Plan: | Landelijk gebied 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0611.landelijkgebied-VA01 |
De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van een ondergrondse rioolpersleiding.
De belangen van de in lid 25.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Ten aanzien van de in lid 25.1 bedoelde dubbelbestemming gelden de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 25.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2.2 voor het toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouw conform de bestemmingsregels, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding. In het kader van het verzoek om afwijking zal door burgemeester en wethouders advies worden gevraagd aan de leidingbeheerder.
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 25.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders:
Het bepaalde in lid 25.4.1 is niet van toepassing op:
Een vergunning als bedoeld in lid 25.4.1 wordt uitsluitend verleend indien door de uit te voeren werkzaamheden, dan wel de daaraan direct of indirect te verwachten gevolgen, geen schade aan de leidingen wordt veroorzaakt.
Burgemeester en wethouders zullen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 25.4.1 advies inwinnen bij de leidingbeheerder.