Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
de regels en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
de regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:
de inhoud per gebouw niet meer dan 50 m3 bedraagt;
de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m bedraagt;
de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:
ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 10 m;
ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot maximaal 50 m;
ten behoeve van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 10 m;
het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen wordt verhoogd ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, mits:
de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak bedraagt;
de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt.
de regels en toestaan dat erkers voor de voorgevel worden gebouwd met dien verstande dat:
gemeten vanuit de oorspronkelijke voorgevel de diepte niet meer mag bedragen dan 1 m;
de breedte niet meer mag bedragen dan 2/3 van de voorgevel;
de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 0,25 m boven de hoogte van de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw tot en maximum van 3,5 meter.
31.1 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsverguning afwijken van het bepaalde in artikel 18 lid 2.2 sub a ten einde een erker te realiseren met dien verstande dat:
gemeten vanuit de oorspronkelijke voorgevel de diepte niet meer mag bedragen dan 1 m;
de breedte niet meer mag bedragen dan 2/3 van de voorgevel;
de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 0,25 m boven de hoogte van de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw tot en maximum van 3,5 meter.