woerden (28 maart 2013), zoals beschreven in de plantoelichting, worden gebouwd;
-
b. maximaal 20 woningen aanwezig mogen zijn;
-
c. de woningen geen belemmering mogen vormen voor de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven;
-
d. er geen milieuhygiënische belemmeringen mogen zijn;
-
e. de woningen stedenbouwkundig en landschappelijk in de omgeving worden ingepast;
-
f. de ontwikkeling past binnen de Visie op de kernrandzone.
19.3 Wijzigingsbevoegdheid 2
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsbevoegdheid 2' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits:
-
a. maximaal 4 woningen worden gebouwd;
-
b. er geen milieuhygiënische belemmeringen zijn;
-
c. de woningen stedenbouwkundig en landschappelijk in de omgeving worden ingepast.
19.4 Wijzigingsbevoegdheid 3
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsbevoegdheid 3' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' en/of 'Maatschappelijk' in de vorm van een verpleeghuis, kinderdagopvang en/of buitenschoolse opvang, mits:
-
a. maximaal 16 woningen worden gebouwd;
-
b. maximaal 1 beheerderswoning wordt gebouwd;
-
c. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 7 m;
-
d. voldaan wordt aan de minimale afstand tot de perceelsgrens, zoals weergegeven op de afbeelding 'Zegveld - De Pionier Ruimtelijke randvoorwaarden ontwikkeling locatie' in Bijlage 3 Ruimtelijke
randvoorwaarden De Pionier;
-
e. het gebouw stedenbouwkundig wordt ingepast;
-
f. voldaan wordt aan de Nota Parkeernormen.