direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden
Plan: Landelijk gebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.landelijkgebied-VA01

Artikel 4 Agrarisch met waarden

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van agrarische bedrijfsvoering;
  • b. behoud en herstel van de aan de gronden eigen zijnde landschappelijke waarde;
  • c. water.

4.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

4.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen niet zijn toegestaan.
4.2.2 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 1,5 m.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1

Ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 4.1 is het niet toegestaan de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de grond;
  • c. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
  • d. het aanleggen van dijken of andere taluds of het vergraven of ontgraven van reeds bestaande dijken of taluds;
  • e. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande waterlopen;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • g. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewassen;
  • h. het scheuren van grasland anders dan ten behoeve van herinzaai;
  • i. het aanleggen van waterbassins.
4.3.2

Het bepaalde in lid 4.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. noodzakelijk zijn in verband met op de bestemming gericht beheer en gebruik;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het onderhavige plan;
  • d. waarvoor reeds een vergunning is vereist ingevolge de Ontgrondingenwet of Boswet en de op deze wetten gebaseerde verordeningen.
4.3.3

Een vergunning als bedoeld in lid 4.3.1 wordt uitsluitend verleend indien door de uit te voeren werkzaamheden geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de landschappelijke, waarde, dan wel de mogelijkheden voor herstel of opbouw van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

4.3.4

Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 4.3.1 advies in bij een landschapsdeskundige.