direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouwintensiveringsgebied
Plan: Glastuinbouwintensiveringsgebied Tinte
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0614.0000bpglasgebied-0100

Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouwintensiveringsgebied

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Glastuinbouwintensiveringsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch gebruik;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'akkerbouw': volwaardige akkerbouwbedrijven, graasdierbedrijven en opengrond tuinbouwbedrijven uitgezonderd productiegerichte paardenhouderijen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw': volwaardige glastuinbouwbedrijven en bedrijven zoals genoemd in sub b;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'sierteelt': volwaardige sierteeltbedrijven, fruitteeltbedrijven en boomkwekerijbedrijven en bedrijven zoals genoemd in sub b;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1': één loonbedrijf en bedrijven zoals genoemd in sub b;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'kas': kassen;
  • g. bedrijfswoningen;
  • h. extensief recreatief medegebruik;
  • i. water en groen;
  • j. de bij deze bestemming behorende voorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Kassen en bedrijfsgebouwen
  • a. kassen en bedrijfsgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van kassen per bouwvlak bedraagt ten hoogste:
    • 1. 100 m² voor bedrijven zoals bedoeld in lid 4.1 sub b;
    • 2. 3 ha per bouwvlak voor bedrijven zoals bedoeld in lid 4.1 sub c;
    • 3. in afwijking van het bepaalde onder 2: ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal hectare glas' aangegeven hoeveelheid;
  • c. met betrekking tot:
    • 1. de afstand van kassen en bedrijfsgebouwen tot de as van de weg en;
    • 2. de afstand van kassen en bedrijfsgebouwen tot de hoofdbouwmassa van woningen binnen de bestemming Wonen, zoals aanwezig op moment van inwerkingtreding van dit plan en overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,

gelden ten minste de afstanden zoals in onderstaande tabel bepaald:

type bouwwerk   uit de as van:
- Blindeweg
- Dwarsweg
- Korteweg
- Westerlandseweg
 
uit de as van:
- Aelbrechtsweg
- Colinslandsedijk
- Kleidijk
- Konneweg
- Rietdijk
- De Rik
- Ruggeweg
- Ruigendijk
- Westvoorneweg

 
uit de as van overige wegen   afstand tot hoofdbouwmassa burgerwoning  

kassen/
bedrijfsgebouwen
 

20 m
 

30 m
 

10 m  

25 m  

  • d. in afwijking van sub c geldt ten aanzien van bestaande kassen en bestaande bedrijfsgebouwen dat de bestaande maten, die minder bedragen dan in sub c zijn voorgeschreven, als ten minste toelaatbaar mogen worden aangehouden, hetzelfde geldt voor herbouw;
  • e. met betrekking tot de hoogtematen gelden de regels zoals in onderstaande tabel bepaald:

type bouwwerk   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
1. kassen binnen de aanduiding 'kas'     3,5 m  
2. overige kassen   7 m   9 m  
3. bedrijfsgebouwen   6 m   9 m  

  • f. in afwijking van sub a mogen kassen ten behoeve van de onder lid 4.1 sub c genoemde bedrijven buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de kassen aaneengesloten en vanuit het bouwvlak worden gebouwd;
  • g. in afwijking van sub a mogen kassen vanuit bouwvlakken binnen de bestemming Agrarisch tevens binnen de bestemming Agrarisch - Glastuinbouwintensiveringsgebied worden gebouwd, met dien verstande dat de kassen aaneengesloten en vanuit het bouwvlak worden gebouwd en de overige regels van toepassing zijn op deze kassen zoals bedoeld in Artikel 3.

4.2.2 Overige bouwwerken
  • a. met betrekking tot:
    • 1. de afstand van overige bouwwerken tot de as van de weg en;
    • 2. de afstand van overige bouwwerken tot de hoofdbouwmassa van woningen binnen de bestemming Wonen, zoals aanwezig op moment van inwerkingtreding van dit plan en overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,

gelden ten minste de afstanden zoals in onderstaande tabel bepaald:

type bouwwerk   uit de as van:
- Blindeweg
- Dwarsweg
- Korteweg
- Westerlandseweg  
uit de as van:
- Aelbrechtsweg

- Colinslandsedijk
- Kleidijk
- Konneweg
- Rietdijk
- De Rik
- Ruggeweg
- Ruigendijk
- Westvoorneweg
 
uit de as van overige wegen
 
afstand tot hoofdbouw massa burgerwoning  
- hoofdbouwmassa bedrijfswoning
- vrijstaande overkappingen
- bijgebouwen bij bedrijfswoning  


10 m  


10 m  


10 m  



 
- mestsilo's
- sleufsilo's
- voedersilo's
- WKK's
- kooldioxidetanks
- warmwatertanks
- watersilo's
- waterbassins (1)
- mestplaten
- mestzakken
- overige glastuinbouw gerelateerde bouwwerken
- overige bouwwerken, niet zijnde erfafscheidingen en gemaaltjes  





20 m  





30 m  





10 m  





25 m  

(1) waterbassins (voor zover een bouwwerk zijnde in de zin de van de Woningwet).

  • b. in afwijking van sub a geldt ten aanzien van bestaande overige bouwwerken dat de bestaande maten, die minder bedragen dan in sub a zijn voorgeschreven, als ten minste toelaatbaar mogen worden aangehouden, hetzelfde geldt voor herbouw;
  • c. met betrekking tot hoogtematen, oppervlaktematen en situering, en met inachtneming van hetgeen bepaald in sub a, gelden de regels zoals in onderstaande tabel bepaald:

type bouwwerk   max. goot- hoogte   max. bouw- hoogte   max. totaal oppervlakte   locatie  
hoofdbouw- massa
bedrijfswoning  
4 m   9 m   190 m² (inclusief bijgebouwen en vrijstaande overkappingen)   binnen het bouwvlak  
bijgebouwen en vrijstaande overkappingen bij een bedrijfswoning   3 m   4,5 m   190 m² (inclusief hoofdbouwmassa bedrijfswoning)   binnen het bouwvlak  
mestsilo's     7,5 m     binnen het bouwvlak  
sleufsilo's     2,5 m     binnen het bouwvlak  
sleufsilo's     2,5 m   200 m²   buiten het bouwvlak (1)  
WKK's     5 m     binnen het bouwvlak (2)  
voedersilo's     12 m     binnen het bouwvlak en aangrenzend aan stal of bedrijfsruimte  
kooldioxide- tanks/ warmwater- tanks     12 m     binnen het bouwvlak  
watersilo's     5 m     binnen het bouwvlak (2)  
waterbassins (3)     5 m     binnen het bouwvlak (2)  
mestplaten/ mestzakken     2,5 m   50 m² ten behoeve van agrarische bedrijven, en 20 m² ten behoeve van particulier gebruik   binnen het bouwvlak (2)  
overige glastuinbouw- gerelateerde bouwwerken     5 m     binnen het bouwvlak (2)  
overige bouwwerken     5 m     binnen het bouwvlak  
overige bouwwerken     1,5 m     buiten het bouwvlak  

(1) buiten het bouwvlak, mits direct grenzend aan het bijbehorende bouwvlak.

(2) mogen tevens direct grenzend aan het bijbehorende bouwvlak worden gesitueerd, dan wel - indien dit niet mogelijk is vanwege gerealiseerde bebouwing buiten het bouwvlak - direct grenzend aan deze bebouwing.

(3) waterbassins (voor zover een bouwwerk zijnde in de zin de van de Woningwet).

  • d. per bouwvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' zijn in afwijking van sub d ten hoogste 2 bedrijfswoningen toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is in afwijking van sub d geen bedrijfswoning toegestaan.

4.2.3 Algemeen

Nieuwe bebouwing is uitsluitend toegestaan indien deze noodzakelijk is voor een volwaardig bedrijf.

4.3 Nadere eisen
4.3.1 Advies

Alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen of vernieuwen van een bedrijfsgebouw, waaronder kassen, of het toepassen van een afwijkingsbevoegdheid te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de agrarische deskundige met betrekking tot de vraag, of het bouwplan in overeenstemming is met de toegestane bedrijfsvoering en voor de bedrijfsvoering van een volwaardig agrarisch bedrijf noodzakelijk is, een en ander gelet op:

  • a. de volwaardigheid van het bedrijf;
  • b. de omvang van het bedrijf naar oppervlakte van Nederlandse Grootte Eenheden (NGE's);
  • c. de continuïteit van het bedrijf, mede gelet op de leeftijd van de aanvrager en/of de opvolgingssituatie;
  • d. het beroep van de aanvrager en het al dan niet hebben van een volledige dagtaak in het betreffende bedrijf.

4.3.2 Geen advies

Advies als bedoeld in lid 4.3.1 behoeft niet te worden ingewonnen, indien het bouwplan betrekking heeft op:

  • a. een bouwwerk, geen gebouw zijnde, tenzij lid 4.4.1 van toepassing is;
  • b. vernieuwing, verandering of uitbreiding van een bedrijfswoning, ten dienste van het bedrijf waarvan die woning deel uitmaakt;
  • c. de oprichting of vergroting van overige bedrijfsgebouwen, waaronder kassen met een oppervlak van 200 m² of minder;
  • d. herbouw van door een calamiteit verwoeste gebouwen of silo's ter voortzetting van het betrokken bedrijf.

4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Overschrijding bouwvlak

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het vereiste dat binnen het bouwvlak moet worden gebouwd, zoals bepaald in lid 4.2.1 sub a en lid 4.2.2sub c, indien:

  • a. de overschrijding van het bouwvlak voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is;
  • b. de overschrijding niet meer bedraagt dan 25% van de oppervlakte van het bouwvlak;
  • c. de overschrijding wordt gerealiseerd in een vanuit landschappelijk oogpunt geschikte richting.

4.4.2 Afstand tot weg/burgerwoning voor waterbassins

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 sub a en bepalen dat:

  • a. waterbassins tot 10 m afstand van de as van de weg mogen worden gesitueerd;
  • b. waterbassins tot 3 m afstand van de grens van woonbestemmingen mogen worden gesitueerd, waarbij de geldende afstandsmaat tot de as van de weg in acht wordt genomen;

mits deze landschappelijk worden ingepast.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. per bouwvlak wordt ten hoogste één agrarisch bedrijf gevestigd;
  • b. nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten zijn niet toegestaan binnen de 'veiligheidszone - olieleiding';
  • c. de hoogte van waterbassins bedraagt niet meer dan 5 m;
  • d. de afstand tussen waterbassins en de as van:
    • 1. de Blindeweg, de Dwarsweg, de Korteweg en de Westerlandseweg bedraagt ten minste 20 m;
    • 2. de Aelbrechtsweg, Colinslandsedijk, Kleidijk, Konneweg, Rietdijk, De Rik, Ruggeweg, Ruigendijk en de Westvoorneweg bedraagt ten minste 30 m;
    • 3. de overige wegen bedraagt ten minste 10 m;
  • e. de afstand tussen waterbassins en de hoofdbouwmassa van woningen binnen de bestemming Wonen, zoals aanwezig op moment van inwerkingtreding van dit plan en overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, bedraagt ten minste 25 m;
  • f. in afwijking van sub d en e geldt ten aanzien van bestaande waterbassins dat de bestaande maten, die minder bedragen dan in sub d en e zijn voorgeschreven, als ten minste toelaatbaar mogen worden aangehouden;
  • g. het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen binnen het bouwvlak is toegestaan onder de voorwaarden dat:
    • 1. niet meer dan 5 kampeermiddelen per bouwvlak worden geplaatst en
    • 2. het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen uitsluitend tussen 15 maart en 31 oktober plaatsvindt;
  • h. in afwijking van het bepaalde in sub g is het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen buiten het bouwvlak toegestaan, indien is aangetoond dat hiertoe binnen het bouwvlak geen mogelijkheden bestaan;
  • i. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning is niet toegestaan;
  • j. beroepsmatige activiteiten en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn in bedrijfswoningen toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 2. het oppervlak ten dienste van de activiteiten ten hoogste 50 m² van het grondoppervlak van de hoofdbouwmassa bedraagt;
    • 3. bijgebouwen niet voor deze activiteiten worden aangewend;
    • 4. er wordt geparkeerd op eigen terrein;
    • 5. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 6. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
      • de geldende bestemming;
      • de belangen van in de nabijheid gelegen agrarische bedrijven;
      • de beleidsdoelstellingen met betrekking tot landschappelijke en/of natuurwaarden;
    • 7. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd aan de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit gerelateerde en daaraan ondergeschikte detailhandel.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Afstand tot weg/burgerwoning voor waterbassins

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 sub d en e en bepalen dat:

  • a. waterbassins tot 10 m afstand van de as van de weg mogen worden gesitueerd;
  • b. waterbassins tot 3 m afstand van de grens van woonbestemmingen mogen worden gesitueerd, waarbij de geldende afstandsmaat tot de as van de weg in acht wordt genomen;

mits deze landschappelijk worden ingepast.

4.6.2 Veiligheidszone olieleiding

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 4.5 sub b en nieuwe beperkt kwetsbare objecten toestaan binnen de 'veiligheidszone - olieleiding', indien deze omgevingsvergunning niet strijdig is met de belangen van de binnen het naastgelegen bestemmingsvlak gelegen leiding, alsmede de veiligheid van personen en goederen is afgewogen en het groepsrisico is verantwoord.

4.7 Wijzigingsbevoegdheid
4.7.1 Collectieve agrarische voorzieningen (wijzigingsgebied 1)

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ter plaatse van het 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' de functies zoals ter plaatse gelden, wijzigen in de functie 'collectieve agrarische voorzieningen' ten behoeve van onder meer collectieve waterberging, waterzuivering, composteervoorzieningen, energieopwekking en warmteregeling en bouwvlakken definiëren, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
  • b. nieuwe kwetsbare objecten niet zijn toegestaan binnen de 'veiligheidszone - olieleiding';
  • c. nieuwe beperkt kwetsbare objecten zijn uitsluitend toegestaan indien dit niet strijdig is met de belangen van de binnen de naastgelegen bestemmingsvlak gelegen leiding, alsmede de veiligheid van personen en goederen is afgewogen en het groepsrisico is verantwoord;
  • d. burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ten behoeve van het bepaalde in de aanhef van dit lid.

4.7.2 Vermeerdering en vermindering, verplaatsing oppervlakte kassen

I Wijzigingsmogelijkheden

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouwintensiveringsgebied' wijzigen door:

  • a. het ten hoogste toegestane oppervlakte aan kassen, zoals bedoeld in lid 4.2.1 sub b onder 2 en 3, te vermeerderen en/of te verminderen;
  • b. de functieaanduiding 'glastuinbouw' te verwijderen of te wijzigen in de functieaanduiding 'akkerbouw' ;
  • c. de functieaanduiding 'akkerbouw' te verwijderen of te wijzigen in de functieaanduiding 'glastuinbouw';
  • d. de functieaanduiding 'sierteelt' te verwijderen of te wijzigen in de functieaanduiding 'glastuinbouw';
  • e. de bestemming te wijzigen in de bestemming Wonen;
  • f. de situering, omvang en vorm van bouwvlakken ten behoeve van het bepaalde in sub a, b, c, d en e te wijzigen, te vergroten of te verkleinen en bouwvlakken te verwijderen;
  • g. bouwvlakken aan elkaar te koppelen of los te koppelen en hiertoe de benodigde regels te stellen;
  • h. bouwvlakken met de aanduiding 'glastuinbouw' inclusief alle aanduidingen geheel of gedeeltelijk te verplaatsen binnen de bestemming A-GTI;
  • i. het toegestane aantal bedrijfswoningen ten behoeve van het bepaalde in sub a, b, c en d te vermeerderen of te verminderen;
  • j. nieuwe bouwvlakken te definiëren met de aanduiding 'glastuinbouw';
  • k. onverminderd het bepaalde in sub a ten behoeve van het bepaalde in sub b, c, d, h en j de maximale oppervlakte aan toegestane kassen te bepalen;
  • l. ten behoeve van het bepaalde in sub j nieuwe bedrijfswoningen toe te staan.

II Voorwaarden voor wijziging

Bij gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid zoals bedoeld in lid 4.7.2 onder I wordt het volgende in acht genomen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' worden geen nieuwe bouwvlakken gedefinieerd en is aanpassing van bouwvlakken niet mogelijk;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' is vermeerdering van de ten hoogste toegestane oppervlakte aan kassen niet toegestaan;
  • c. bij vermeerdering van het toegestane oppervlak aan kassen (ofwel door een nieuw bouwvlak, ofwel door toevoeging aan een bestaand bouwvlak) , wordt elders binnen de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouwintensiveringsgebied' ten minste dezelfde hoeveelheid van het toegestane oppervlak aan kassen verminderd;
  • d. in afwijking van het bepaalde in sub c kan, zonder dat elders binnen het plangebied hetzelfde oppervlak aan kassen wordt verminderd, het toegestane oppervlak aan kassen worden vermeerderd met:
    • 1. ten hoogste netto 12 ha overeenkomstig het Binnenduinrandconvenant, en/of
    • 2. ten hoogste netto 4 ha, indien de uitbreiding van kassen gepaard gaat met sanering van dezelfde hoeveelheid kassen in het buitengebied;
  • e. nieuwe of verplaatste bouwvlakken worden zo veel mogelijk langs de weg gesitueerd;
  • f. indien het toegestane oppervlak aan kassen per bouwvlak, zoals aanwezig op moment van inwerkingtreding van dit plan, wordt vermeerderd, bedraagt, in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1 sub c, de afstand tussen deze kassen (dus alleen voor die kassen die een vermeerdering vormen op hetgeen zonder wijziging is toegestaan) en de grens van de bestemming Wonen 25 m;
  • g. indien een nieuw bouwvlak wordt gedefinieerd bedraagt de afstand tussen kassen die vanuit het nieuwe bouwvlak worden opgericht en de grens van de bestemming Wonen 25 m;
  • h. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste één per in totaal 5 ha aan kassen;
  • i. de functieaanduiding 'glastuinbouw' wordt uitsluitend in de functieaanduiding 'akkerbouw' gewijzigd indien een agrarische toets aantoont dat het agrarische bedrijf levensvatbaar is als een volwaardig bedrijf;
  • j. wijziging in de bestemming Wonen is uitsluitend toegestaan:
    • 1. op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1', én;
    • 2. ter plaatse van een bouwvlak met daarop aanwezig een bedrijfswoning, én;
    • 3. indien omliggende (agrarische) bedrijven hierdoor niet in hun functioneren worden belemmerd;
  • k. de hoofdbouwmassa van bedrijfswoningen wordt ten minste 87 m uit de as van de N218 gebouwd;
  • l. de hoofdbouwmassa van bedrijfswoningen wordt ten minste 46 m uit de as van de N496 gebouwd;
  • m. nieuwe kwetsbare objecten niet zijn toegestaan binnen de 'veiligheidszone - olieleiding';
  • n. nieuwe beperkt kwetsbare objecten binnen de 'veiligheidszone - olieleiding' zijn uitsluitend toegestaan indien dit niet strijdig is met de belangen van de leiding, alsmede de veiligheid van personen en goederen is afgewogen en het groepsrisico is verantwoord;
  • o. indien de nieuwe bedrijfswoning binnen de indicatieve zone is gelegen van een hoogspanningsverbinding, wijst nader onderzoek naar de ligging van de 0,4 microteslazone uit dat de nieuwe bedrijfswoning niet binnen laatstgenoemde zone is gelegen;
  • p. het is aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
  • q. bij de toevoeging van kassen op basis van de wijzigingsbevoegdheid wordt, ter compensatie van toename van verhard oppervlak,  voorzien in een - in overleg met de waterbeheerder te bepalen - waterberging, waarbij de bergingscapaciteit van de waterbassins wordt vergroot, extra oppervlaktewater wordt gerealiseerd of de waterberging anderszins wordt gewaarborgd;
  • r. artikel 4 blijft voor het overige van toepassing.