direct naar inhoud van Artikel 16 Wonen - Halfvrijstaand
Plan: Portland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0613.BPPortland-VST2

Artikel 16 Wonen - Halfvrijstaand

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - Halfvrijstaand aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. twee-onder-een-kapwoningen;
  • b. tuinen en erven;
  • c. beroeps-/ praktijkruimten;
  • d. aan de functie onder a gebonden parkeervoorzieningen;
  • e. groen en water.
16.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 16.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" het aantal woningen per bouwvlak niet meer mag bedragen dan aangegeven door de aanduiding;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" mag de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarden die in de aanduiding zijn opgenomen;
  • d. de afstand tussen twee blokken van woningen minimaal 6 m bedraagt;
  • e. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd mits:
    • 1. de gezamenlijke grondoppervlakte niet meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. het perceelsgedeelte gelegen achter de woning tussen het verlengde van de zijgevels en/of gemeenschappelijke scheidingsmuur (-muren) van de woning voor ten minste 40% onbebouwd en onoverdekt blijft met een minimum van 35 m2;
    • 3. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 1 m bedraagt;
    • 4. deze worden gebouwd op minimaal 1 m achter de (verlengde) voorgevel;
    • 5. de bouw van uitbreidingen van de woonruimte en/of praktijkruimten dient altijd aan de bestaande woning te geschieden;
    • 6. met betrekking tot de bouwhoogte van bijgebouwen en uitbouwen geldt:
      • voor vrijstaande bijgebouwen de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 4,50 m;
      • voor aangebouwde bijgebouwen en/of uitbreidingen van de woonruimte mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van de bijbehorende woning tot een maximum van 4 m en de bouwhoogte 6 m;
  • f. met betrekking tot de andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte van andere bouwwerken mag bedragen:
    • 1. 2,70 m voor pergola's;
    • 2. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
    • 3. 3 m voor overige bouwwerken.
16.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 16.2 voor:

  • a. de bouw van een extra bouwlaag (met kap) op een aanbouw of uitbouw aan de woning, mits:
    • 1. de aanbouw of uitbouw met kap als bouwmassa ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
    • 2. geen aantasting plaatsvindt van de gewenste stedenbouwkundige structuur;
    • 3. het bouwplan geen afbreuk doet aan de belangen van omwonenden (bezonning, privacy);
    • 4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 m;
    • 5. de goothoogte niet meer bedraagt dan 6,50 m.
  • b. de bouw van een dakterras op een aanbouw of uitbouw aan de woning, mits:
    • 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1 m boven de bouwhoogte van de aanbouw of uitbouw;
    • 2. geen aantasting plaatsvindt van de gewenste stedenbouwkundige structuur;
    • 3. het bouwplan geen afbreuk doet aan de belangen van omwonenden (bezonning, privacy).