Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Hooijkaas
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0608.BP1040Hooijkaas-VG01

Artikel 6 Waarde - Archeologie

6.1 Bestemmingsomschrijving
  1. De voor Waarde met specificatie Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden.
  2. De gronden waarop de dubbelbestemming rust mogen worden gebruikt volgens de gebruiksregels van de onderliggende bestemming, mits:
    1. het gebruik van de onderliggende bestemming niet in strijd is de hierna te gegeven gebruiksregels van de dubbelbestemming; en
    2. het gebruik van de onderliggende bestemming niet zodanig is dat daarmee de verwezenlijking van de dubbelbestemming of het gebruik van die dubbelbestemming in de toekomst onmogelijk wordt gemaakt, wordt bemoeilijkt of wordt beperkt.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Bouwen volgens dubbelbestemming
  1. Volgens de gebruiksregels, gegeven onder artikel 6 lid 1 , mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd die geen gebouwen zijn en die nodig zijn voor het behoud van de archeologische waarden.
  2. De maximale bouwhoogte van een bouwwerk als bedoeld onder artikel 6 lid 2.1  bedraagt 3,00 meter.
6.2.2 Bouwen volgens onderliggende bestemming
Op de gronden mogen bouwwerken worden gebouwd volgens de gebruiksregels van de onderliggende bestemming die op die gronden rust, mits:
  1. de aanvrager van de bouwvergunning een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
  2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de bouwvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  3. het bepaalde artikel 6 lid 2.2 sub 1 en artikel 6 lid 2.2 sub 2 . is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering; 
    2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 30 m²;
    3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 35 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
6.2.3 Voorwaarden omgevingsvergunning
Alvorens omgevingsvergunning voor bouwen te verlenen winnen burgemeester en wethouders advies in bij de archeologisch deskundige van de gemeente Schoonhoven of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige.
6.3 Afwijken van de gebruiksregels
6.3.1 Afwijkingsbevoegdheid voor andere bestemming
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het in artikel 6 lid 2.3  bepaalde voor de verwezenlijking van een andere bestemming op de gronden dan de daarop rustende dubbelbestemming, mits mede op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de betreffende archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Verbod het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden op of in de gronden met een hieronder genoemde dubbelbestemming zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning verleend door burgemeester en wethouders voor het uitvoeren van een werk, dat geen bouwwerk is, of werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren, behoudens de daarbij vermelde uitzonderingen op dat verbod:
  • het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 30 cm, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op één of andere wijze indrijven van voorwerpen;
  • het verlagen of verhogen van het waterpeil;
  • het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
  • het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
 
met uitzondering van:
  • de werken en werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij de bouwregels artikel 6 lid 2 in acht zijn genomen;
  • de werken en werkzaamheden beslaan een oppervlakte van ten hoogste 30 m²;
  • de werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering waren op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • de werken en werkzaamheden die ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
6.4.2 Voorwaarden
  1. Voor de verlening van de omgevingsvergunning moet in acht worden genomen het hieronder bepaalde onder artikel 6 lid 4.3  tot en met artikel 6 lid 4.4.
  2. Aan de omgevingsvergunning mogen de volgende voorwaarden worden verbonden mits daarover vooraf schriftelijk advies is gevraagd aan de deskundige als bedoeld onder artikel 6 lid 4.4 sub a :
    1. de aanvrager van de omgevingsvergunning legt een rapport over waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, worden door de activiteiten niet geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
6.4.3 Toelaatbaarheid uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
De werken of werkzaamheden die onder het aanlegverbod vallen, zijn slechts toelaatbaar indien en voorzover de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn.
6.4.4 Advies omgevingsvergunning
  1. Voor de verlening van de omgevingsvergunning vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies aan de archeologisch deskundige van de gemeente Schoonhoven of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige.
  2. Het schriftelijk advies betreft in het bijzonder de vraag of door de voorgenomen werken en werkzaamheden het belang van de dubbelbestemming niet onevenredig wordt geschaad, en over de eventueel te stellen voorwaarden aan de omgevingsvergunning.