Plan: | Harmelerwaard |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0632.BPHARMELERWAARD-bVA2 |
De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen voor de komende decennia. Meer specifiek wordt er gericht op: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid. Voor het plangebied zijn de onderstaande zaken uit de Nota Ruimte van belang.
Grondgebonden landbouw
De grondgebonden landbouw is een belangrijke economische en landschappelijke drager van het buitengebied. De productie van agrarische producten kan niet altijd voldoende opleveren om een landbouwbedrijf op lange termijn te continueren. Van de provincies wordt verwacht dat zij sturing geven aan de ontwikkeling van de grondgebonden landbouw en daarmee rekening houden met de wens van agrarische bedrijven om hun bedrijfsvoering te verbreden.
Vrijkomende agrarische bebouwing
Gemeenten bepalen, op basis van algemene richtlijnen van provincies, welke veranderingen wel en welke niet zijn toegestaan in vrijkomende agrarische bebouwing. Uitbreiding van het ruimtebeslag van deze bebouwing is niet toegestaan.
Ecologische Hoofdstructuur (EHS)
De bruto Ecologische Hoofdstructuur is door het Rijk aangegeven. De provincies hebben de taak om deze te begrenzen tot een netto EHS. De gehele gemeente Woerden, inclusief het plangebied, ligt in het door het Rijk begrensde Nationaal Landschap het Groene Hart.
Het open karakter van het Groene Hart dient behouden te blijven. Om die reden wordt ingezet op een restrictief bebouwingsbeleid. Wel mag bij de kernen in het Groene Hart worden gebouwd voor een migratiesaldo nul om de leefbaarheid in de dorpen op peil te houden. De beoogde uitbreidingslocaties voor de gemeente Woerden liggen overigens buiten het plangebied van dit bestemmingsplan. In vrijkomende agrarische bebouwing zijn diverse functies toegestaan ter stimulering van de economische ontwikkeling van het platteland. Ook de Ruimte voor Ruimte-regeling kan worden toegepast.
De provincies zijn verantwoordelijk voor de wijze waarop dit landschap verder wordt beschermd. In de nabije toekomst wordt door de betrokken provincies verder gewerkt aan de bescherming van het Nationaal Landschap.
In juli 2004 is door de provincies en de Rijksoverheid de intentieverklaring 'Doorpakken in het Groene Hart' opgesteld. Deze intentieverklaring diende te leiden tot een nieuwe samenwerking tussen de overheden, om de huidige waarden ervan te behouden en nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Door de Stuurgroep Groene Hart van de provincie is in 2005 het Ontwikkelingsprogramma Groene Hart, in 2006 het Uitvoeringsplan Groene Hart en in 2008 de Voortgangsrapportage opgesteld. In de programma's worden projecten benoemd met een voorbeeld- of aanjaagfunctie voor het gehele Groene Hart. Het plangebied valt niet onder één van deze projecten.
Recreatie
De toeristisch-recreatieve betekenis van nationale landschappen is groot en het is belangrijk dat deze in de toekomst toeneemt. In de nationale landschappen dient rekening te worden gehouden met ruimte voor nieuwe vormen van toerisme en recreatie en uitbreiding van bestaande voorzieningen voorzover aansluitend en passend in de kernkwaliteiten van het betreffende gebied. Daarnaast is van belang het segment van de extensieve, op de beleving van natuur en landschap gerichte recreatie.
Watertoets
De watertoets omvat het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in relevante ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets is een procedure om tot optimale inbreng van het waterbelang in ruimtelijke plannen te komen, van locatiekeuze tot inrichting. Hierdoor wordt verwacht dat de afstemming tussen ruimtelijke ordening en waterbeheer beter zal gaan verlopen.
In het kader van dit proces vindt vanaf de aanvang van het proces overleg plaats tussen de gemeente en de waterbeheerders. Hierdoor zijn de waterbeheerders vanaf de start van de planvorming betrokken.
In de Europese Kaderrichtlijn wordt ervan uitgegaan dat water geen gewoon handelswaar is, maar een erfgoed dat moet worden beschermd en verdedigd. De Kaderrichtlijn Water geeft het kader voor de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater. Uitgangspunt voor het waterbeleid van de Rijksoverheid vormt de zorg over het toenemend hoogwater in de rivieren, wateroverlast en de versnelde stijging van de waterspiegel. Ruimte die nu beschikbaar is voor de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast moet ten minste behouden blijven. De aanwezige ruimte mag niet sluipenderwijs verloren gaan bij de uitvoering van nieuwe projecten voor infrastructuur, woningbouw, landbouw of bedrijventerreinen.
Onderdeel van de implementatie van de Kaderrichtlijn Water is de juridische doorvertaling van de richtlijn naar Nederlandse regelgeving. De Rijksoverheid is op dit moment bezig met de implementatie van de kaderrichtlijn. Op het moment dat duidelijk wordt of mogelijke gevolgen voor het bestemmingsplan van toepassing zijn, zal nader op de kaderrichtlijn worden ingegaan.