direct naar inhoud van Artikel 8 Woongebied
Plan: Defensie-eiland Woerden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0632.defensieeiland-bVA1

Artikel 8 Woongebied

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. wegen en paden;
  • c. verblijfsgebied;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. water;
  • f. tuinen, terrassen, dekken, paden en erven;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', tevens een parkeergarage;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - parkeren ondergronds', tevens een ondergrondse parkeergarage;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', tevens detailhandel en bedrijven van categorie 1 zoals opgenomen in bijlage 1, met dien verstande dat:
    • 1. deze functies uitsluitend op de begane grond zijn toegestaan;
    • 2. maximaal 650 m² brutovloeroppervlakte van de bebouwing mag worden gebruikt ten behoeve van deze functies, met dien verstande dat voldaan dient te worden aan de parkeernorm, zoals is opgenomen in bijlage 2.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Indien op de verbeelding een gevellijn is aangeduid, dient de voorgevel van een hoofdgebouw te worden gebouwd in of maximaal 2 meter achter de gevellijn.
  • b. Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding. Parkeergarages worden bij de berekening van het bebouwingspercentage niet meegerekend. Indien geen bebouwingspercentage is opgenomen, mag het bouwvlak volledig worden bebouwd.
  • c. De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding.
  • d. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding.
  • e. In afwijking van het bepaalde in sub c en d, geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwhoogte':
    • 1. dat de bouwhoogte voor maximaal 50% van het hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan 10,5 meter;
    • 2. dat de bouwhoogte voor maximaal 50% van het hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan 13,5 meter;
  • f. De diepte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 15 meter.
  • g. Het aantal wooneenheden mag niet meer bedragen dan is aangegeven, met inachtneming van het bepaalde in 12.1.
  • h. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - onderlinge afstand', dient de afstand tussen de hoofdgebouwen minimaal 10 meter te bedragen.
  • i. Voor het bouwen van ondergeschikte bouwdelen zoals balkons buiten de bestemmingsgrens, geldt het bepaalde in 12.2.

8.2.2 Parkeergarage

Voor het bouwen van een parkeergarage gelden de volgende regels:

  • a. Parkeergarages zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'parkeergarage' en 'specifieke bouwaanduiding - parkeren ondergronds'.
  • b. De ondergrondse bouwdiepte mag niet meer bedragen dan 4 meter.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 4 meter.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - parkeren ondergronds' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 60 centimeter.

8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen op het voorerf niet meer mag bedragen dan 1 meter.
  • b. De bouwhoogte van palen en vlaggenmasten mag niet meer dan 6 meter bedragen.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag op het voorerf niet meer bedragen dan 1 meter en op het zij- en achtererf mag het niet meer bedragen dan 3 meter.

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de plaats van de bebouwing;
  • b. de afmetingen van de bebouwing;
  • c. de plaats van kwetsbare objecten en activiteiten binnen de gebouwen of op het bouwperceel;
  • d. de te treffen maatregelen in verband met eisen aan de inrichting van het perceel (vrijwaren van vluchtroutes, brandgangen e.d.);

  • 1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • 2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • 3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • 4. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • 5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • 6. in verband met de risicobeheersing binnen het plangebied.

8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Beroep aan huis

Binnen deze bestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • a. De activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in die zin, dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven. Dit betekent, dat ten behoeven van een aan huis verbonden beroep niet meer dan 40% van het vloeroppervlak van een woning mag worden gebruikt, een en ander met een maximum van 50 m².
  • b. De activiteiten mogen geen hinder opleveren voor de woonsituatie. Dit betekent dat, in geval van bedrijfsactiviteiten, slechts aan het vestigen van ambachtelijke bedrijfsactiviteiten dan wel bedrijfsactiviteiten in categorie 1 zoals genoemd in de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten bij woningen medewerking wordt verleend.
  • c. De activiteiten mogen zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving.
  • d. De activiteiten mogen geen detailhandel betreffen.
  • e. De activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

8.4.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. bewoning van bijgebouwen;
  • b. een supermarkt.

8.5 Afwijken van de gebruiksregels
8.5.1 Bedrijf aan huis

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.4.1voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • a. De activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in die zin, dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven. Dit betekent, dat ten behoeven van een aan huis verbonden beroep niet meer dan 40% van het vloeroppervlak van een woning mag worden gebruikt, een en ander met een maximum van 50 m².
  • b. De activiteiten mogen geen hinder opleveren voor de woonsituatie. Dit betekent dat, in geval van bedrijfsactiviteiten, slechts aan het vestigen van ambachtelijke bedrijfsactiviteiten dan wel bedrijfsactiviteiten in categorie 1 en 2 zoals genoemd in de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten bij woningen medewerking wordt verleend.
  • c. De activiteiten mogen zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving.
  • d. De activiteiten mogen geen detailhandel betreffen.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder sub d is detailhandel door middel van internet toegestaan, met uitzondering van het afhalen van goederen door personen die goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik, verhuur of aanwending.
  • f. De activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

8.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' het aantal woningen te vermeerderen, onder de volgende voorwaarden:

  • a. het aantal woningen mag na vermeerdering niet meer bedragen dan 56;
  • b. de omstandigheden in de woningmarkt ontwikkelen zich zodanig, dat een andere invulling gewenst is, of;
  • c. het woningbouwprogramma van de gemeente geeft daartoe aanleiding;
  • d. aangetoond moet worden dat voldaan wordt aan de voorwaarden zoals genoemd in de Wet geluidhinder.