direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Landelijk gebied - 8e herziening - Landgoederen Cromstrijen 2016
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.BPLg2013herz08-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel van het plan

In het bestemmingsplan Landelijk gebied 2013 is een regeling opgenomen die eigenaren van betreffende gronden in de gelegenheid stellen landgoederen te realiseren. Bij de toepassing van deze regeling blijkt sprake van een ongewenste uitwerking als het gaat om de regels voor wooneenheden op de landgoederen. De in het bestemmingsplan opgenomen begripsomschrijvingen voor woning (artikel 1.72) en voor wooneenheid (artikel 1.73) blijken te ruim geformuleerd. In tegenstelling tot de definitie voor "woning" is in die voor "wooneenheid" niet opgenomen dat een dergelijke wooneenheid bestemd is voor de huisvesting van één huishouden. Hoewel een wooneenheid volgens de definitie ondergeschikt moet zijn aan de grootste woning kan het ontbreken van een grens voor het aantal huishoudens een ongewenste uitwerking hebben. Dit kan namelijk leiden tot zelfstandige bewoning van de wooneenheden en mogelijk tot splitsing van de wooneenheden in appartementen. Ook volgt uit de planregels dat een "wooneenheid" onbeperkt mag zijn in grootte, wat op zijn beurt kan leiden tot ongewenste bebouwing op de landgoederen. De planregels dienen om genoemde redenen op een beperkt aantal punten te worden aangepast.

Doel van de voorliggende herziening is om de opgenomen regeling voor de landgoederen op een beperkt aantal onderdelen aan te passen zodat ongewenste ruimtelijke effecten voorkomen worden.

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

Het plangebied van de 8e herziening valt samen met de bestemmingen Natuur - Landgoederen en Natuur - Landgoederenzone uit het bestemmingsplan Landelijk gebied 2013. Op de planverbeelding is de exacte begrenzing aangegeven.

1.3 Vigerende bestemmingsplannen

Binnen het plangebied vigeert het bestemmingsplan landelijk gebied 2013, vastgesteld door de gemeenteraad op 4 juli 2013. In dit bestemmingsplan hebben de gronden de bestemming Natuur - Landgoederen (artikel 11) en Natuur - Landgoederenzone (artikel 12). Daarnaast is de dubbelbestemming "Waterstaat - Waterkering" van toepassing en overgenomen in dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

De voorliggende herziening heeft uitsluitend tot doel de regels van het bestemmingsplan Landelijk 2013 gebied in overeenstemming te brengen met de bedoelingen van het bestemmingsplan Landelijke gebied 2013. Daartoe worden de regels op een beperkt aantal onderdelen aangepast zodat in een wooneenheid maximaal één zelfstandig huishouden is toegestaan (dus gelijk aan één woning) en de bouwmogelijkheden voor wooneenheden worden beperkt om de ondergeschiktheid ten opzichte van het landhuis te borgen. In Bijlage 1 Staat van wijzigingen bij deze toelichting is een volledig overzicht opgenomen van de te herziene onderdelen van de regels van het bestemmingsplan Landelijk gebied 2013. In bijlage 2 zijn de wijzigen opgenomen die de gemeenteraad nog heeft vastgesteld.

Ten behoeve van de leesbaarheid zijn alle toepasselijke regels uit het vigerende bestemmingsplan, zoals deze luiden na deze 8e herziening, integraal overgenomen in de voorliggende herziening. Op deze manier is de bestemmingsplanregeling van de 8e herziening zelfstandig raadpleegbaar en zijn geen verwijzingen naar het bestemmingsplan Landelijk gebied 2013 nodig.

De planverbeelding Landelijk gebied 2013 blijft door deze 8e herziening ongewijzigd. Ten behoeve van de zelfstandige raadpleegbaarheid zijn de bestemmingen "Natuur - Landgoederen", "Natuur - Landgoederenzone" ongewijzigd overgenomen uit het bestemingsplan Landelijk gebied 2013. Daarnaast is de dubbelbestemming "Waterstaat - Waterkering" van toepassing en overgenomen in de voorliggende herziening.

Hoofdstuk 3 Verantwoording

De voorliggende herziening heeft tot de doel ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen te voorkomen. De huidige regeling kan op een aantal onderdelen ongewenste ruimtelijke effecten hebben:

  • Een wooneenheid kan nu hoger worden dan het landhuis (= de woning op het landgoed). Dit vloeit voort uit het feit dat niet is bepaald wat de maximum nok- en goothoogte van een wooneenheid is. Dit komt het beeld van de landgoederen niet ten goede.
  • Een wooneenheid kan qua grondoppervlakte groter worden dan het landhuis.
    Uit de planregels volgt niet hoeveel vierkante meters de wooneenheden op het huiskavel mogen zijn. Dit kan tot gevolg hebben dat de wooneenheden meer vierkante meters kunnen beslaan dan het landhuis. In de regels is nu bepaald dat een wooneenheid landgoed maximaal 330 m2 grondoppervlakte mag beslaan, inclusief bijbehorende bouwwerken.
  • Er is geen definitie van “wooneenheid landgoed” opgenomen.
    Aangezien er nieuwe regels worden gesteld met betrekking tot de wooneenheden op de landgoederen, is een nieuw begrip opgenomen om te voorkomen dat de andere planregels waarin wordt gerept over “wooneenheden” worden beïnvloed.
  • Nu kunnen meerdere huishoudens in een wooneenheid wonen. Er is namelijk geen limiet gesteld aan het aantal huishoudens dat in een wooneenheid mag wonen. In de nieuwe begripsbepaling “wooneenheid landgoed” is bepaald dat een wooneenheid landgoed geschikt en bestemd is voor één huishouden. In verband met consistentie is er voor gekozen om dit ook op te nemen in de gebruiksbepalingen.Tevens is geregeld dat in bijbehorende bouwwerken (bijgebouwen op het achtererf) geen zelfstandige bewoning mag plaatsvinden.
  • Het hele landgoed lijkt nu voor het publiek toegankelijk te zijn
    Dit is echter niet het geval, het huiskavel is niet voor het publiek toegankelijk (zie p. 18, onder 6, “Landgoederenzone Numansdorp / Een Landschapsplan voor de Torensteepolder”: KuiperCompagnons - januari 2008). In de regels is dit hersteld.
  • Het bestemmingsplan rept over drie wooneenheden. Dit is niet juist, op het huiskavel mag één landhuis en mogen maximaal twee wooneenheden worden gebouwd. Het landhuis wordt niet aangemerkt als “wooneenheid”.
  • Voor de landgoederen in de Molenpolder (de bestemming Natuur - Landgoederenzone) is gebleken dat de in deze herziening gestelde beperking van de bouwhoogte voor wooneenheden tot een goothoogte van 5 meter en een nokhoogte van 10 meter in bepaalde gevallen toch weer beperkend kan werken. Om die reden is een afwijkingsmogelijkheid voor burgemeester en wethouders opgenomen die het toelaat een hogere bouwhoogte toe te staan indien door toepassing van bijzondere architectuur aantoonbaar sprake is van een bijdrage aan de gewenste beeldkwaliteit.

Toetsing aan ruimtelijk beleid

De voorgestelde aanpassing van de regels zijn er op gericht onbedoelde ruimtelijke effecten tegen te gaan en sluiten daarmee aan op het beleid van rijk en provincie om nieuwe ontwikkelingen in het landelijk gebied zorgvuldig in te passen en niet meer woningen toe te staan dan regionaal afgestemd.

 

Toetsing Milieuaspecten

De voorliggende herziening van bestemmingsplan Landelijk gebied 2013 heeft uitsluitend tot doel de oorspronkelijk bedoelde ontwikkeling van de de landgoederen van een passende juridische regeling te voorzien. Nieuwe ontwikkelingen zijn uitgesloten waardoor geen sprake is van nieuwe negatieve gevolgen voor de omgeving. Alle milieuaspecten zijn reeds in het bestemmingsplan Landelijk gebied 2013 volledig afgewogen.

Watertoets

Ten aanzien van het aspect water voorziet de voorliggende herziening geen wijzigingen. Het in Bijlage 2 Landschapsplan Landgoederen Numansdorp beschreven watersysteem is inmiddels aangelegd en geborgd in privaatrechtelijke overeenkomsten met de eigenaren van de landgoederen. In samenhang met de toekomstige ontwikkelingen in de Torensteepolder zullen in overleg met het waterschap nadere afspraken wroden gemaakt worden over het beheer en de verdere versterking van de waterhuishouding in dit gebied.

Hoofdstuk 4 Procedure

4.1 Voorbereidingsfase

Inspraak en overleg

Gelet op de beperkte aanpassingen in het plan (bedoeld als verduidelijking van de planregels) wordt het niet noodzakelijk geacht een inspraakprocedure te doorlopen. Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld zienswijzen in te dienen tegen het ontwerpbestemmingsplan (zie paragraaf 4.2). Met de eigenaar van de gronden is een anterieure overeenkomst afgesloten waarmee het kostenverhaal is verzekerd.

De bestuurlijke vooroverlegpartners hebben de gelegenheid gekregen binnen een termijn van twee weken te reageren op het concept-ontwerpbestemmingsplan. Er zijn geen vooroverlegreacties ingediend.

4.2 Ontwerpfase

Onderhavig bestemmingsplan werd vanaf 19 juni 2017 als ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn zijn er geen zienswijzen ingediend. Er zijn welk enkele ambtshalve wijzigingen doorgevoerd, die zijn verwoord in Bijlage 2 Rapportage gewijzigde vaststelling.

4.3 Vaststellingsfase

De gemeenteraad van Cromstrijen heeft het bestemmingsplan op 26 september 2017 (gewijzigd ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan) vastgesteld.

Tegen het besluit tot vaststelling staat, voor belanghebbenden, direct beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Direct na de beroepstermijn treedt, indien geen verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, het plan in werking.