direct naar inhoud van 4.8 Water
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0620.bp0009-VG01

4.8 Water

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in de toelichting van een bestemmingsplan een beschrijving te worden gegeven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding.
Bij een conserverend plan hoeft geen watertoetsproces te worden doorlopen. Er kan worden volstaan met een beschrijving van de toestand van het watersysteem in de huidige situatie.

Waterparagraaf
In het geldende bestemmingsplan is geen waterparagraaf opgenomen. In dit bestemmingsplan is onderhavige waterparagraaf opgenomen. Hierin wordt ingegaan op meerdere onderdelen van het watersysteem:

  • de ligging en functies van het oppervlaktewater (zie ook hieronder);
  • de kwaliteit van het oppervlaktewater;
  • het waterpeil;
  • eventuele beschoeiing en natuurvriendelijke oevers;
  • de beschrijving van het rioolstelsel;
  • de functie en bescherming van het grondwater (zie ook hieronder);
  • de ligging en functie van waterkeringen (zie ook hieronder).

Informatie over bovengenoemde punten is aanwezig bij de gemeente Vianen (onder andere beheerder van het oppervlaktewater en de riolering van het plangebied), Waterschap Rivierenlanden (onder andere beheerder van het waterpeil, waterkeringen en persleidingen) en de provincie Utrecht (beheerder van de drinkwatervoorraad; zie ook hieronder).

De gemeente Vianen beschikt over een stedelijk waterplan dat geldig is tot 2014. Hierin zijn de afspraken met het waterschap vastgelegd over het beheer van het stedelijk water en de plannen voor het stedelijk water.

Grondwaterbeschermingszones
In het plangebied ligt drinkwaterwinning Vianen Hofplein. Deze drinkwaterwinning wordt binnen enkele jaren gesloten en vervangen door drinkwaterwinning Vianen Panoven. Zolang drinkwaterwinning Vianen Hofplein nog operationeel is, is sprake van beschermingszones voor het grondwater. Ter plaatse van de winputten is sprake van een waterwingebied, daaromheen ligt een boringsvrije zone.

Het plangebied ligt geheel binnen deze boringsvrije zone. De regels die gelden binnen grondwaterbeschermingszones zijn opgenomen in de provinciale milieuverordening. De regels voor boringsvrije zones zijn met name gericht op werken of activiteiten in de grond op een diepte dieper dan 40 m beneden maaiveld.
Daarnaast geldt in het algemeen de bijzondere zorgplicht: “Een ieder is verplicht verontreiniging van het grondwater in een beschermingsgebied te voorkomen, of, voor zover verontreiniging niet kan worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.

Waterlopen
De functie en de bescherming van watergangen is vastgelegd in de Legger Wateren van Waterschap Rivierenland. Binnen het plangebied bevinden zich enkele B-watergangen en een duiker.

afbeelding "i_NL.IMRO.0620.bp0009-VG01_0027.png"  
Afbeelding - Ligging en functie van de waterlopen binnen het plangebied
De waterlopen zijn weergegeven in het bruin. De bijbehorende kernzone (tweedimensionale contour van de watergang) is weergegeven in lichtgroen. De duiker is aangegeven in het rood. (Bron: Leggerkaart WSRL)  

De ligging van de waterlopen en de duiker zijn aangegeven in voorgaande afbeelding. B-watergangen zijn van secundair belang voor het waterbeheer en dienen door de aangrenzende eigenaren te worden onderhouden. Aan weerszijden van de kernzone (tweedimensionale contour van een watergang) is een beschermingszone van 1 meter breed vastgelegd om de toegankelijkheid voor inspectie van de watergang te garanderen.
De watergangen zijn op de verbeelding van het bestemmingsplan opgenomen.

Riolering en waterkwaliteit
Het rioleringsstelsel in de binnenstad is ooit ontworpen als een zgn. gemengd stelsel wat inhoudt dat de inzameling van vuil- en hemelwater plaats vindt in één hoofdriool. Naast het vuil- en regenwater uit de binnenstad wordt ook het rioolwater van de Buitenstad en de wijk Zederik, middels een pompgemaal, op dit stelsel geloosd.

Het rioleringsstelsel van de binnenstad loost, via een pompgemaal in het Klooster en een persleiding onder het Merwedekanaal door, zijn rioolwater op de riolering in de wijk De Hagen, om vervolgens middels een gemaal bij het Hazelaarplein verpompt te worden naar de zuivering van het Waterschap Rivierenland in de uiterwaard waar het gezuiverd wordt. Het gemengde rioleringsstelsel van de binnenstad van Vianen is grotendeels in de zeventiger jaren vervangen omdat dit te veel mankementen vertoonde.

Als bij grote hoeveelheden regenwater het water niet snel genoeg kan worden afgevoerd naar de zuivering, kan dit leiden tot wateroverlast op de straten. Om deze overlast te beperken kent het stelsel een drietal overstorten op de Stadsgracht, namelijk bij de Spekdam, het Klooster en de Molenstraat.
De redelijk frequente overstortingen veroorzaakten een sterke verontreiniging van het oppervlaktewater van de stadsgracht. In de jaren negentig werd, als gevolg van de strengere milieueisen, de hoeveelheid te lozen rioolwater op de stadsgracht aan banden gelegd. Hiervoor werd in het Klooster een groot bergbezinkriool aangelegd om de bergingscapaciteit van de riolering in de binnenstad te vergroten.

Als gevolg van de klimaatveranderingen hebben we de laatste jaren moeten constateren dat de regenhoeveelheden sterk zijn toegenomen met als gevolg dat bij extreme regenbuien zich wederom problemen voordeden in lager gedeelte van de binnenstad in de vorm van veel water op straat. Dit heeft er toe geleid dat inmiddels een klein gedeelte van het verhard oppervlak van het Walsland, de gehele Schoolstraat en Weesdijk zijn afgekoppeld.

Het hemelwater van dit verharde oppervlak (wegverharding en dakoppervlakken) loost middels een apart riool het relatief schone regenwater op de stadsgracht. Het ligt in lijn van de verwachtingen dat bij grote vervangingswerken in de infrastructuur in de toekomst er meer verhard oppervlak zal worden afgekoppeld.

Waterkeringen
Het grootste deel van het plangebied wordt beschermd voor het rivierwater (de Lek) door de primaire waterkering de Zuiderlekdijk (Ringdijk/Zomerdijk). Het gedeelte Buitenstad ligt geheel buitendijks.
Aan de oostzijde wordt het plangebied beschermd voor het water van het Merwedekanaal door een secundaire of regionale waterkering.

Op deze waterkeringen is de Keur van Waterschap Rivierenlanden van toepassing. Bouw- en graafwerkzaamheden binnen deze zones dienen voorgelegd te worden aan de beheerder van de waterkering (hiervoor is ontheffing van de Keur noodzakelijk). Daarmee wordt voorkomen dat de veiligheid van de waterkering wordt geschaad.

De ligging van de waterkeringen en de keurzoneringen zijn weer gegeven in navolgende afbeeldingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0620.bp0009-VG01_0028.png"  
afbeelding "i_NL.IMRO.0620.bp0009-VG01_0029.png"  
Afbeelding - Overzicht keurzoneringen uit de Legger primaire waterkeringen van Waterschap Rivierenlanden (Bron: Leggerkaart WSRL)  

afbeelding "i_NL.IMRO.0620.bp0009-VG01_0030.png"  
Afbeelding - Overzicht keurzoneringen uit de Legger regionale waterkeringen van Waterschap Rivierenlanden (Bron: Leggerkaart WSRL)  

Met ingang van 1 oktober 2012 geldt op grond van het Besluit algemene regels omgevingsrecht (Barro) een instructie ten aanzien van de wijze van bestemmen van de waterkering (kernzone) en de bijbehorende beschermingszones. Voor de beschermingszones geldt dat zowel de (binnen-)beschermingszone als de buitenbeschermingszone in bestemmingsplannen moeten worden opgenomen. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen de wijze van bestemmen van de kernzone (Waterstaat - Waterkering) en de beschermingszones. De beide beschermingszones worden nu opgenomen als 'vrijwaringszone':

  • de (binnen-)beschermingzone (conform Legger) krijgt de aanduiding 'Vrijwaringszone-dijk-1' (met regels, zoals bij kernzone);
  • de buitenbeschermingszone (conform Legger) krijgt de aanduiding 'Vrijwaringszone-dijk-2' (zonder regels = attentiefunctie).

De waterkeringen en bijbehorende beschermingszones zijn op de verbeelding en in de planregels van het bestemmingsplan opgenomen.

Conclusie
Omdat sprake is van een conserverend bestemmingsplan kan voor de waterparagraaf worden volstaan met een beschrijving van het watersysteem in de huidige situatie. Het watersysteem bestaat uit:

  • het oppervlaktewater;
  • het grondwater;
  • de riolering van het plangebied;
  • de waterkering.

In de verbeelding worden in elk geval de ligging van de waterkeringen/beschermingszones en de waterlopen opgenomen.