direct naar inhoud van 4.3 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Centrum Kopspijker
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00020-4001

4.3 Provinciaal en regionaal beleid

4.3.1 Provinciale Structuurvisie Visie op Zuid-Holland (2009, ontwerp)

De provincie Zuid-Holland ontwikkelt een integrale structuurvisie voor de ruimtelijke ordening in Zuid-Holland. Begin november 2009 hebben Gedeputeerde Staten de Ontwerp Structuurvisie, de Ontwerp Verordening Ruimte en de PlanMER vrijgegeven voor inspraak. Naar verwachting worden deze documenten medio 2010 vastgesteld.

De kern van de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

Het plangebied is in het ontwerp aangeduid als stedelijk gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.BP00020-4001_0007.png"

Om doorwerking van een aantal provinciale belangen te borgen, zijn een aantal beleidsuitgangspunten opgenomen in de (ontwerp)verordening Ruimte. Deze verordening werkt door naar lagere overheden (gemeenten).

Ten aanzien van onderhavig bestemmingsplan zijn de volgende aspecten uit de verordening relevant:

  • molenbiotoop: bestemmingsplannen voor gronden gelegen binnen de molenbiotoop van traditionele windmolens, zoals opgenomen op de kaart in de verordening, moeten de vrije windvang en het zicht op de molen voldoende garanderen. Het plangebied van dit bestemmingsplan ligt binnen een molenbiotoop. Deze is vastgelegd op de plankaart en verantwoord in paragraaf 5.12.
4.3.2 Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020 (2005)

RR2020 betreft in essentie een strategisch ruimtelijk ontwikkelingsprogramma voor de regio Rotterdam voor de periode van 2005 tot 2020. De gemeenten zijn betrokken geweest bij de deelgebiedstudies. Spijkenisse participeerde in de deelstudie voor Voorne-Putten-Rozenburg. Het project mondde inmiddels uit in een herzien Streekplan Rijnmond voor de provincie Zuid-Holland en een uitvoeringsgericht Regionaal Structuurplan voor de stadsregio Rotterdam.

In het streekplan wordt ingezet op het verdichten binnen het bestaand stads- en dorpsgebied. De ontwikkeling van woningen op winkels past binnen deze visie

4.3.3 Nota Regels-voor-Ruimte (2005)

In ruimtelijke plannen ten behoeve van omvangrijke ontwikkelingen met bedrijven, woningbouw en voorzieningen moet inzicht worden gegeven in:

  • de mobiliteit die wordt gegenereerd door het plan door middel van een mobiliteitseffecttoets;
  • de ontsluiting (parkeren, langzaam verkeer, openbaar vervoer, wegen, transport over water);
  • het regionaal verkeers- en vervoersbeleid, waaronder verkeersveiligheid;
  • de gevolgen voor provinciale- en rijkswegen;
  • de te treffen maatregelen om de bereikbaarheid te garanderen en om bereikbaarheidsproblemen in de (directe) omgeving te beheersen, met inbegrip van de haalbaarheid van de maatregelen.

Onder omvangrijke ontwikkelingen wordt onder andere verstaan 5.000 of meer m² kantoren of 500 of meer woningen. Deze ontwikkelingen vallen hier niet onder.