direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf
Plan: Vianen, Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0620.bp0001-VG01

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn - onder verwijzing naar de Staat van Bedrijfsactiviteiten - bestemd voor agrarische verwante bedrijven en niet agrarische bedrijven vallende onder de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; alsmede voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier': tevens een hoveniersbedrijf met de SBI-code 014.4, uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal': een gemaal ten behoeve van de waterbeheersing;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gronddepot': tevens een gronddepot met de SBI-code 014.4, uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': voorzieningen van openbaar nut zoals trafo's, gasregelstations en pompgebouwtjes alsmede 1 bedieningsgebouw;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie': een rioolwaterzuiveringsinrichting met bijbehorende voorzieningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij': een paardenhouderij zoals bedoeld in artikel 1 lid 54;
  • g. ter plaatse van de in de onderstaande tabel genoemde aanduidingen tevens een bedrijfsactiviteit met de bijbehorende SBI-code uit de ten hoogste voor de bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten:

aanduiding   bedrijfsactiviteit   SBI-code   uit ten hoogste milieucategorie  
sb-aa   aannemersbedrijf   45.0   3.2  
sb-aht   agrarisch technisch hulp- en toeleveringsbedrijf   014.1   3.1  
sb-fou   fouragebedrijf met daaraan ondergeschikt detailhandel in diervoeders   5121.0   3.1  
sb-ff   fruitteelt en fruithandelsbedrijf   5125, 5131   3.1  
sb-han   handelsbedrijf in boomkwekerijproducten, siergewassen, bloemen, agrarische producten en gebruikte consumentengoederen (inclusief werkplaats)   5121.0   3.1  
sb-meu   meubelfabriek   361.1   3.2  
sb-ob   overslagbedrijf   6024.0   3.2  
sb-sch   schildersbedrijf   045.0   3.2  
sb-trb   transportbedrijf   6024.0   3.2  
sb-vee   veehandel   5123   3.2  
sb-wpl   werkplaats   281.1   3.2  

  • h. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek': beeldbepalende bebouwing;
  • i. voor de gronden zijn gelegen binnen een afstand van 5 m uit de bestemming 'Water', zonder verdere aanduiding: voor onderhoud en beheer van de aangelegen hoofdwatergang;
  • j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. binnen het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van één bedrijf worden opgericht;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' de bouw van een bedrijfswoning niet is toegestaan;
  • d. overigens geldt het volgende:

  max. aantal per bouwvlak   max. oppervlak   max. inhoud   max. goot- hoogte   max. bouw- hoogte   min. afstand tot perceelsgrens  
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen)   één, tenzij middels een maatvoering- aanduiding anders is aangegeven     600 m³   6 m   9 m  

5 m  
vrijstaande bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning     75 m²     3 m   6 m    
bedieningsgebouw ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'     zie bijlage 1       8 m    
bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsin- stallatie'     50% van de gronden       7 m  
5 m  
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'gemaal'           6 m    
overige bedrijfsgebouwen     zie bijlage 1     6 m   10 m   5 m  
erfafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'water- zuiveringsinstallatie'           3 m    
overige erfafschei- dingen
- voor de voorgevel van de bedrijfs- woning
- overige plaatsen binnen het bouwvlak  
       
1 m

2 m  
 
antennes           10 m    
bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'           4 m    
bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding 'water- zuiveringsinstallatie'           8 m    
bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding 'gemaal'           8 m    
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak           6 m1)    
terreinafscheidingen buiten het bouwvlak           2 m    

1) Met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-overslagbedrijf', waarvoor een maximale bouwhoogte geldt van 10 m.

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Ten behoeve van het bebouwde oppervlak agrarisch verwante bedrijven

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 onder d, teneinde het maximaal toegestane bebouwde oppervlak met 30% te vergroten, indien aan het volgende wordt voldaan:

  • a. afwijken voor het vergroten van het bebouwde oppervlak is uitsluitend toegestaan ter plaatse van percelen voorzien van de aanduidingen:
    • 1. 'hovenier';
    • 2. 'paardenhouderij';
    • 3. 'specifieke vorm van bedrijf-agrarisch technisch hulp- en toeleveringsbedrijf';
    • 4. 'specifieke vorm van bedrijf-foeragebedrijf';
    • 5. 'specifieke vorm van bedrijf-fruitteelt en fruithandelsbedrijf';
    • 6. 'specifieke vorm van bedrijf-veehandel';
  • b. afwijken is niet toegestaan voor het agrarisch technisch hulp- en toeleveringsbedrijf aan de Zijderveldselaan 42 en aan de Vogelenzangseweg 16a;
  • c. door de aanvrager dient te zijn aangetoond, dat verplaatsing van het bedrijf naar een bedrijventerrein redelijkerwijs niet mogelijk is;
  • d. aangetoond dient te zijn dat de uitbreiding noodzakelijk is voor het behoud van de continuïteit van het bedrijf;
  • e. de goothoogte en de bebouwingshoogte mogen in maatvoering niet hoger zijn dan de hoogste bestaande goot- en bebouwingshoogte; hiervan kan slechts worden afgeweken indien dit noodzakelijk is met het oog op een doelmatige bedrijfsvoering, met dien verstande dat de maatvoering, zoals deze is opgenomen in de tabel in lid 6.2 onder d niet mag worden overschreden;
  • f. de verkeersaantrekkende werking mag niet toenemen;
  • g. er mag geen sprake zijn van een vergroting van de milieubelasting op de omgeving;
  • h. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.

6.3.2 Ten behoeve van het bebouwde oppervlak overige bedrijven

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 onder d, teneinde het maximaal toegestane bebouwde oppervlak met 15% te vergroten, indien aan het volgende wordt voldaan:

  • a. afwijken voor het vergroten van het bebouwde oppervlak is uitsluitend toegestaan ter plaatse van percelen voorzien van alle overige, niet in lid 6.3.1 onder a genoemde aanduidingen;
  • b. afwijken is niet toegestaan voor het aannemersbedrijf aan de Kolfbaanweg 8, het opslagbedrijf aan de Lange Meent 6b en het bedrijf aan de Tienhovenseweg 7-9-9a;
  • c. door de aanvrager dient te zijn aangetoond, dat verplaatsing van het bedrijf naar een bedrijventerrein redelijkerwijs niet mogelijk is;
  • d. aangetoond dient te zijn dat de uitbreiding noodzakelijk is voor het behoud van de continuïteit van het bedrijf;
  • e. de goothoogte en de bebouwingshoogte mogen in maatvoering niet hoger zijn dan de hoogste bestaande goot- en bebouwingshoogte; hiervan kan slechts worden afgeweken indien dit noodzakelijk is met het oog op een doelmatige bedrijfsvoering, met dien verstande dat de maatvoering, zoals deze is opgenomen in de tabel in lid 6.2 onder d niet mag worden overschreden;
  • f. de verkeersaantrekkende werking mag niet toenemen;
  • g. er mag geen sprake zijn van een vergroting van de milieubelasting op de omgeving;
  • h. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.

6.3.3 Ten behoeve van bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwhoogte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie' met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10 m.

6.3.4 Ten behoeve van de minimale afstand van overige bedrijfsgebouwen tot de perceelsgrens

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de minimale afstand van overige bedrijfsgebouwen tot de perceelsgrens zoals opgenomen in lid 6.2 onder d, indien aan het volgende wordt voldaan:

  • a. een kleinere afstand tot de perceelsgrens dient noodzakelijk te zijn voor een effectieve indeling van het bouwvlak;
  • b. de afstand tot de zijperceelsgrens mag tot ten hoogste 3 m verkleind worden;
  • c. de afstand tot de achterperceelsgrens mag tot ten hoogste 1 m verkleind worden.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan, met dien verstande dat opslag van goederen alleen is toegestaan ten dienste van de geldende bestemming;
  • f. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de brutovloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 400 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;

6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 6.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 6.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 6.1 genoemd.

6.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
6.6.1 Sloopverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' te slopen.

6.6.2 Uitzonderingen op het sloopverbod

Het verbod als bedoeld in lid 6.6.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:

  • a. zoals bedoeld in artikel 3.20 lid 1 Wro;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

6.6.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De sloopwerkzaamheden als bedoeld in lid 6.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de karakteristieke waarden niet worden aangetast, hetgeen ter advisering wordt voorgelegd aan de ter zake deskundige.

6.7 Wijzigingsbevoegdheden.
6.7.1 Ten behoeve van een nieuw agrarisch bedrijf/agrarisch bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf' wijzigen ten behoeve van de vestiging van een agrarisch bedrijf, mits voldaan wordt aan het volgende:

  • a. er dient sprake te zijn van de vestiging van een volwaardig agrarisch bedrijf dan wel een bedrijf dat naar verwachting binnen redelijke termijn zal uitgroeien tot een volwaardig bedrijf; hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een ter zake deskundige;
  • b. de wijziging is uitsluitend toegestaan indien het bestemmingsvlak wordt omgeven door de bestemmingen Agrarisch en Agrarisch met waarden - Landschap;
  • c. afhankelijk van de ligging van het perceel worden de bestemming Bedrijf gewijzigd in de bestemming Agrarisch dan wel in de bestemming Agrarisch met waarden - Landschap;
  • d. binnen de bestemming Agrarisch is de vestiging van niet-grondgebonden agrarische bedrijven, boomteeltbedrijven, akkerbouwbedrijven dan wel (vollegronds) tuinbouwbedrijven, niet toegestaan;
  • e. indien de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming Agrarisch met waarden - Landschap, is naast het bepaalde onder d evenmin de nieuwvestiging van fruitteeltbedrijven toegestaan;
  • f. ten opzichte van de bestemming Water dient een afstand van minimaal 10 m in acht te worden genomen;
  • g. afhankelijk van de ligging van het perceel zijn de bouwregels, opgenomen in lid 3.2 (Agrarisch) dan wel lid 4.2 (Agrarisch met waarden - Landschap) overeenkomstig van toepassing;
  • h. wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke karakteristiek en landschapswaarden als omschreven in lid 3.1 (Agrarisch) dan wel lid 4.1 (Agrarisch met waarden - Landschap);
  • i. uit een historisch onderzoek dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie.

6.7.2 Ten behoeve van wijziging naar de bestemming 'Wonen'

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits voldaan wordt aan het volgende:

  • a. de bebouwde oppervlakte van de voormalige bedrijfswoning mag niet worden vergroot;
  • b. de bestaande situering mag niet worden gewijzigd;
  • c. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
  • d. de bebouwde oppervlakte van de vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 75 m² per woning; indien de (gezamenlijke) oppervlakte van de bijgebouwen reeds meer dan 75 m² bedraagt, dan is een maximale bebouwde oppervlakte toegestaan van 75 m² plus de helft van het meerdere, met een totaal maximum van 150 m²;
  • e. in aanvulling op het bepaalde onder d geldt dat alle overtollige, niet beeldbepalende, bedrijfsbebouwing dient te worden gesaneerd;
  • f. het aantal woningen mag uitsluitend worden vermeerderd indien er sprake is van:
    • 1. woningsplitsing gebouwen die zijn aangeduid als 'karakteristiek';
    • 2. een extra woning in het kader van de Ruimte-voor-Ruimteregeling;
  • g. in de gevallen zoals genoemd in sub f onder 1 zijn de volgende criteria van toepassing:
    • 1. de woningtoevoeging noodzakelijk is in verband met het herstel of de verbetering van de te beschermen architectonische of cultuurhistorische waarden;
    • 2. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan twee;
    • 3. de bestaande inhoud van de woning c.q. het pand mag niet worden vergroot;
    • 4. de beide woningen dienen na splitsing een inhoud te hebben van minimaal 350 m³;
    • 5. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van de omliggende agrarische bedrijven voortvloeiend uit de milieuwetgeving;
    • 6. de te realiseren woning dient te passen binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
    • 7. voorst zijn de overige maatvoeringseisen met betrekking tot bijgebouwen en andere bouwwerken (artikel 16) van toepassing;
  • h. in het geval zoals genoemd in sub f onder 2 zijnde volgende criteria van toepassing:
    • 1. indien alle bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, met een minimum van 1.000 m² mag één woning worden teruggebouwd (exclusief de bestaande bedrijfswoning);
    • 2. de inhoud van de woning mag maximaal 600 m³ bedragen, het oppervlak aan bijgebouwen mag maximaal 75 m² bedragen;
    • 3. monumenten en beeldbepalende bebouwing mogen niet worden gesloopt;
    • 4. de bestemming van de bestaande bedrijfswoning wordt gewijzigd in de bestemming Wonen;
    • 5. de bestemming van het gehele perceel dient te worden gewijzigd in de bestemming Wonen of in de bestemming Wonen in combinatie met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap';
    • 6. de nieuwbouw mag alleen plaatsvinden indien de ruimtelijke kwaliteit van het gebied verbetert en geen aantasting plaatsvindt van bestaande landschappelijke karakteristiek zoals beschreven in leden 3.1 en 4.1;
    • 7. de ontwikkelingsmogelijkheden van agrarische bedrijven in de omgeving mogen niet worden belemmerd;
    • 8. planologisch-juridische medewerking aan de bouw van een compensatiewoning wordt alleen verleend, indien de sloop van de bedrijfsbebouwing voldoende is gewaarborgd;
    • 9. uit een historisch onderzoek dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie.

6.7.3 Ten behoeve van verwijderen aanduiding 'karakteristiek'

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde de aanduiding 'karakteristiek' te verwijderen indien de gebouwen waarop deze aanduiding van toepassing is, overeenkomstig een verleende sloopvergunning of omgevingsvergunning zijn gesloopt.