direct naar inhoud van Artikel 6 Water
Plan: Defensie-eiland Woerden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0632.defensieeiland-bVA1

Artikel 6 Water

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterlopen;
  • b. waterberging en waterhuishouding;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - fietsbrug', tevens een fietsbrug ten behoeve van langzaamverkeer en voetgangers;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - loopbrug', tevens een loopbrug;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'brug', tevens een brug voor langzaam verkeer en gemotoriseerd verkeer uitsluitend in de vorm van nood-, hulpdiensten en vuilnisophaaldienst;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - gemotoriseerd verkeer', tevens een brug voor langzaam verkeer en gemotoriseerd verkeer';
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger', tevens een aanlegsteiger;
  • h. waterstaatkundige bouwwerken in de vorm van een constructie ter vervanging c.q. versterking van de kade;
  • i. kruisingen en kunstwerken ten behoeve van wegverkeer.

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. Op en in de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die noodzakelijk zijn voor de waterhuishouding en het verkeer in en over het water.
  • b. Het bouwen van bruggen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van verkeer - fietsbrug', 'brug', 'specifieke vorm van verkeer - gemotoriseerd verkeer' en 'specifieke vorm van verkeer - loopbrug' .
  • c. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van bruggen, mag niet meer bedragen dan 2,5 meter, gemeten vanaf het peil van de aangrenzende oever.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - fietsbrug':
    • 1. dient de minimale doorvaarhoogte 1,95 meter te bedragen gemeten vanaf het gemiddelde niveau van het wateroppervlak, over een minimale doorvaarbreedte van 4 meter;
    • 2. mag de breedte van de brug niet meer bedragen dan 7 meter.
  • e. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - loopbrug':
    • 1. dient de minimale doorvaarhoogte 1,70 meter te bedragen gemeten vanaf het gemiddelde niveau van het wateroppervlak, over een minimale doorvaarbreedte van 6 meter;
    • 2. mag de breedte van de brug niet meer bedragen dan 4 meter.
  • f. Ter plaatse van de aanduiding 'brug':
    • 1. dient de minimale doorvaarhoogte 1,50 meter te bedragen gemeten vanaf het gemiddelde niveau van het wateroppervlak, over een minimale doorvaarbreedte van 3 meter;
    • 2. mag de breedte van de brug niet meer bedragen dan 9 meter;
  • g. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - gemotoriseerd verkeer':
    • 1. dient de minimale doorvaarhoogte 1,15 meter te bedragen gemeten vanaf het gemiddelde niveau van het wateroppervlak, over een minimale doorvaarbreedte van 3 meter;
    • 2. mag de breedte van de brug niet meer bedragen dan 12 meter.
  • h. In afwijking van het bepaalde in sub a mogen waterstaatkundige bouwwerken worden gebouwd in de vorm van een constructie ter vervanging c.q. versterking van de kade, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de aangrenzende oever en de breedte niet meer mag bedragen dan 0,5 meter.

6.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. ligplaats voor woonschepen.