direct naar inhoud van 4.5 Externe veiligheid
Plan: Polderwetering
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0606.BP0016-0002

4.5 Externe veiligheid

Uit het onderzoek 'Externe veiligheid bestemmingsplan Polderwetering' (bijlage 2) is gebleken dat alleen de volgende risicobronnen van invloed zijn op het plangebied:

  • Hogedruk aardgasleiding W521 (westelijk van de spoorlijn, buiten het plangebied);
  • Rotterdam The Hague Airport.

Andere risicobronnen liggen ver af van het plangebied en zijn verder niet relevant voor de externe veiligheid Daarnaast wordt de vestiging van nieuwe risicovolle bedrijven (Bevi) uitgesloten (zie paragraaf 4.8 Milieuhinder bedrijvigheid).

4.5.1 Rotterdam The Hague Airport

In het risicobeleid voor de luchtvaart worden ongevallen op de grond beschouwd. Dit risicobeleid is niet gekoppeld aan incidenten met gevaarlijke stoffen, maar aan incidenten met de luchtvaart. Het gehele plangebied Polderwetering is gelegen binnen het verantwoordingsgebied (invloedsgebied) van Rotterdam The Hague Airport.

Op basis van signaalkaart II van de (concept) Visie externe veiligheid van Schiedam en de risico-inventarisatie van de DCMR blijkt dat PR 10-6 contour, behorende bij Rotterdam The Hague Airport niet over het grondgebied van Schiedam reiken. Er gelden geen belemmeringen ten aanzien van het plaatsgebonden risico in het plangebied.

Met behulp van de nieuwe "Airport Risk Tool" heeft de DCMR het groepsrisico van de bestaande situatie in en rondom het plangebied per vak van 250 bij 250 meter berekend. Uit de berekening blijkt dat in het plangebied het groepsrisico overal lager is dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde (vanwege de lage persoonsdichtheid in het gebied). Buiten het plangebied is wel een overschrijding van het groepsrisico (2,61 maal de oriëntatiewaarde) berekend. Deze overschrijding is echter volledig te wijten aan de populatie op bedrijventerrein Spaanse Polder (Rotterdam). Voor deze bestemmingsplanprocedure is dit verder niet relevant.

In dit conserverende bestemmingsplan zal zich geen wijziging van het groepsrisico voordoen. Een uitgebreide groepsrisicoverantwoording in het bestemmingsplan is daarom op basis van de cRNVGS niet noodzakelijk. Wel is aandacht voor eventuele rampenbestrijding en zelfredzaamheid van burgers wenselijk. De VRR is gevraagd hierover te adviseren.

4.5.2 Hoge druk aardgasleiding

Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied (170 meter aan weerszijden) van een ondergrondse aardgasleiding met een diameter van 16 inch en een druk van 40 bar (leidingnummer W-521-06). De leiding bevindt zich ten westen van de spoorlijn (maar buiten het plangebied). Binnen het invloedsgebied van de leiding zijn woningen en bedrijven gelegen.

Uit de door de DCMR uitgevoerde berekening is gebleken dat er bij de buisleiding sprake is van een PR 10-6 contour. De contour is gelegen bij de kruising met de Poldervaart (ook de spoorlijn kruist daar met de Poldervaart). De PR 10-6 contour geldt als grenswaarde voor kwetsbare objecten en als richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. De contour is als zodanig opgenomen in de verbeelding. De leiding en de van toepassing zijnde belemmeringenstrook zijn niet weergegeven in de verbeelding omdat deze buiten het plangebied liggen.

De PR 10-6 contour valt binnen de bestemmingen ''Agrarisch'', "Water" en ''Verkeer-Railverkeer''. Binnen de contour zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten gelegen of toegelaten. Er wordt dus voldaan aan de richt- en grenswaarden van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Er worden in het invloedsgebied geen nieuwe woningen mogelijk gemaakt maar er bevinden zich wel bestaande woningen. Het bestaande groepsrisico is berekend met het computerprogramma CAROLA. Uit de berekening blijkt dat er geen groepsrisico aanwezig is in de omgeving van het plangebied. In dit conserverende bestemmingsplan zal zich geen wijziging van het groepsrisico voordoen. Volgens het Bevb en de bijbehorende ministeriële regeling, behoeft er daarom geen verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden.

4.5.3 Spoorlijn

Het plangebied ligt ten oosten van het spoortraject Rotterdam-Delft. Uit het rapport van het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor (ProRail 2007) blijkt dat over het traject geen vervoer plaatsvindt van gevaarlijke stoffen.

4.5.4 Wegen

Het plangebied ligt niet in de nabijheid of het invloedsgebied van een weg waar vervoer plaats vindt van gevaarlijke stoffen.

4.5.5 Inrichtingen

Binnen het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen. Buiten het plangebied bevinden zich twee Bevi inrichtingen met een plaatsgebonden risicocontour. Dit zijn twee tankstations met LPG aan de Matlingeweg 30 en 65 in Rotterdam. Beiden hebben geen plaatsgebonden risicocontour over het plangebied. Het invloedsgebied van deze inrichtingen loopt niet over het plangebied.