direct naar inhoud van Artikel 15 Wonen - Boerderij
Plan: Portland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0613.BPPortland-VST2

Artikel 15 Wonen - Boerderij

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Boerderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. tuinen en erven;
  • c. beroeps-/ praktijkruimten;
  • d. aan de functie onder a gebonden parkeervoorzieningen;
  • e. groen en water;
  • f. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - monument" tevens voor het behoud, de versterking en / of herstel van de cultuurhistorische waarde van de op deze gronden aanwezige bouwwerken.
15.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" mag de goothoogte en de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarden die in de aanduiding zijn opgenomen;
  • c. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd mits:
    • 1. de gezamenlijke grondoppervlakte niet meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. het perceelsgedeelte gelegen achter de woning tussen het verlengde van de zijgevels van de woning voor ten minste 40% onbebouwd en onoverdekt blijft met een minimum van 35 m2;
    • 3. de bouw van uitbreidingen van de woonruimte dient altijd aan de bestaande woning te geschieden;
    • 4. met betrekking tot de bouwhoogte van bijgebouwen en uitbouwen geldt:
      • voor vrijstaande bijgebouwen de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 4,50 m;
      • voor aangebouwde bijgebouwen en/of uitbreidingen van de woonruimte mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van de bijbehorende woning tot een maximum van 4 m en de bouwhoogte 6 m;
  • d. indien bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder c, dan geldt dat de bestaande bebouwing mag worden gehandhaafd en herbouwd waarbij de bestaande maatvoering als maximum geldt;
  • e. met betrekking tot de andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte van andere bouwwerken mag bedragen:
    • 1. 2,70 m voor pergola's;
    • 2. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
    • 3. 3 m voor overige bouwwerken.
15.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2:

  • a. voor wat betreft de maatvoering van hoofdgebouwen (woningen): het verhogen en/of het verlagen van de goothoogte, bouwhoogte en dakhelling met ten hoogste 15% op voorwaarde dat daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en/of architectonische waarde van de gebouwen.
  • b. voor de oppervlakte van erfbebouwing tot 100 m2, tenzij de bestaande oppervlakte aan erfbebouwing reeds de 100 m2 overschrijdt.
15.4 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden gelden de volgende specifieke gebruiksregels:

het medegebruik van woningen en/of uitbouwen voor beroepsmatige activiteiten is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de woonfunctie dient in overwegende mate gehandhaafd te blijven (met name in geval de bedrijfsruimte in het hoofdgebouw gerealiseerd wordt), waarbij geldt dat de brutovloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m2;
  • b. er mag geen afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • c. in de omgeving mag geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreden;
  • d. er mogen geen detailhandels- en horeca-activiteiten plaatsvinden;
  • e. de bedrijfsuitoefening dient te geschieden door de degene die op het perceel woonachtig is.
15.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen - Boerderij wijzigen ten behoeve van een functiewisseling ten dienste van de bestemmingen Natuur, Recreatie en Water waarbij, met behoud van de woonfunctie en met inachtneming van de hieronder gegeven voorwaarden, medewerking wordt verleend aan de verbouw van of het medegebruik van de voormalige (al dan niet aangebouwde) bedrijfsruimten ten behoeve van:

  • praktijkruimten;
  • landelijk bedrijf;
  • ateliers of galeries;
  • ambachtelijke bedrijven;
  • recreatieve functies, zoals een horecavestiging, een recreatief bedrijf (kanoverhuur), maatschappelijk-recreatieve functie (natuureducatie, museum) of een andere bij het gebied passende dagrecreatieve ondersteunende functie.

Bij deze functiewisselingen dient te worden uitgegaan van het volgende:

  • a. de bestaande bebouwing (geen monument zijnde) dient (gedeeltelijk) te worden gesaneerd;
  • b. de bestaande woning dient te worden gehandhaafd;
  • c. verbouwing van de bestaande voormalige bedrijfsbebouwing is slechts toegestaan, indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het karakter van de oorspronkelijke bebouwing;
  • d. bij de herbouw en/of eventuele vervangende nieuwbouw dient aansluiting te worden gezocht bij het karakter van de oorspronkelijk aanwezige bebouwing;
  • e. bebouwing ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding monument" dient te worden gehandhaafd.

Aan deze functiewisseling zal slechts medewerking worden verleend, indien de vestiging geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving, waarbij met name dient te worden gelet op de mogelijk verkeersaantrekkende werking. Voor de benodigde parkeerbehoefte dient op eigen terrein te worden voorzien.