direct naar inhoud van 3.8 Wonen en bedrijvigheid
Plan: Harmelerwaard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0632.BPHARMELERWAARD-bVA2

3.8 Wonen en bedrijvigheid

Huidige situatie

Wonen
Het plangebied is van oudsher overwegend als agrarisch gebied in gebruik geweest. Op dit moment is het aantal functies echter meer divers. Ondanks de maatregelen die genomen worden om de agrarische bedrijven te laten voortbestaan, zijn velen inmiddels gestopt of dreigen te gaan stoppen. De agrarische bedrijven die afbouwen, gedeeltelijk zijn gestopt of helemaal zijn gestopt, hebben vaak opstallen, waarin vele activiteiten plaatsvinden, zoals kleine bedrijfjes en opslag. De vrijkomende woningen worden voortaan gebruikt als burgerwoning.

In het plangebied zijn de volgende woningen aanwezig:

  • burgerwoningen;
  • agrarische bedrijfswoningen;
  • niet-agrarische bedrijfswoningen;
  • voormalige agrarische bedrijfswoningen, die inmiddels in gebruik zijn als burgerwoning.

De belangrijkste concentraties aan burgerwoningen bevinden zich langs de verbindingswegen Harmelerwaard en Dorpeldijk. Overige woningen bevinden zich verspreid in het plangebied. Sommige woningen vertegenwoordigen een cultuurhistorische waarde.

Op basis van de inventarisatie is een beeld gekregen van de huidige situatie van het aantal woningen en het aantal bedrijven in het plangebied. In het plangebied bevinden zich ongeveer 42 burgerwoningen. Deze liggen verspreid over het plangebied. Veel burgerwoningen zijn ontstaan als voormalige agrarische bedrijfswoning of vroegere arbeiderswoning. In de inventarisatie zijn 16 van deze woningen aangemerkt als VAB.

Niet-agrarische bedrijven en maatschappelijke voorzieningen
Het aantal niet-agrarische bedrijven in het buitengebied is in de laatste jaren ook toegenomen. In het plangebied bevinden zich op dit moment 10 niet-agrarische bedrijven, waarvan er 3 zijn aangegeven als VAB.

Onder de bedrijven vallen twee paardenhouderijen, een paardenfokkerij, een opslagbedrijf, een bedrijf voor verhuur beursinrichting, een sorteer- en distributiecentrum, een veevoederbedrijf, een gemaal en een bedrijf voor ontwikkeling en verkoop (graszoden) machines. Daarnaast zijn er verscheiden burgerwoningen met kantoor aan huis.

Van belang in dezen is dat het veevoederbedrijf De Heus uiterlijk eind 2012 uit het plangebied verdwijnt; tot die tijd worden twee van de aanwezige gebouwen nog door het veevoederbedrijf gebruikt. De overige zullen in gebruik genomen worden door een aannemersbedrijf.

Ook is er horeca in het plangebied. Er zijn twee horecabedrijven, namelijk een café en een vergader- en cursusruimte.

Aan de Dorpeldijk bevindt zich een begraafplaats. De begraafplaats is een maatschappelijke voorziening.

Toekomstige ontwikkelingen

Wonen
Wonen in het buitengebied is in trek. De vraag naar woningen is groot, mede gelet op de nabijheid van de stad Utrecht. Nieuwbouw van burgerwoningen is echter niet aan de orde. Om de 'verstening' van het buitengebied tegen te gaan is het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid om hier in principe geen nieuwe woningen toe te laten.

Een uitzondering hierop kan gemaakt worden bij een afwijking van het aantal wooneenheden van een monument, karakteristiek hoofdgebouw en bewoning van cultuurhistorisch waardevolle bijgebouwen, als hiermee het behoud ervan kan worden gewaarborgd. Daarbij is in principe geen sprake van sloop en herbouw. Daarnaast is onder voorwaarden de Ruimte voor Ruimte-regeling (sloop van minimaal 1.000 m2 niet cultuurhistorische waardevolle bedrijfsbebouwing) mogelijk. De bestaande bebouwing neemt hierbij dus niet toe.

Niet-agrarische bedrijven en maatschappelijke voorzieningen
Aangenomen kan worden dat voor de meeste niet-agrarische bedrijven een ontwikkelingsperspectief aanwezig is. Hiervoor zal enige uitbreiding gewenst zijn. Per bedrijf dient te worden overwogen of er nog uitbreidingswensen zijn. Ten gevolge van niet-agrarische bedrijvigheid kan overlast voor de omgeving optreden (verkeersdruk, milieubelasting, verrommeling). Niet-agrarische bedrijven kunnen echter ook positieve effecten hebben, zoals een behoud van de werkgelegenheid op het platteland.

Voor niet-agrarische bedrijven is het vigerend beleid dat deze niet aan het buitengebied zijn gebonden en daarom binnen het stedelijk gebied en/of op een bedrijventerrein thuishoren. In principe is het oprichten van een nieuw niet-agrarisch bedrijf niet mogelijk. Uitzondering hierop is de mogelijkheid om de functies in agrarische gebieden met landschapswaarden te wijzigen naar een bedrijfsfunctie. Voor deze niet-agrarisch bedrijven is het niet mogelijk om uit te breiden. Aan deze functiewijziging worden door het rijk en de provincie voorwaarden verbonden.

De begraafplaats kan voor de langere termijn voorzien in de ruimtebehoefte, zodat geen rekening gehouden hoeft te worden met uitbreiding. Er zijn geen plannen voor uitbreiding van de aanwezige bebouwing.

Aanbevelingen voor visie en planopzet vanuit wonen en bedrijvigheid

  • De bestaande, legale burgerwoningen moeten positief worden bestemd;
  • Het bestemmingsplan dient mogelijkheden te bieden voor Ruimte voor Ruimte en Rood voor Groen;
  • Meervoudige bewoning van monumentale gebouwen moet mogelijk worden gemaakt; De bestaande, legale niet-agrarische bedrijven moeten positief worden bestemd;
  • Nieuwe bedrijven moeten zich (onder voorwaarden) kunnen vestigen in vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing (geen glastuinbouwbedrijf). Voor deze bedrijven is geen uitbreiding mogelijk.