direct naar inhoud van 4.7 Bodem
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0620.bp0009-VG01

4.7 Bodem

Het is wettelijk geregeld (bouwverordening) dat bouw pas kan plaatsvinden als de bodem geschikt is (of geschikt is gemaakt) voor het beoogde doel. Een nieuwe bestemming mag pas worden opgenomen, als is aangetoond dat de bodem geschikt (of geschikt te maken) is voor de nieuwe of aangepaste bestemming. Onderzocht moet worden of de bodem verontreinigd is en wat voor gevolgen een eventuele bodemverontreiniging heeft voor de uitvoerbaarheid van het plan. Wanneer (een deel van) de bodem in het plangebied verontreinigd is, moet worden aangetoond dat het bestemmingsplan, rekening houdend met de kosten van sanering, financieel uitvoerbaar is.
Een bodemonderzoek mag niet meer dan vijf jaar oud zijn en moet een vastgestelde informatiekwaliteit bieden. Indien aan die voorwaarden niet kan worden voldaan, dient aanvullend onderzoek plaats te vinden. Wanneer uit het onderzoek blijkt dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel, dient vóór aanvang van de bouwwerkzaamheden een bodemsanering te worden uitgevoerd om de bodem wel geschikt te maken, of dient de omgevingsvergunning te worden geweigerd.

Bodemverontreinigingssituatie
In het plangebied zijn meerdere bodemonderzoeken bekend. Er is een selectie gemaakt op de onderzoeken waar nog een vervolg aan moet worden gegeven, omdat een verontreiniging is aangetroffen of omdat de locatie niet volledig is onderzocht. De status van de locaties is vooralsnog 'Potentieel ernstig verontreinigd, maar niet urgent om te saneren'.
Deze onderzoeken zijn weergegeven op de ‘Kaart Bodemonderzoek en HBB’ en beschreven in de tabel in bijlage 8.

Bodemkwaliteitskaart
In 2012 is de Nota Bodembeheer (grondstromenbeleid regio Zuidoost-Utrecht) vastgesteld. Uit deze Nota blijkt dat voor het hele plangebied de bodemkwaliteitszone 'Wonen I' geldt. De gemiddelde bodemkwaliteitsklasse is 'wonen', echter lokaal kan de kwaliteit slechter zijn en daarom gelden specifieke regels. In de hele binnenstad kunnen namelijk lokaal lichte tot matige verontreinigingen met lood en PAK worden aangetroffen in de toplaag van de bodem.
Deze 'diffuse' verontreiniging komt onder andere door het neerslaan van uitlaatgassen van verkeer en industrie en doordat vroeger aslades van kolenkachels veelal in tuinen werden geleegd. Hergebruik van grond is mogelijk binnen deze zone.

Wbb-locaties
Een Wbb-locatie is een locatie waar (vermoedelijk) sprake is, of was, van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De provincie Utrecht is in dergelijke gevallen bevoegd gezag. In het plangebied komt een aantal Wbb-locaties voor waar bodemonderzoek en/of -sanering nog niet is afgerond.
In bijlage 8 worden de locaties genoemd, en staat de status van de bodemverontreiniging aangegeven en eventuele vervolgacties. In de bijbehorende kaart zijn de locaties weergegeven.

Ondergrondse brandstoftanks
In het gebied hebben zich in het verleden op diverse locaties ondergrondse tanks bevonden ten behoeve van de verwarming van de woningen middels opslag van huisbrandolie of andere brandstoffen. Vrijwel geen van deze tanks is nu nog in gebruik en velen zijn dan ook buiten gebruik gesteld.

In het gebied komen ondergrondse brandstoftanks voor die niet voldoen aan het Activiteitenbesluit. De tanks zijn in bijlage 8 weergegeven in de kaart 'Kaart Wbb-locaties en ondergrondse tanks' en in de tabel 'tabel ondergrondse tanks'. Deze tanks voldoen niet omdat ze niet zijn gesaneerd, zijn gesaneerd door een bedrijf dat niet (Kiwa-) gecertificeerd was, er een verontreiniging met minerale olie is aangetroffen of de aanwezigheid en/of status van de tank onbekend is.

Historisch bodembestand (HBB)
De provincie Utrecht heeft in 2004 door ReGister historisch onderzoek uit laten voeren naar verdachte activiteiten zoals (voormalige) bedrijfsactiviteiten en ondergrondse brandstoftanks. Het onderzoek is op 14 april 2004 afgerond en heeft een digitaal bestand opgeleverd. Aan elke locatie met één of meerdere verdachte activiteiten is een dominante NSX-score gekoppeld.
De NSX-score geeft de indicatieve prioriteit van een verdachte locatie weer gebaseerd op de toxiciteit van vermoedelijk aanwezige stoffen, en de kans deze stoffen aan te treffen; hoe hoger de NSX-score des te hoger de prioriteit. Een NSX-score wordt bepaald aan de hand van een Uniforme Bron Indeling (= UBI-code). De dominante NSX-score (hoogste score) wordt bepaald aan de hand van de dominante UBI-code (meest verdachte activiteit).

De locaties met een NSX-score groter dan 100 in het plangebied zijn in bijlage 8 weergegeven in de kaart “Kaart Bodemonderzoek en Hbb” en in de tabel 'Hbb-punten, NSX-score > 100 '.
Een dergelijke score wil zeggen dat sprake is van een potentieel geval van ernstige bodemverontreiniging. Een score groter dan 300 wil zeggen dat sprake is van een potentieel geval van ernstige, en urgente bodemverontreiniging. In de tabel is per locatie de NSX-score, de Dubi en de bijbehorende activiteit benoemd.

Gedempte sloten en stortplaatsen/ophogingen
In 2004 is in opdracht van de provincie Utrecht door ReGister/DHV een inventarisatie gemaakt van gedempte sloten en stortplaatsen/ophogingen. Uit deze inventarisatie blijkt dat in het plangebied geen gedempte sloten aanwezig zijn.

Conclusie
Het bestemmingsplan Vianen Binnenstad heeft een conserverend karakter, wat betekent dat er geen nieuwe ontwikkelingen in worden opgenomen. Bij (her)ontwikkelingen binnen het gehele bestemmingsplangebied dient rekening te worden gehouden met de hierboven beschreven bronnen van bodemverontreiniging. Van de Wbb-locaties is bekend dat hier een (potentiële) bodemverontreiniging aanwezig is. Voor de overige locaties is op basis van de bouwverordening het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740 verplicht.

In enkele gevallen wordt een vrijstelling verleend, deze uitzonderingen staan beschreven in de bouwverordening. Dit onderzoek dient beschikbaar te zijn voor de aanvang van de bouwwerkzaamheden en mag niet ouder zijn dan 5 jaar. Voor de meest recente stand van zaken met betrekking tot bodemkwaliteit in het gehele bestemmingsplangebied wordt verwezen naar (het bodeminformatiesysteem van) de Omgevingsdienst.