Plan: | Dirkzwager |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0606.BP0042-0002 |
Het bestemmingsplan Dirkzwager met identificatienummer NL.IMRO.0606.BP0042-0002 van de gemeente Schiedam.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
het door de bewoner in een woning of daarbij behorend bijgebouw uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, met een ruimtelijke uitstraling welke in overeenstemming is met de woonfunctie.
het door de bewoner in een woning of daarbij behorend bijgebouw verlenen van diensten, het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen) of het hebben van een bed and breakfast, met een ruimtelijke uitstraling welke in overeenstemming is met de woonfunctie.
een gebouw dat is gebouwd aan een hoofdgebouw en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar daar functioneel wel onderdeel van kan uitmaken.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
de van de weg gekeerde gevel van een gebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel.
gronden waar archeologische waarden aanwezig of te verwachten zijn.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische sporen en relicten.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het in een woning of woonschip verstrekken van toeristisch nachtverblijf met maximaal vier kamers.
elke volwaardige onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken en installeren van goederen.
de eerste op, of nagenoeg op, het maaiveld gelegen bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een onderbouw.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
een vrijstaand gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kap(verdieping).
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
totale oppervlakte van kantoren, winkels, horeca, bedrijven of maatschappelijke voorzieningen met inbegrip van de daartoe behorende inpandige ruimten, zoals gemeenschappelijke ruimten, magazijnen en dienstruimten.
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die onder de nok van een dakvlak is gelegen en waarbij de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich in of boven de oorspronkelijke dakgoot bevindt.
het bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending, alsmede ondersteunende horeca 1 (lichte horeca) waarbij geen mogelijkheid wordt geboden tot het ter plekke consumeren van etenswaren en maaltijden.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar:
een gevel als bedoeld in artikel 1b, vierde lid van de Wet geluidhinder, waarbij een aan de straatzijde gelegen hoofdtoegang tot de woning wordt beschouwd als een bij uitzondering te openen geveldeel, mits deze niet direct grenst aan een geluidsgevoelige ruimte.
het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat hoofdgebouw.
een ondergeschikte uitbouw in of aan de gevel van het hoofdgebouw, met een maximale horizontale diepte van 1,0 meter en een maximale breedte van 2/3 van de breedte van de gevel waaraan wordt gebouwd.
recreatief (mede)gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten, dat geen specifiek beslag legt op de ruimte behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden en rust- en picknickplaatsen, en die in hoofdzaak gericht zijn op natuur- en landschapsbeleving.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een geluidsgevoelige ruimte als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximaal geluidsniveau (LAmax) als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en afdeling 2.8 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, waarbij bij het bepalen van het maximaal geluidsniveau (LAmax) het geluid van laad- en losactiviteiten ten behoeve van de aan- en afvoer van muziekapparatuur in de periode tussen 19.00 en 6.00 uur buiten beschouwing blijft, voor zover dat ten hoogste één keer gedurende deze periode plaatsvindt.
Een gebouw, dat een vrijstaande woning of meerdere aaneengebouwde, uitsluitend naast elkaar en niet boven elkaar gelegen, woningen omvat, en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
één en ander voor zover de onder a en b bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
een afdekking van een gebouw in een gebogen vorm dan wel met één of meer schuine zijden.
een aan de gevel van een gebouw aangebracht, niet op de grond rustend of anderszins ondersteund (uitschuifbaar) afdak.
educatieve, (sociaal-)medische, (sociaal-)culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en ondersteunende horeca ten dienste van deze voorzieningen.
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband in de vorm van inwoning in het hoofdgebouw of een aan- of bijgebouw.
de ruimte of beschermingszone rond een molen die nodig is om de vrije windvang en het zicht op de molen te kunnen beschermen.
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals voorzieningen ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatienetwerken, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling.
niet-zelfstandige detailhandel, uitsluitend zijnde detailhandel die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar zowel functioneel als naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is.
niet-zelfstandige horeca, uitsluitend zijnde horeca die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar zowel functioneel als naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een overdekte constructie met maximaal drie wanden waarvan er maximaal twee tot de constructie behoren.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
een plek die geschikt is en ook gebruikt kan worden om te parkeren en waar het tevens mogelijk is om bepaalde maatregelen te treffen om dat parkeren ook daadwerkelijk mogelijk te maken, waaronder in ieder geval wordt begrepen het plaatsen van oplaadpalen ten behoeve van elektrische voertuigen.
het zich ten behoeve van een ander tegen vergoeding beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten.
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
ontmoetingsplek waarbij wordt voorzien in de behoefte tot vermaak en ontspanning.
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halte-aanduidingen, parkeerregulerende constructies, roadbarriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, rijwielstandaards, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, speelvoorzieningen, abri's, oplaadpalen e.d..
het tot de openbare ruimte behorende gebied hoofdzakelijk bestemd en ingericht voor (ontsluitings)wegen, fiets- en voetpaden, water, parkeer-, speel- en groenvoorzieningen.
de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn welke aansluit aan de ligging van de voorgevels van de bestaande hoofdgebouwen en een zo gelijkmatig beloop overeenkomstig de weg heeft, waarbij geldt dat indien geen weg of bestaande hoofdgebouwen aanwezig zijn de voorgevels een zo gelijkmatig beloop hebben overeenkomstig het nieuw aan te leggen openbaar gebied.
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één of meerdere huishouden(s) of een niet als huishouden samenwonende groep van personen.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.
percentage van de oppervlakte van een bouwperceel of ander vlak, dat mag worden bebouwd.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de bovenzijde van de vloeren van geheel of gedeeltelijk onder elkaar gelegen bouwlagen; indien sprake is van één bouwlaag is de hoogte daarvan gelijk aan de goothoogte.
de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de voorgevel, dan wel vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de (neerwaarts geprojecteerde) buitenzijde van de afdekking van de overkapping.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Verkeer - verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 5.1 ten behoeve van voorzieningen voor het stallen van scootmobielen, met een hoogte van ten hoogste 1,5 meter, met dient verstande dat:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en de goot- en bouwhoogte ter waarborging van:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
07:00-19:00 uur | 19:00-23:00 uur | 23:00-7:00 uur | |
LAr,LT op de gevel van woningen | 55 dB(A) | 50 dB(A) | 45 dB(A) |
LAmax op de gevel van woningen | 70 dB(A) | 65 dB(A) | 60 dB(A) |
Burgemeester en wethouders kunnen, bij hergebruik of transformatie van bestaande bebouwing, ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht', afwijken van het bepaalde in lid 7.4, onder a, sub 2 tot een oppervlakte van minimaal 65 m², mits deze kleinere oppervlakte om bouwkundige of constructieve redenen noodzakelijk is of dit noodzakelijk is ter bescherming van de ter plekke aanwezige monumentale waarden.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 7.1 , onder b voor bedrijfsmatige activiteiten hoger dan genoemd in dat lid, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm, gelijk kan worden gesteld met de op grond van dat lid toegelaten bedrijfsactiviteiten.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 7.1, onder d voor andere horeca-activiteiten dan bedoeld in dit lid, mits de betreffende horeca-activiteit, naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving, gelijk kan worden gesteld met de in dit lid genoemde horeca-activiteiten.
De voor 'Woongebied - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - poortgebouw', afwijken van het bepaalde in lid 8.2.1, onder a, voor de bouw van een poortgebouw waarbij de betreffende gronden volledig mogen worden bebouwd, mits op de begane grond een onderdoorgang wordt gerealiseerd met een minimale breedte van 4,0 meter.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en de goot- en bouwhoogte ter waarborging van:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
07:00-19:00 uur | 19:00-23:00 uur | 23:00-7:00 uur | |
LAr,LT op de gevel van woningen | 55 dB(A) | 50 dB(A) | 45 dB(A) |
LAmax op de gevel van woningen | 70 dB(A) | 65 dB(A) | 60 dB(A) |
Burgemeester en wethouders kunnen, bij hergebruik of transformatie van bestaande bebouwing, ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht', afwijken van het bepaalde in lid 8.5, onder a, sub 2 tot een oppervlakte van minimaal 65 m², mits deze kleinere oppervlakte om bouwkundige of constructieve redenen noodzakelijk is of dit noodzakelijk is ter bescherming van de ter plekke aanwezige monumentale waarden.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de bestemming 'Waarde - Archeologie' samenvallende bestemming(en), geen bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) worden gebouwd waarvan de gezamenlijke oppervlakte groter is dan 50 m² en die dieper reiken dan 0,5 meter beneden het maaiveld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 9.4.1 bedoelde verbod geldt voor werken en werkzaamheden waarvan de gezamenlijke oppervlakte groter is dan 50 m² en die dieper reiken dan 0,5 meter beneden het maaiveld.
Het in lid 9.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waarde - Archeologie' wijzigen door de betreffende bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse, op basis van archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
In het belang van de bescherming van de cultuurhistorische waarden geldt, in aanvulling en afwijking van het bepaalde bij de andere met de bestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' samenvallende bestemming(en) dat:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 10.2, onder a om de voorgevel van hoofdgebouwen niet in de voorste grens van het bouwvlak te bouwen, indien sprake is van herstel van het voormalige beloop van de voorgevelrooilijnen.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 10.2, onder e ten behoeve van een kleiner differentiatie in goot- en bouwhoogte, met dien verstande dat de differentiatie ten opzichte van hoofdgebouwen op naastgelegen bouwpercelen op een andere wijze gehandhaafd blijft, door bijvoorbeeld een afwisseling in pandbreedte, bouwkundige detaillering, architectonische elementen, materiaalgebruik of kleurstelling.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 10.2, onder f voor een lagere hoogte van de begane grondlaag, mits deze 0,4 meter hogere is dan de hoogte van de eerste verdieping.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 10.2, onder g voor een dakhelling van minimaal 30 graden, de bestaande dakhelling of een platte afdekking.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 10.2, onder h om andere kaprichtingen toe te staan indien de bestaande kaprichting afwijkt, de kaprichting in de historische situatie heeft afgeweken of een andere kaprichting de waarden van het beschermd stadsgezicht niet onevenredig aantast.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 10.2, onder k ten behoeve van dakterrassen, mits de privacy van aanliggende percelen niet onevenredig wordt aangetast en deze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.
Alvorens te besluiten over afwijking als bedoeld in artikel 9.3.1 tot en met 9.3.8 winnen burgemeester en wethouders advies in bij de Commissie voor welstand en monumenten over de vraag of de waarden van het beschermd stadsgezicht niet onevenredig worden aangetast.
Het is verboden om zonder een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) een hoofdgebouw te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 10.4.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.4.1 kan worden geweigerd indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders het niet aannemelijk is dat op de plaats van het te slopen hoofdgebouw een ander hoofdgebouw kan of zal worden gebouwd.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid Bouwregels voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' samenvalt, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij het waterschap, hoogheemraadschap of derde, welke verantwoordelijk is voor (het beheer van) de waterkering, waaruit blijkt dat de belangen van de leidingbeheerder niet worden geschaad.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 11.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:
De in lid 11.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' wijzigen door de bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse de waterkerende functie is komen te vervallen, blijkens een schriftelijke verklaring van de beheerder van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de regels van het plan, voor:
mits de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen niet in onevenredige mate worden beperkt en de ter plaatse aanwezige waarden niet op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.
Een bestaand bouwwerk, waarvan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan de feitelijk aanwezige hoogte, oppervlakte of afstand tot een ander gebouw of grenslijn in strijd is met een in dit plan voorgeschreven maximum dan wel minimum hoogte, oppervlakte of afstand, mag worden gehandhaafd, veranderd en/of vernieuwd, maar niet worden vergroot of anders gesitueerd.
Het is verboden enig terrein of bouwperceel zodanig te bebouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, bouwvlak of bouwperceel een toestand zou ontstaan, die aldaar niet meer met de regels van dit plan zou overeenstemmen, of voor zover er reeds aldaar een afwijking van de regels bestaat, zodanig te bebouwen, dat deze afwijking zou worden vergroot.
Het is verboden de gronden en gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel, strijdig met het bestemmingsplan. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik:
Een kelder, onderbouw, op de begane grondlaag aansluitende tussenverdieping alsmede het bijbehorende onbebouwde erf mogen worden gebruikt ten dienste van alle vormen van gebruik welke blijkens de van toepassing zijnde regels toegelaten zijn op het perceel, mits dit geen zelfstandige functie betreft.
Onder wonen als bedoeld in dit bestemmingsplan wordt tevens verstaan het gebruik ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het in geringe mate, doch met niet meer dan 5,0 meter, afwijken van een bestemmingsgrens of van het profiel van een weg, voor zover dit noodzakelijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door het toevoegen van de dubbelbestemming 'Waterstaat - waterkering', met een bijbehorende verbodsbepaling, ten gevolge van het aanleggen, verleggen en/of verplaatsen van een waterkering, mits:
Indien op grond van het bepaalde in het Besluit omgevingsrecht Gedeputeerde Staten of de Minister is aangewezen als het bevoegd gezag bij het verlenen van een omgevingsvergunning, wordt waar op grond van dit bestemmingsplan burgemeester en wethouders bevoegd zijn om:
in plaats van 'burgemeester en wethouders' gelezen 'Gedeputeerde Staten' dan wel 'de Minister'.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het bestemmingsplan Dirkzwager van de gemeente Schiedam"
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in de openbare vergadering van
SBI-code | Omschrijving | Grootste afstand | Categorie | ||
15 | VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN | ||||
1532, 1533 | Groente- en fruitconservenfabrieken: | ||||
- jam | 100 | 3.2 | |||
- groente algemeen | 100 | 3.2 | |||
- met koolsoorten | 100 | 3.2 | |||
1552 | Consumptie-ijsfabrieken: | ||||
- p.o. > 200 m² | 100 | 3.2 | |||
- p.o. <= 200 m² | 30 | 2 | |||
1581 | Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: | ||||
- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens | 30 | 2 | |||
- v.c. >= 7500 kg meel/week | 100 | 3.2 | |||
1582 | Banket, biscuit- en koekfabrieken | 100 | 3.2 | ||
1584 | Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: | ||||
- cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² | 500 | 5.1 | |||
- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² | 100 | 3.2 | |||
- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² | 30 | 2 | |||
- suikerwerkfabrieken met suiker branden | 300 | 4.2 | |||
- suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² | 100 | 3.2 | |||
- suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² | 30 | 2 | |||
1585 | Deegwarenfabrieken | 50 | 3.1 | ||
1587 | Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden | 200 | 4.1 | ||
1589 | Vervaardiging van overige voedingsmiddelen | 200 | 4.1 | ||
1591 | Destilleerderijen en likeurstokerijen | 300 | 4.2 | ||
1593 t/m 1595 | Vervaardiging van wijn, cider e.d. | 30 | 2 | ||
1596 | Bierbrouwerijen | 300 | 4.2 | ||
1597 | Mouterijen | 300 | 4.2 | ||
1598 | Mineraalwater- en frisdrankfabrieken | 100 | 3.2 | ||
17 | VERVAARDIGING VAN TEXTIEL | ||||
171 | Bewerken en spinnen van textielvezels | 100 | 3.2 | ||
172 | Weven van textiel: | ||||
- aantal weefgetouwen < 50 | 100 | 3.2 | |||
- aantal weefgetouwen >= 50 | 300 | 4.2 | |||
173 | Textielveredelingsbedrijven | 50 | 3.1 | ||
174, 175 | Vervaardiging van textielwaren | 50 | 3.1 | ||
1751 | Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken | 200 | 4.1 | ||
176, 177 | Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen | 50 | 3.1 | ||
18 | VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT | ||||
181 | Vervaardiging kleding van leer | 50 | 3.1 | ||
182 | Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) | 30 | 2 | ||
183 | Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont | 50 | 3.1 | ||
19 | VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) | ||||
191 | Lederfabrieken | 300 | 4.2 | ||
192 | Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) | 50 | 3.1 | ||
193 | Schoenenfabrieken | 50 | 3.1 | ||
20 | HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. | ||||
203, 204, 205 | Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout | 100 | 3.2 | ||
203, 204, 205 | Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m² | 50 | 3.1 | ||
205 | Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken | 30 | 2 | ||
22 | UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA | ||||
221 | Uitgeverijen (kantoren) | 10 | 1 | ||
2221 | Drukkerijen van dagbladen | 100 | 3.2 | ||
2222 | Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) | 100 | 3.2 | ||
2222.6 | Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen | 30 | 2 | ||
2223 | Grafische afwerking | 10 | 1 | ||
2223 | Binderijen | 30 | 2 | ||
2224 | Grafische reproduktie en zetten | 30 | 2 | ||
2225 | Overige grafische aktiviteiten | 30 | 2 | ||
223 | Reproduktiebedrijven opgenomen media | 10 | 1 | ||
30 | VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS | ||||
30 | Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie | 30 | 2 | ||
32 | VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. | ||||
321 t/m 323 | Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie | 50 | 3.1 | ||
3210 | Fabrieken voor gedrukte bedrading | 50 | 3.1 | ||
33 | VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN | ||||
33 | Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie | 30 | 2 | ||
36 | VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. | ||||
361 | Meubelfabrieken | 100 | 3.2 | ||
361 | Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² | 10 | 1 | ||
362 | Fabricage van munten, sieraden e.d. | 30 | 2 | ||
363 | Muziekinstrumentenfabrieken | 30 | 2 | ||
364 | Sportartikelenfabrieken | 50 | 3.1 | ||
365 | Speelgoedartikelenfabrieken | 50 | 3.1 | ||
3663.1 | Sociale werkvoorziening | 30 | 2 | ||
3663.2 | Vervaardiging van overige goederen n.e.g. | 50 | 3.1 | ||
55 | LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING | ||||
5552 | Cateringbedrijven | 30 | 2 | ||
92 | CULTUUR, SPORT EN RECREATIE | ||||
921, 922 | Studio's (film, TV, radio, geluid) | 30 | 2 | ||
9234 | Muziek- en balletscholen | 30 | 2 | ||
9234.1 | Dansscholen | 30 | 2 | ||
9251, 9252 | Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. | 10 | 1 | ||
926 | Sportscholen, gymnastiekzalen | 30 | 2 | ||
93 | OVERIGE DIENSTVERLENING | ||||
9302 | Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten | 10 | 1 | ||
9304 | Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden | 30 | 2 | ||
9305 | Persoonlijke dienstverlening n.e.g. | 10 | 1 |
Verklaring gebruikte afkortingen
- : niet van toepassing / niet relevant | o.c. : opslagcapaciteit |
< : kleiner dan | p.c. : productiecapaciteit |
> : groter dan | p.o. : productieoppervlak |
= : gelijk aan | b.o. : bedrijfsoppervlak |
cat. : categorie | v.c. : verwerkingscapaciteit |
e.d. : en dergelijke | u : uur |
i.e. : inwonereenheden | d : dag |
kl. : klasse | w : week |
n.e.g. : niet elders genoemd | j : jaar |
De Staat van milieubelastende activiteiten is ontleend aan bijlage 1 van de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (Sdu Uitgevers BV, 2009). Bijlage 1 omvat de milieubelastende activiteiten met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 1993. Bij die activiteiten is rekening gehouden met de normaliter bij deze activiteiten voorkomende opslagen en installaties.
Afstanden voor geur, stof, geluid en gevaar
Per milieubelastende activiteit zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen de activiteit en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van de milieubelastende activiteit en anderzijds de gevel van een woning. Uit de vier verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de vier. In de Staat van milieubelastende activiteiten wordt de grootste afstand genoemd.
Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties. Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs- of activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie.
Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade.
Categorie
De milieucategorie wordt afgeleid van de grootste afstand van de afstanden, die daarvoor in de kolommen geur, stof, geluid en gevaar zijn vermeld. De milieucategorie is vermeld in kolom 'categorie'. Onder de kop "categorie" is een indeling opgenomen, in tien mogelijke milieucategorieën:
milieucategorie | grootste afstand |
1 | 10 m |
2 | 30 m |
3.1 | 50 m |
3.2 | 100 m |
4.1 | 200 m |
4.2 | 300 m |
5.1 | 500 m |
5.2 | 700 m |
5.3 | 1.000 m |
6 | 1.500 m |
Bestemmingsplantoetsing
De opsomming in de Staat van milieubelastende activiteiten wil niet zeggen dat alle daarin voorkomende activiteiten ook gerekend moeten worden tot milieubelastende activiteiten in de zin van dit bestemmingsplan. Daarmee is deze systematiek toepasbaar op iedere bestemming waarin functies voorkomen die milieubelastend kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten.
Voor een juiste toepassing van deze lijst is het van belang dat eerst wordt bepaald of een bepaalde activiteit passend is binnen de het op grond van het bestemmingsplan toegelaten gebruik. Daarna volgt een tweede toets aan de Staat van milieubelastende activiteiten; in welke mate belast de passende milieubelastende activiteit de milieugevoelige activiteit (het wonen). Dit betreft een dubbele toetsing met cumulatieve voorwaarden.
Voor activiteiten die een zwaardere milieubelasting kennen dan de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie, maar waarvan de functie wel overeenkomt met het bestemmingsplan, is in sommige gevallen een binnenplanse afwijking mogelijk. Dit betreft activiteiten die op grond van de Staat van milieubelastende activiteiten weliswaar worden ingedeeld in een hogere categorie dan is toegelaten, maar in de praktijk een milieubelasting hebben die valt binnen de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie. In dergelijke gevallen zal aan de hand van onderzoeken aangetoond moeten worden dat de milieufactor die bepalend is voor de indeling in een categorie voor deze specifieke activiteit naar beneden kan worden bijgesteld.