Plan: | Binnenstad |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0620.bp0009-VG01 |
De bescherming van gebieden is geregeld via de Natuurbeschermingswet 1998 of via bestemmingsplannen van de gemeenten. De Natuurbeschermingswet bepaald wat er wel en niet mag in de beschermde natuurgebieden. Activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben voor de natuurwaarden mogen niet plaatsvinden zonder vergunning. Verder is iedereen verplicht zorgvuldig om te gaan met natuurgebieden, de zogenaamde zorgplicht.
Voorliggend bestemmingsplan is conserverend van aard en staat daarom geen ontwikkelingen toe die de specifieke waarden van de bovengenoemde gebieden aantasten.
Ten aanzien van de Flora en Fauna in het plangebied wordt geconstateerd dat in de stadsmuren op diverse plekken beschermde flora is aangetroffen. Het gaat hier voornamelijk om varens en mossen. Hoewel de stadsmuren zelf al beschermd worden, mogen in de directe omgeving (aan weerszijden van de muur) geen aanpassingen komen die gevolgen hebben voor het microklimaat van de muur.
Tevens dienen er geen aanpassingen in het watersysteem te worden aangebracht die nadelig zijn voor de doorstroming van het water. Stilstaand water heeft vissterfte ten gevolg.
Wanneer het bestemmingsplan handelingen mogelijk maakt die beschermde planten en dieren kunnen bedreigen, is het verplicht om vooraf te toetsen of deze plannen kunnen leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dit het geval dreigt te zijn, moet onderzocht worden of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te voorkomen, indien dit niet mogelijk is dienen de gevolgen voor beschermde soorten zoveel mogelijk beperkt te worden.
In de groensingel tussen de gracht en de muren komen beschermenswaardige bomen voor. Deze worden al voldoende beschermd middels de gemeentelijke Bomenverordening. Een aanvullende regeling in het bestemmingsplan wordt niet nodig geacht.