direct naar inhoud van Artikel 12 Natuur - Landgoederenzone
Plan: Landelijk gebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.landelijkgebied-VA01

Artikel 12 Natuur - Landgoederenzone

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1

De voor Natuur - Landgoederen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. natuur in bij het gebied passende natuurdoeltypen zoals omschreven in het 'Landschapsplan Landgoederenzone Numansdorp' opgenomen in Bijlage 2 van deze regels;
  • b. landgoederen met een oppervlakte van minimaal 5 hectare per landgoed;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' tevens voor het behoud en/of de aanleg van een houtwal in de vorm van een bomenrij, alsmede voor water;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "wonen" tevens voor wonen (de huiskavel) tot een maximum van 10% van het landgoed;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d. mag binnen een zone van maximaal 20 m aan de achterzijde van het aanduidingsvlak 'wonen', maximaal 10% van de totale oppervlakte van de huiskavel en in samenhang hiermee maximaal 10% van de toegestane bebouwing op deze huiskavel, buiten het aanduidingsvlak 'wonen' worden gerealiseerd, met dien verstande dat het onder d. genoemde percentage van het landgoed wat is bestemd voor de huiskavel, niet wordt vergroot;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'water' uitsluitend voor water met uitzondering van de huiskavel;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'water' tevens voor natuur mits elders op het landgoed een zelfde oppervlak aan compensatiewater wordt aangelegd;
  • h. ter plaatse van de zijdelingse perceelsgrenzen van landgoederen voor een watergang met een breedte van minimaal 3,5 m;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - kreek' voor één of twee doorlopende watergangen in oostwestrichting met een breedte van minimaal 10 m waarbij tenminste een verbinding met de hoofdwatergang langs de Torensteepoldersekade aanwezig moet zijn; alsmede voor minimaal één doorlopend wandelpad in oostwestelijke richting;
  • j. wandelpaden, waarbij voor iedere hectare landgoed tenminste 25 m aan wandelpaden moet worden aangelegd, welke aansluiten op een aaneengesloten circuit van wandelpaden;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'dwarsprofiel 1' uitsluitend voor wegen, groen en water volgens het aangegeven profiel en de aangegeven maatvoering; met uitzondering van de bestaande kavel aan de Torensteepoldersekade nummer 2 en 4 voor zover het bestaande bebouwing en/of infrastructuur betreft;
  • l. fiets- en wandelpaden en perceelsontsluitingen; en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - langzaamverkeersverbinding' uitsluitend voor een langzaamverkeersverbinding met bijbehorend groen en water;
  • m. bruggen;
  • n. recreatieve vlonders;
  • o. water.

12.1.2

Elk landgoed dient voor ten minste 10% uit oppervlaktewater te bestaan, tenzij elders binnen het plangebied reeds water is aangelegd. Uiteindelijk dient minimaal 10% van het totale plangebied uit oppervlaktewater te bestaan.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Op de als zodanig aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in lid 12.1 genoemde bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • a. gebouwen uitsluitend op de huiskavel mogen worden gebouwd, waarbij per huiskavel ten hoogste één woning en twee wooneenheden mogen worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke grondoppervlakte van gebouwen (hoofdgebouw en erfbebouwing) niet meer mag bedragen dan 20% van de huiskavel;
  • c. de goothoogte van het hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan 8 m;
  • d. de hoogte van hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan 12 m;
  • e. de goothoogte van erfbebouwing niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • f. de hoogte van erfbebouwing niet meer mag bedragen dan 10 m;
  • g. erfafscheidingen uitsluitend op de huiskavel mogen worden gebouwd tot een hoogte van maximaal 2 m;
  • h. voor het overige uitsluitend andere bouwwerken mogen worden gebouwd tot een hoogde van 3 m.
12.2.2 Ondergronds bouwen

Ondergrondse bouw is niet toegestaan.

12.2.3 Paardenbakken

ten aanzien van paardenbakken of stapmolens geldt het volgende:

  • a. een paardenbak of stapmolen mag uitsluitend worden gerealiseerd binnen de huiskavel:
  • b. er mag maximaal 1 paardenbak of stapmolen ten behoeve van hobbymatige paardenhouderij worden gerealiseerd, waarbij de paardenbak of stapmolen als volgt wordt gesitueerd:
    • 1. achter hoofdgebouwen;
    • 2. tenminste 20 m uit de rand van de weg;
    • 3. tenminste 1,5 m uit de slootranden;
    • 4. op een afstand van minimaal 25 m van woningen van derden;
  • c. de omvang van de paardenbak niet meer bedraagt dan 20 m bij 40 m en de doorsnede van een stapmolen niet meer bedraagt dan 20 m;
  • d. de hoogte van een hek rondom een paardenbak of een stapmolen niet meer bedraagt dan 1,50 m.

12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Loopbruggen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken ten aanzien van de grens van het aanduidingsvlak voor 'wonen' ten behoeve van het bouwen van verbindingen (loopbruggen) tussen gebouwen, mits die uit oogpunt van verkeersveiligheid aanvaardbaar wordt geacht.

12.3.2 Ondergronds bouwen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.2 voor het toestaan van ondergronds bouwen, waarbij de elders in het plan bepaalde regels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen van overeenkomstige toepassing is, met dien verstande, dat deze uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. ondergrondse bouw is toegestaan onder de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen, alsmede ter verbinding van gebouwen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. is ondergrondse bouw ook buiten de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen toegestaan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    • 1. de hoogte van kelders mag ten hoogste 10 cm beneden peil bedragen;
    • 2. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens en de openbare weg dient ten minste 1 m te bedragen, met dien verstande dat in geval van kelderbouw in belendende percelen in de zijperceelgrens mag worden gebouwd;
    • 3. kelders mogen niet worden voorzien van een dakraam of lichtkoepel;
  • c. gebouwd mag worden tussen peil en 3,5 m onder peil;
  • d. uit onderzoek of overleg met de waterbeheerder is gebleken dat geen verstoring van het grondwater of de grondwaterkwaliteit optreedt, dat de waterveiligheid niet in het geding komt en dat geen schade ontstaat aan bebouwing of infrastructuur.

12.4 Specifieke gebruiksregels

Binnen de bestemming is medegebruik van woningen en erfbebouwing ten behoeve van praktijkruimten voor beroepsmatige activiteiten toegestaan, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de grondoppervlakte van praktijkruimten voor beroepsmatige activiteiten niet meer mag bedragen dan 35% van de woning met een maximum van 60 m² per wooneenheid;
  • b. de beroepsmatige activiteiten behoren tot maximaal categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten opgenomen in Bijlage 1 van deze regels;
  • c. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • d. in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt;
  • e. er wordt voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein;
  • f. de beroepsmatige activiteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is;
  • g. geen detailhandelsactiviteiten plaatsvinden.