direct naar inhoud van 5.10 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Centrum Stadsplein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00019-4001

5.10 Cultuurhistorie en archeologie

5.10.1 Archeologie

Regelgeving en beleid

Wet op de archeologische monumentenzorg/Verdrag van Malta
Het archeologisch bodemarchief is de grootste bron voor de geschiedenis in Nederland. Het Verdrag van Malta regelt de bescherming en het behoud van deze archeologische waarden. Het Verdrag is geïmplementeerd via de Wet op de Archeologische monumentenzorg. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.

Op grond van de aangescherpte regelgeving stellen Rijk en Provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.

Het Rijk heeft de beleidsuitgangspunten ten aanzien van archeologie neergelegd in onder meer de Cultuurnota 2005 - 2008, de Nota Belvedere, de Nota Ruimte, de Wijziging van de Monumentenwet 1988 en diverse publicaties van het Ministerie ven OC&W.

Analyse
De gemeente Spijkenisse kent een lange bewoningsgeschiedenis. De vroegst aangetroffen bewoningssporen op het gemeentelijk grondgebied dateren uit de nieuwe steentijd (neolithicum) en zijn ongeveer 5000 jaar oud. Ook uit de daaropvolgende prehistorische perioden (brons- en ijzertijd), de Romeinse tijd en de middeleeuwen zijn veel archeologische vondsten bekend, die bijdragen aan de kennis van het verleden van Spijkenisse.

Het plangebied ligt tegen het historische centrum van Spijkenisse aan. De bodem in het plangebied zelf is echter verstoord, zodat hier een lage verwachtingswaarde geldt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.BP00019-4001_0005.jpg"

Conclusie
In het plangebied geldt voor een klein deel een hoge trefkans op archeologische sporen. Ter beschermingen van deze archeologische waarden is een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' opgenomen in het bestemmingsplan. Ter plaatse van de ontwikkelingen zijn geen archeologische waarden te verwachten. In het kader van de Archeologische monumentenzorg geldt dat in ieder geval voor de nog onbebouwde gronden, de grondwerkzaamheden met archeologische waarnemingen te laten begeleiden, waardoor de huidige waardetoekenning getoetst en up-to-date gehouden wordt.

5.10.2 Molenbiotoop

Ten noorden van het plangebied, op de hoek van het Noordeinde en de Schenkelweg, staat de molen “Nooitgedacht”. De molen is rijksmonument. De molen heeft een bijbehorende, beschermde molenbiotoop van 400 m.

afbeelding "i_NL.IMRO.0612.BP00019-4001_0006.jpg" bron: Cultuurhistorische en landschappelijke waarden in en om het plangebied (groene cirkel) (bron: provincie Zuid-Holland)

Tussen de E-Factory en de molen wordt het theater met een toneeltoren van 26,4 m hoog (ten opzichte van NAP) gerealiseerd. De toneeltoren, aan de zijde van de Schenkelweg, ligt op een afstand van 120 tot 155 m van de molen. Om de windvang van de molen te garanderen, is de molen in het kader van het bouwplan van het theater met 7 m opgehoogd. De nieuwe molenbiotoop (als gevolg van de verhoging met 7 m) laat op een afstand van 130 m een bouwhoogte toe van 19,8 m +NAP. De toneeltoren overschrijdt, gerekend vanaf het huidige maaiveld van de beoogde locatie, de molenbiotoop met circa 6,5 m (in hoogte). Door Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland is voor de toneeltoren vrijstelling verleend ten aanzien van de molenbiotoop.

Het hoogste punt van het bouwplan van de E-Factory is 24 m +NAP. Daarmee is dit bouwdeel hoger dan de molenbiotoop mogelijk maakt. Tussen dit hogere bouwdeel ligt echter de toneeltoren van het theater. Door dit element wordt de windvang van de molen echter al beperkt. De ontwikkelingen die dit bestemmingsplan mogelijk maakt, vormen geen belemmering voor de molenbiotoop.