direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp03buitengebied-3002

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen

De voor ´Bedrijf´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 4.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

4.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1:

a Aantal bedrijven

Per bestemmingsvlak is maximaal één bedrijf toegestaan.

b Staat van agrarisch aanverwante bedrijven

Als bestaande agrarisch aanverwante bedrijven als bedoeld in 4.1.1 onder a worden de bedrijven aangemerkt die overeenkomstig de aanduiding, zoals opgenomen in de kolom 'Aanduiding' en 'Betekenis', zijn aangeduid, met de bestaande bebouwde oppervlakte als maximum, tenzij in de tabel hiervoor een bebouwde oppervlakte is opgenomen:

Aanduiding   Betekenis   Bedrijf   Adres  
(hv)   hovenier   hoveniersbedrijf   Kweldamweg 49  
c Staat van niet-agrarische bedrijven

Als bestaande niet-agrarische bedrijven als bedoeld in 4.1.1 onder b worden de bedrijven aangemerkt die overeenkomstig de aanduiding, zoals opgenomen in de kolom 'Aanduiding' en 'Betekenis', zijn aangeduid, met de bestaande bebouwde oppervlakte als maximum, tenzij in de tabel hiervoor een bebouwde oppervlakte is opgenomen:

Aanduiding   Betekenis   Bedrijf   Adres  
(sb-1)   specifieke vorm van bedrijf - 1   pensionstal met daaraan ondergeschikt het houden van vleeskoeien, niet zijnde een intensieve veehouderij, alsmede het in ondergeschikte omvang fokken van paarden   Parallelweg 3  

d Bedrijfswoning

Een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' en maximaal één bedrijfswoning per aanduiding. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geen bedrijfswoning toegestaan.

e Aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Voor zover ingevolge deze regels een bedrijfswoning is toegestaan, is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie met in achtneming dat niet meer dan 30% van het bebouwde oppervlak voor dit doel worden aangewend, tot een maximum van 40 m2.

De activiteit mag uitsluitend inpandig plaatsvinden.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Binnen deze bestemming mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemmingsomschrijving als opgenomen in 4.1.

4.2.2 Bebouwde oppervlakte

De in de Staat van agrarisch aanverwante bedrijven (4.1.2 onder b) en Staat van niet-agrarische bedrijven (4.1.2 onder c) aangegeven bebouwde oppervlakte van gebouwen (incl. de bedrijfswoning en bijbehorende aanbouwen en bijgebouwen) mag niet worden overschreden.

4.2.3 Inhoud

De inhoud van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud van bedrijfsgebouwen.

4.2.4 Overige maatvoering

De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:

BEDRIJFSGEBOUWEN   MIN.   MAX.  
GOOTHOOGTE   n.v.t.   6 m  
BOUWHOOGTE   n.v.t.   10 m  
AFSTAND ZIJDELINGSE BOUWPERCEELGRENS   3 m   n.v.t.  

BEDRIJFSWONING   MIN.   MAX.  
GOOTHOOGTE   n.v.t.   6 m  
BOUWHOOGTE   n.v.t.   9 m  
INHOUD   maximaal 750 m3, inclusief aanbouwen  
AFSTAND VRIJSTAANDE BEDRIJFSWONING TOT ZIJDELINGSE BOUWPERCEELGRENS   3 m   n.v.t.  

BIJGEBOUWEN BIJ BEDRIJFSWONING   MAX.  
BEBOUWDE OPPERVLAKTE   75 m2  
GOOTHOOGTE   3 m  
BOUWHOOGTE   5,5 m  

BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE   MAX.  

HOOGTE ERFAFSCHEIDINGEN  
1 m voor voorgevelrooilijn;
overige: 2 m  
HOOGTE OVERIGE BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE   6 m  
4.2.5 Herbouw bedrijfswoning

Herbouw van de bestaande bedrijfswoningen is, voorzover het de situering van de bedrijfswoning betreft, uitsluitend toegestaan indien en voorzover:

  • a. de voorgevel van de te herbouwen woning maximaal 15 m achter de voormalige voorgevelrooilijn wordt gesitueerd;
  • b. de bouwwijze (vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) niet afwijkt van de bouwwijze van de oorspronkelijke bedrijfswoning(en);
  • c. het bepaalde in 4.2.2 en 4.2.4 wordt in acht genomen, met dien verstande dat voor zover de inhoud van de bedrijfswoning, inclusief aanbouwen, meer bedraagt dan 750 m3 deze wordt teruggebracht naar 750 m3.
4.2.6 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.

4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Omgevingsvergunning inhoud en bebouwde oppervlakte van agrarisch aanverwante bedrijven

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de 4.2.2 opgenomen maximale oppervlakte aan bedrijfsbebouwing en de in 4.2.3 opgenomen maximale inhoud van bedrijfsbebouwing van agrarisch aanverwante bedrijven mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de uitbreiding mag niet meer bedragen dan eenmalig 10% van de bestaande inhoud van de bedrijfsgebouwen, of, indien verplaatsing naar een bedrijventerrein niet mogelijk is eenmalig maximaal 30% van de bestaande inhoud;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – vrijkomende agrarische bebouwing' is een uitbreiding van de bebouwde oppervlakte niet toegestaan;
  • c. de belangen van de omliggende (niet) agrarische bedrijven en andere functies worden niet onevenredig aangetast;
  • d. er vindt geen toename van de milieubelasting plaats;
  • e. er vindt geen opslag buiten de gebouwen plaats;
  • f. de noodzaak voor de uitbreiding wordt aangetoond via een gekwalificeerd bedrijfsplan;
  • g. geurgevoelige objecten kunnen uitsluitend worden toegestaan indien voldaan wordt aan de geldende geurnormen of afstanden en er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
  • h. er wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van externe veiligheid;
  • i. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • j. de nieuwe functie heeft niet meer dan een potentieel geringe verkeersaantrekkende werking en is afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • k. het woon- en leefklimaat mogen niet onevenredig worden aangetast.
4.3.2 Omgevingsvergunning inhoud en bebouwde oppervlakte van niet-agrarische bedrijven

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de in 4.2.2 opgenomen maximale oppervlakte aan bedrijfsbebouwing en de in 4.2.3 opgenomen maximale inhoud van bedrijfsbebouwing van niet-agrarische bedrijven, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de uitbreiding mag niet meer bedragen dan eenmalig 10% van de bestaande inhoud van de bedrijfsgebouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – vrijkomende agrarische bebouwing' is een uitbreiding van de bebouwde oppervlakte niet toegestaan;
  • c. de belangen van de omliggende (niet) agrarische bedrijven en andere functies worden niet onevenredig aangetast;
  • d. er vindt geen toename van de milieubelasting plaats;
  • e. er vindt geen opslag buiten de gebouwen plaats;
  • f. de noodzaak voor de uitbreiding wordt aangetoond via een gekwalificeerd bedrijfsplan;
  • g. geurgevoelige objecten kunnen uitsluitend worden toegestaan indien voldaan wordt aan de geldende geurnormen of afstanden en er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
  • h. er wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van externe veiligheid;
  • i. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • j. de nieuwe functie heeft niet meer dan een potentieel geringe verkeersaantrekkende werking en is afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • k. het woon- en leefklimaat mogen niet onevenredig worden aangetast.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of doen of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming:

  • a. voor het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en bewerken of verwerken van producten tenzij dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van grond en opstallen;
  • b. voor detailhandel, behoudens voor zover dit is toegestaan in 4.1.2;
  • c. voor wonen, met uitzondering van de toegestane bedrijfswoningen;
  • d. van vrijstaande bijgebouwen voor zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte;
  • e. voor een seksinrichting;
  • f. voor een risicovolle inrichting;
  • g. een manege.
4.4.2 Overeenkomstig gebruik

Als gebruik overeenkomstig de bestemming geldt het volgende:

  • a. het aanleggen van een paardenbak voor hobbymatig gebruik.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Omgevingsvergunning Staat van bedrijfsactiviteiten - verkeersaantrekkende werking

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.1 onder b teneinde potentieel verkeersaantrekkende bedrijven toe te staan, die in Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangemerkt als 'bedrijf toegestaan dmv omgevingsvergunning', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden, rekening houdend met de rustige woonomgeving en de waarden van het buitengebied:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting van de verkeer- en parkeersituatie plaats;
  • b. productie en/of laad- en loswerkzaamheden vinden alleen in de dagperiode plaats.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1 Wijziging ander type bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen teneinde een andere type bedrijvigheid toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. uitsluitend zijn bedrijven toegestaan, te weten overige (kleinschalige) niet-agrarische bedrijven, en agrarisch aanverwante bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten, dan wel bedrijven die daarmee naar aard en invloed op het milieu vergelijkbaar zijn;
  • b. vestiging op in de regio aanwezig bedrijventerrein is redelijkerwijs niet mogelijk;
  • c. het hergebruik dient te passen in de omgeving;
  • d. in opzet en ontwikkelingsperspectief dient het om een kleinschalige activiteit te gaan, met in beginsel slechts enkele werknemers;
  • e. als belangrijke voorwaarde voor hergebruik geldt dat het hergebruik plaatsvindt binnen de aanwezige gebouwen; uitbreiding van bebouwing is niet toegestaan;
  • f. in een bedrijfsplan dient te worden aangetoond welke bedrijfsgebouwen noodzakelijk zijn voor de hergebruikfunctie; overtollige bebouwing, die niet voor de nieuwe functie wordt gebruikt, dient te worden gesloopt, waarbij de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen nimmer meer dan 750 m2 mag bedragen;
  • g. geurgevoelige objecten kunnen uitsluitend worden toegestaan indien voldaan wordt aan de geldende geurnormen of afstanden en er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
  • h. er wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van externe veiligheid;
  • i. er mag geen opslag buiten de gebouwen plaatsvinden;
  • j. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • k. de nieuwe functie heeft niet meer dan een potentieel geringe verkeersaantrekkende werking en is afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • l. detailhandel is niet toegestaan;
  • m. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • n. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 4.1 omschreven waarden;
  • o. de regels van de bestemming Bedrijf worden van overeenkomstige toepassing verklaard.
4.6.2 Wijziging bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1' wijzigen teneinde binnen deze bestemming een eerste bedrijfswoning toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de woning is uitsluitend inpandig toegestaan;
  • b. de bebouwde oppervlakte van de bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 75 m2 per woning;
  • c. een woning kan uitsluitend worden toegestaan indien voldaan wordt aan de geldende geurnormen of afstanden en er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
  • d. er wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van externe veiligheid;
  • e. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dieren welzijnswetgeving;
  • f. uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
  • g. bij het toevoegen van een woning wordt voldaan wordt aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde danwel een verkregen hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder.
4.6.3 Wijziging Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Wonen waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw van een/de voormalige bedrijfswoning(en) voor wonen kan worden toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de woning is uitsluitend toegestaan in de voormalige bedrijfswoning;
  • b. de bebouwde oppervlakte van de voormalige bedrijfswoning(en) (inclusief het inpandig deel) mag niet worden vergroot;
  • c. de bestaande situering van de bebouwing mag niet worden gewijzigd;
  • d. de bebouwde oppervlakte van de bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 75 m2 per woning; bij sloop van de bovenmatige voormalige bedrijfsgebouwen, mag het genoemd oppervlak van 75 m2 worden verhoogd met 25% van het meerdere van het oppervlak van het te slopen gebouwen c.q. de te slopen gebouwen, met dien verstande dat het maximaal toegestaan gezamenlijk oppervlak van de bijgebouwen per woning, na bedoelde afbraak, niet meer dan 150 m2 bedraagt;
  • e. een woning kan uitsluitend worden toegestaan indien voldaan wordt aan de geldende geurnormen of afstanden en er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
  • f. er wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van externe veiligheid;
  • g. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dieren welzijnswetgeving;
  • h. uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
  • i. bij het toevoegen van een woning wordt voldaan wordt aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde danwel een verkregen hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • j. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • k. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 4.1 omschreven waarden.
  • l. de regels van de bestemming Wonen worden van overeenkomstige toepassing verklaart.