direct naar inhoud van Artikel 15 Water
Plan: Vianen, Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0620.bp0001-VG01

Artikel 15 Water

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. hoofdwatergangen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'vaarweg': vaarwater ten behoeve van de scheep- en recreatievaart;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats': een jachthaven met ten hoogste 265 ligplaatsen en 1 kantineboot;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water-recreatieve doeleinden': recreatieve doeleinden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water-, fiets- en voetveer': aanleg en instandhouding van een fiets- en voetveer;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water-vispassage': een vispassage met bijbehorende voorzieningen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water-waterstaatkundige voorzieningen': waterstaatskundige voorzieningen, waaronder een bedieningsgebouw en werkplaats stuw;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-zend en ontvangstinstallatie': voorzieningen ten behoeve van communicatiedoeleinden;

alsmede voor:

  • i. bijbehorende (waterstaatkundige) voorzieningen zoals sluizen, kaden, keermuren, bruggen, aanlegsteigers, parkeervoorzieningen, voorzieningen ter regulering van de scheep- en recreatievaart alsmede havenlichten en afmeersteigers in de voorhaven van het Merwedekanaal.

15.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. uitsluitend binnen het bouwvlak met de aanduiding 'specifieke vorm van water-waterstaatkundige voorzieningen' mag een gebouw worden gebouwd met een oppervlak van maximaal 280 m² en een bouwhoogte van 8 m;
  • b. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-zend en ontvangstinstallatie' mag ten hoogste 53 m bedragen;
  • c. het vloeroppervlak van de kantineboot mag ten hoogste 210 m² bedragen;
  • d. de bouwhoogte van de kantineboot mag ten hoogste 6 m bedragen, ten opzichte van aangrenzend water;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen.

15.3 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in dit artikel bedoelde gronden te ontzanden, tenzij het de 'Plas Everstein' betreft.