direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijventerrein
Plan: Voorschoten Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0626.2011Oost-BP50

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsmatige activiteiten, behorende tot categorieën 1 t/m 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, opgenomen in Bijlage 1 van deze regels;
  • b. detailhandel in volumineuze goederen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens een of meerdere buurtwinkels tot een totale bedrijfsvloeroppervlakte van 900 m2;

met de daarbij behorende:

  • d. gebouwen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. ontsluitingswegen en erftoegangswegen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels.

5.2.1 Gebouwen
  • a. Gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatste van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangeduid.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
    • 1. maximaal 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
    • 2. maximaal 10 m voor palen, masten, verkeerstekens en technische installaties;
    • 3. maximaal 5 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. overkappingen zijn niet toegestaan voor de voorgevel of het denkbeeldig verlengde daarvan.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde in verband met het ruimtelijk beeld en de verkeersveiligheid.

5.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' geldt dat toegestaan zijn een of meerdere buurtwinkels in de vorm van een supermarkt of een aantal winkels die voorzien in de eerste levensbehoefte.
  • b. Onder bedrijven als bedoeld in lid 5.1 zijn niet begrepen:
    • 1. detailhandelsbedrijven;
    • 2. horecabedrijven;
    • 3. maatschappelijke instellingen;
    • 4. zelfstandige kantoren.
  • c. Op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden zijn geen bedrijfsactiviteiten toegestaan, betreffende:
    • 1. risicovolle inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
    • 2. inrichtingen zoals bedoeld in onderdeel D van Bijlage I behorende bij het Besluit omgevingsrecht;
    • 3. een groothandel in consumentenvuurwerk met opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.1 voor andere bedrijfsactiviteiten dan genoemd in Bijlage 1 van deze regels, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. een omgevingsvergunning kan worden verleend voor een bedrijfsactiviteit die niet behoort tot, of niet is genoemd in, categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (Bijlage 1), mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld met bedrijfsactiviteiten als genoemd in categorie 1 of 2;
  • b. een omgevingsvergunning kan niet worden verleend voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.