Artikel 7 Waarde - Cultuurhistorie
7.1 Bestemmingsomschrijving
- De voor Waarde met specificatie 'Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het beschermd stadsgezicht Schoonhoven als bedoeld in het Aanwijzingsbesluit beschermd stadsgezicht.
- De gronden waarop de dubbelbestemming rust mogen worden gebruikt volgens de gebruiksregels van de onderliggende bestemming, mits:
- het gebruik van de onderliggende bestemming niet in strijd is de hierna te gegeven gebruiksregels van de dubbelbestemming; en
- het gebruik van de onderliggende bestemming niet zodanig is dat daarmee de verwezenlijking van de dubbelbestemming of het gebruik van die dubbelbestemming in de toekomst onmogelijk wordt gemaakt, wordt bemoeilijkt of wordt beperkt.
7.2.1 Bouwen volgens de dubbelbestemming
Volgens de gebruiksregels, gegeven onder
artikel 7 lid 1 , mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd die geen gebouwen zijn en die nodig zijn voor het behoud of het herstel van het beschermd stadsgezicht en voor het behoud of herstel van het cultuurhistorisch evenwicht daarin zoals gegeven met het beeldkwaliteitsplan voor het beschermd stadsgezicht.
7.2.2 Bouwen volgens de onderliggende bestemming
Op de gronden mogen bouwwerken worden gebouwd volgens de gebruiksregels van de onderliggende bestemming die op die gronden rust, mits het beschermd stadsgezicht en het cultuurhistorisch evenwicht daarin zoals gegeven met het beeldkwaliteitsplan voor het beschermd stadsgezicht, daarmee niet worden aangetast.
7.2.3 Dakkapellen
Dakkapellen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
- de breedte van een dakkapel niet meer bedraagt dan 30% van de gevelbreedte;
- bij gestapelde woningbouw de breedte van de gezamenlijke dakkapellen niet meer mag bedragen dan 60% van de gevelbreedte en de afzonderlijke breedte van de dakkapel niet meer mag bedragen dan 25% van de gevelbreedte
7.2.4 Advies omgevingsvergunning
Alvorens omgevingsvergunning voor bouwen te verlenen voor het bouwen als bedoeld onder
artikel 7 lid 2.1 of
artikel 7 lid 2.2 , winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de monumentencommissie van de gemeente Schoonhoven.
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien en nadat de onder
artikel 7 lid 2.4 genoemde commissie heeft geadviseerd.
Het schriftelijk advies betreft in het bijzonder:
- de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning het belang van de dubbelbestemming niet onevenredig wordt geschaad, in het bijzonder of die omgevingsvergunning niet in strijd is met het beeldkwaliteitsplan voor het beschermd stadsgezicht; en
- de inhoud, strekking en uitvoerbaarheid van de eventueel te stellen voorwaarden aan de omgevingsvergunning.
7.3.1 Nadere eisen bouwkundige veranderingen
- Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen aan de plaatsing, kapvorm, verschijningsvorm, dakhellingen, lineaire afmetingen, oppervlaktematen en inhoudsmaten van de gebouwen die volgens de onderliggende bestemming zijn toegestaan, met als doel dat met die nadere eisen een zo goed mogelijke uitvoering van het bestemmingsplan wordt gewaarborgd met het oog op het behoud en het herstel van het beschermd stadsgezicht en het behoud of het herstel van het cultuurhistorisch evenwicht daarin zoals gegeven met het beeldkwaliteitsplan voor het beschermd stadsgezicht.
- De nader geëiste afmetingen mogen niet meer dan 15% afwijken van de afmetingen die voor de gebouwen op grond van de onderliggende bestemming zijn voorgeschreven, dan wel van de bestaande situatie op het tijdstip waarop de nadere eisen van kracht worden.
- Alvorens nadere eisen te stellen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de monumentencommissie van de gemeente Schoonhoven.
- De nadere eisen kunnen slechts worden gesteld indien en nadat de onder artikel 7 lid 3.1 sub 3 genoemde commissie positief heeft geadviseerd.
- Het schriftelijk advies betreft in het bijzonder de vraag of door de nadere eisen het belang van de dubbelbestemming niet onevenredig wordt geschaad, in het bijzonder of die nadere eisen niet in strijd zijn met het beeldkwaliteitsplan voor het beschermd stadsgezicht.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.4.1 Verbod voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden op of in de gronden met een hieronder genoemde dubbelbestemming zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning verleend door burgemeester en wethouders voor het uitvoeren van een werk, dat geen bouwwerk is, of werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren, behoudens de daarbij vermelde uitzonderingen op dat verbod:
- het opslaan, deponeren, lozen en/of storten van al dan niet afgedankte en/of aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en/of producten, alsmede het aanleggen en/of inrichten van opslag-, stort- en/of bergplaatsen;
- het rooien van bomen, hagen en andere beplanting, niet behorende tot het normale onderhoud, anders dan nodig is voor de uitvoering van een rechtsgeldige bouwvergunning;
- het verwijderen, wijzigen en/of aanleggen van de verharding c.q. bestrating;
- het dempen van beken, sloten en/of andere waterlopen;
- het afgraven en/of ophogen van gronden;
- het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse leidingen;
met uitzondering van:
- normale onderhoudswerkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het beheer of de voltooiing van werken die op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan reeds bestonden of in uitvoering waren genomen, alsmede werken en/of werkzaamheden die worden of mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende of nog te verlenen vergunning, waaronder mede worden verstaan:
- het normale onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming;
- de werken en/of werkzaamheden die strekken tot behoud of herstel van de cultuurhistorische waarde van de bouwwerken.
7.4.2 Voorwaarden
- Voor de verlening van de omgevingsvergunning moet in acht worden genomen het hieronder bepaalde onder artikel 7 lid 4.2 sub c tot en met artikel 7 lid 4.4 sub c.
- Aan de omgevingsvergunning mogen voorwaarden worden verbonden mits daarover vooraf schriftelijk advies is gevraagd aan de deskundige als bedoeld onder artikel 7 lid 4.4 sub a.
- In ieder geval dat de werken of werkzaamheden direct of indirect de verstoring van de beeldkwaliteit van het beschermd stadsgezicht en de daartoe behorende bouwwerken in cultuurhistorische of bouwkundige zin tot gevolg hebben, verbinden burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning de voorwaarden dat:
- wordt aangelegd op de wijze die door of vanwege burgemeester en wethouders tijdens het verrichten van de werken of de werkzaamheden wordt aangegeven;
- de werken of werkzaamheden worden begeleid door een door burgemeester en wethouders aangewezen deskundige op het gebied van monumenten en cultuurhistorische waarden in het algemeen, aan wiens instructies tijdens het aanleggen gevolg dient te worden gegeven.
7.4.3 Toelaatbaarheid uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
De werken of werkzaamheden die onder het aanlegverbod vallen, zijn slechts toelaatbaar voorzover het belang dat met de dubbelbestemming wordt gediend, in het bijzonder de karakteristiek van het stadsbeeld, hierdoor niet onevenredig wordt benadeeld.
7.4.4 Advies omgevingsvergunning
- Voor de verlening van de omgevingsvergunning vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies aan de monumentencommissie van de gemeente Schoonhoven.
- De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien en nadat de onder artikel 7 lid 4.4 sub a genoemde commissie heeft geadviseerd.
- Het schriftelijk advies betreft in het bijzonder:
- de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning het belang van de dubbelbestemming niet onevenredig wordt geschaad, in het bijzonder of die omgevingsvergunning niet in strijd is met het beeldkwaliteitsplan voor het beschermd stadsgezicht; en
- de inhoud, strekking en uitvoerbaarheid van de eventueel te stellen voorwaarden aan de omgevingsvergunning.