Plan: | Schoolstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0617.bpsc-vg99 |
Watertoets en waterbeheer
Vanaf 1 november 2003 is de watertoets wettelijk van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over de beoogde ruimtelijke ontwikkeling. De watertoets heeft als doel het voorkomen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.
In het plangebied wordt het waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer gevoerd door het waterschap Hollandse Delta. De rioleringstaak binnen het plangebied valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Strijen. In het kader van de verplichte watertoets is over deze ruimtelijke ontwikkeling overleg gevoerd met de waterbeheerder. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid
Beleid waterbeheerder
In het Waterbeheerplan 2009 - 2015 (2008) staat hoe Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid en om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan.
Voor het afkoppelen van hemelwater afkomstig van verhard oppervlak met een totaal aaneengesloten oppervlak van 250 m² of meer naar het oppervlaktewater, dient een vergunning te worden aangevraagd in het kader van de Keur. Als de toename aan verhard oppervlak groter is dan 250 m², is het beleid van het waterschap erop gericht om in principe 10% van de toename te compenseren door middel van open water.
In het Beleidsplan Waterkeringen, Kijk op dijk en duin (december 2006) is het beleid, visie en richting met betrekking tot het beheer van de waterkeringen beschreven. Op grond van de Keur kunnen dijkgraaf en heemraden ten aanzien van de vergunningverlening nadere regels, de zogenoemde beleidsregels, vaststellen. In het beleidsplan staat beschreven welke aspecten met betrekking tot waterkeringen in bestemmingsplannen een nadere verankering behoeven. Hierbij is het uitgangspunt dat de kern- en beschermingszones, zoals opgenomen in de legger, opgenomen moeten worden in het bestemmingsplan. In de toekomst geldt dit ook voor het profiel van vrije ruimte ten behoeve van eventuele toekomstige dijkversterkingen.
Beleid gemeente
Op 25 november 2008 heeft de raad van de gemeente Strijen het Gemeentelijke Waterplan voor het gehele grondgebied vastgesteld. Hierin is een inventarisatie gemaakt van knelpunten, kansen, een waterstructuurvisie wordt uitgewerkt waarin een ideaal beeld wordt geschetst voor het jaar 2027 en maatregelen worden geselecteerd voor de komende vijf jaar. De maatregelen worden voorgesteld om het watersysteem op orde te brengen en duurzamer te maken. Bij de beschrijving van de 'huidige situatie' zijn de bestaande knelpunten binnen het plangebied kort beschreven.
Huidige situatie waterhuishouding
Het plangebied ligt in de kern van Strijen. Het waterbeheer is afgestemd op het stedelijk gebied. Overtollig hemelwater wordt geloosd op het gemeentelijk riool, een gemengd stelsel. Binnen het plangebied is momenteel een opslag voor meubels gevestigd. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 2.450 m². In de bestaande situatie is daarvan 805 m² onverhard. De maaiveldhoogte ter plaatse is circa NAP -0,6 m. In of langs het plangebied zijn geen hoofdwatergangen en waterkeringen gesitueerd. Circa 30 m ten zuidwesten van het plangebied ligt wel een secundaire waterkering (Kerkstraat/Molenstraat). Het plangebied valt buiten de beschermingszone van deze waterkering.
Ruimtelijke ontwikkeling in relatie tot beleid
In de toekomstige situatie is het plangebied grotendeels verhard door woningen, parkeerplaatsen en bestrating. De onverharde oppervlakte bedraagt in de huidige situatie circa 805 m² en in de nieuwe situatie circa 660 m². Aangezien het verharde oppervlak als gevolg van de ontwikkeling met slechts 147 m² toeneemt, is compensatie in de vorm van open water niet vereist. Compensatie is, zoals beschreven onder beleid, vereist bij een toename van het verharde oppervlakte vanaf 250 m².
Voor de nieuw te bouwen woningen is het van belang om duurzame, niet-uitloogbare bouwmaterialen toe te passen (dus geen zink, lood, koper, en PAK's-houdende materialen) om diffuse verontreiniging van water en bodem te voorkomen.
Er zijn in principe geen mogelijkheden voor afvoer van het afgekoppelde hemelwater naar het oppervlaktewater en ook infiltratie is op deze locatie niet mogelijk. De gemeente verlangt een gescheiden afvoerstelsel naar de Schoolstraat. Mocht in de toekomst ook de omgeving van een (verbeterd) gescheiden stelsel worden voorzien, dan kan daarop eenvoudig worden aangesloten.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het plan geen verslechtering voor het watersysteem betekent. Gezien de ligging in bestaand stedelijk gebied en de omvang van het plan zijn de mogelijkheden om het watersysteem te verbeteren beperkt tot het nu reeds gescheiden aanbieden van schoon hemelwater en afvalwater naar het gemeentelijk riool en een geringe toename van onverhard oppervlak waardoor neerslag enigszins kan infiltreren in de bodem, dit in tegenstelling tot de oude situatie.