direct naar inhoud van 4.6 Wegverkeerslawaai
Plan: Het Plaatje
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp13hetplaatje-3002

4.6 Wegverkeerslawaai

Normstelling en beleid

Langs alle wegen bevinden zich als gevolg van de Wet geluidhinder geluidszones, met uitzondering van woonerven en 30 km/h-gebieden. Volgens artikel 74 van de Wet geluidhinder is de breedte van een geluidszone afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg (stedelijk of buitenstedelijk). De ontsluitingsweg van Het Plaatje wordt ingericht als een 30 km/h-weg en is daarom niet gezoneerd. Ook de Baanhoek, de Molendijk en Deltalaan zijn in de omgeving van de aansluiting met Het Plaatje 30 km/h-wegen. Door de aansluiting van deze ontsluitingsweg op de bestaande Baanhoek en Deltalaan is sprake van reconstructie. De akoestische effecten hiervan zijn onderzocht. Tevens is in het kader van een goede ruimtelijke ordening gekeken wat de geluidsbelasting van deze wegen is op bestaande woningen. Daarvoor is aansluiting gezocht bij de normstelling en systematiek uit de Wet geluidhinder die geldt voor gezoneerde wegen.

Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van woningen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde. Voor nieuwe situaties (nieuwe wegen of nieuwe woningen) bedraagt deze 48 dB. Indien de geluidsbelasting na reconstructie meer dan 48 dB bedraagt en de reconstructie leidt tot een toename van 2 dB of meer, dan is sprake van een reconstructie in de zin van de Wgh. In die situatie moeten maatregelen worden getroffen om de toename weg te nemen en/of moeten hogere waarden worden vastgesteld door burgemeester en wethouders.

Onderzoek en conclusie

De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid heeft akoestisch onderzoek uitgevoerd naar het wegverkeerslawaai (zie Bijlage 9). Naar aanleiding van de zienswijzen is dit onderzoek geactualiseerd.

In het akoestisch onderzoek zijn de gevolgen van de wijzigingen van de Deltalaan en de Baanhoek-Molendijk voor de geluidbelasting op de woningen langs het te reconstrueren deel van deze wegen inzichtelijk gemaakt. Daarnaast is de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer op de gevels van de nieuwbouwwoning naast Baanhoek 38 berekend. In beide onderzoeksituaties is een formele toetsing aan de normen uit de Wgh niet aan de orde, omdat de betreffende wegen niet zijn gezoneerd (maximum snelheid 30 km/h). In het kader van een goede ruimtelijke ordening is onderzoek naar de geluidbelasting en eventueel noodzakelijke maatregelen wel noodzakelijk. Ten slotte is in het onderzoek aandacht besteed aan de gevolgen van de uitbreiding van IHC en de daarmee samenhangende verkeersproductie voor de geluidbelasting langs de Molendijk.

Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting door de reconstructie met 2 dB of meer toeneemt voor de woning Baanhoek 28. Er is onderzoek uitgevoerd om te beoordelen of de karakteristieke geluidwering van de woning voldoende is of dat er aanvullende maatregelen getroffen moeten worden. Daarvoor zijn financiële middelen gereserveerd.

Ook op de overige woningen langs de Baanhoek kan sprake zijn van een toename van geluid als gevolg van het extra verkeer dat de ontwikkelingen op Het Plaatje genereren. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat deze toename over het algemeen lager is dan 1 dB. In paragraaf 4.8 (cumulatie) wordt nader ingegaan op de akoestische situatie ter plaatse van deze woningen.

Uit de rekenresultaten blijkt verder dat de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer op de gevels van de nieuwbouwwoning naast Baanhoek 38 ten hoogste 55 dB (inclusief aftrek van 5 dB op grond van artikel 110g Wgh) bedraagt. Omdat de Baanhoek een 30 km-weg is, is het niet noodzakelijk voor deze woning een hogere waarde vast te stellen. Omdat er een geluidsbelasting met een waarde tot 55 dB is berekend (60 dB zonder aftrek) is het noodzakelijk om bij de omgevingsvergunningprocedure voor het bouwen te controleren of de karakteristieke geluidwering ten behoeve van het waarborgen van een binnenniveau van 33 dB voldoende is.

Uitgaande van het worst case scenario, is de verkeerstoename op de Molendijk als gevolg van de uitbreiding van IHC minder dan 40%. Deze verkeerstoename leidt tot een toename van de geluidsbelasting van maximaal 1,5 dB. Wanneer wordt uitgegaan van het reëel scenario is de toename van de geluidsbelasting minder dan 1,5 dB.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat de uitvoering van het bestemmingsplan geen onaanvaardbare akoestische gevolgen heeft die samenhangen met het extra verkeer en de beoogde infrastructurele aanpassingen. Voor de woningen aan de Baanhoek wordt nader onderzoek uitgevoerd naar de geluidwering van de bestaande gevels en worden zo nodig mogelijk maatregelen getroffen.