direct naar inhoud van 4.5 Juridische planbeschrijving
Plan: Delfshaven
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1023Delfshaven-oh01

4.5 Juridische planbeschrijving

4.5.1 Maatschappelijke voorzieningen

Onder maatschappelijke voorzieningen worden sociale, culturele, medische, educatieve, levensbeschouwelijken en publieke voorzieningen verstaan. Het betekent dat een voorziening die past in deze definitie zonder planwijziging vervangen kan worden door een andere passende voorziening.

Op de plankaart zijn voorzieningen met "Maatschappelijk - 1" bestemd, waarbij geluidsgevoelige maatschappelijke voorzieningen, zoals scholen, kinderdagverblijven (sinds Wgh 1-7-2012), ziekenhuizen en niet geluidsgevoelige maatschappelijke voorzieningen, zoals een buurthuis of kerkgebouw toegestaan zijn.

De bestemming "Maatschappelijk - 2" houdt in dat er alleen maatschappelijke voorzieningen zijn toegestaan die niet geluidsgevoelig zijn, zoals een buurthuis of consultatiebureau.

4.5.2 Gemengde bebouwing

In dit bestemmingsplan zijn bestemmingen uit de vigerende bestemmingsplannen zo veel mogelijk omgezet naar bestemmingen conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen, de SVBP2008.

Een aantal panden binnen het plangebied heeft de bestemming "Gemengd" gekregen. Er is een onderscheid gemaakt in "Gemengd - 1" tot en met "Gemengd - 7". Daarnaast bestaan gemengde bestemmingen die onder bestemming Kantoor - 1 en - 2 vallen, waarbij de nadruk op functie kantoren ligt.

De gemengde bestemmingen "Gemengd - 1" tot en met "Gemengd - 4" uit dit plan komen overeen met de gemengde bebouwing 1 tot en met 4 uit het bestemmingsplan Beschermd Stadsgezicht. De bestemmingen "Gemengd - 5" en "Gemengd - 6" komen voort uit de eerste herziening van het bestemmingsplan Delfshaven en komen overeen met de in dat plan gebruikte bestemmingen gemengde bebouwing. De bestemming "Gemengd - 7" is gecreëeerd naar aanleiding van de inventarisatie van huidig en wenselijk gebruik in de gemengde bebouwing in het meest oostelijk gedeelte van het plangebied, ten oosten van Pieter den Hoochweg. Het daar geldend bestemmingsplan uit de jaren twintig doet geen uitspraken over functies.

Het vorige bestemmingsplan voor Delfshaven (plannummer 407) biedt ruimte aan B&W om binnen de bestemming gemengde bebouwing een ontheffing te verlenen om ook andere functies toe te staan. Zo zijn daar winkels, kantoren, praktijkruimten toegestaan. In het nieuwe plan is een aantal van die panden direct bestemd als "Gemengd - 5".

Het Beschermd Stadsgezicht valt binnen het bestemmingsplan. In het vorige bestemmingsplan is gekozen om het gebruik als galerie specifiek toe te staan. Op deze manier kon de speciale uitstraling van het gebied worden benadrukt.

In de hieronder genoemde gemengde bestemmingen is wonen zowel op de begane grond als op de daarboven gelegen verdiepingen toegestaan, met uitzondering van "Gemengd - 3" waar wonen in het geheel niet is toegestaan en "Gemengd - 7" waar wonen niet op de begane grond is toegestaan.

In "Gemengd - 1" is wonen op alle verdiepingen toegestaan, terwijl uitsluitend op de begane grond kantoren, galeries, praktijkruimten voor vrije beroepen, bedrijven t/m categorie 2 zijn toegestaan.

In "Gemengd - 2" is wonen op alle verdiepingen toegestaan, terwijl uitsluitend op de begane grond detailhandel, kantoren, galeries, praktijkruimten voor vrije beroepen, bedrijven t/m categorie 2 zijn toegestaan.

In "Gemengd - 3" zijn op alle verdiepingen niet-geluidsgevoelige maatschappelijke voorzieningen, kantoren, galeries, praktijkruimten voor vrije beroepen, bedrijven t/m categorie 2 toegestaan.

In "Gemengd - 4" zijn op alle verdiepingen woningen, maatschappelijke voorzieningen, kantoren, galeries, praktijkruimten voor vrije beroepen, bedrijven t/m categorie 2 toegestaan.

In "Gemengd - 5" is wonen op alle verdiepingen toegestaan, terwijl uitsluitend op de begane grond detailhandel, kantoren, praktijkruimten voor vrije beroepen, bedrijven t/m categorie 2, sociaal-culturele voorzieningen zijn toegestaan.

In "Gemengd - 6" is wonen op alle verdiepingen toegestaan, terwijl uitsluitend op de begane grond bedrijven t/m categorie 2 en sociaal-culturele voorzieningen zijn toegestaan.

In "Gemengd - 7" is wonen uitsluitend op de verdiepingen toegestaan, terwijl uitsluitend op de begane grond kantoren, galeries, praktijkruimten voor vrije beroepen, bedrijven t/m categorie 2 zijn toegestaan.

In "Kantoor - 1" zijn op alle verdiepingen kantoren, praktijkruimten voor vrije beroepen en bedrijven t/m categorie 2 toegestaan.

In "Kantoor - 2" zijn op alle verdiepingen woningen, kantoren, praktijkruimten voor vrije beroepen, maatschappelijke, sociaal-culturele en ambachtelijke bedrijven toegestaan.

4.5.3 Cultuur en ontspanning

In het plangebied zijn er twee locaties waarop bestemming 'Cultuur en Ontspanning' berust. De ene locatie betreft de Machinistenschool die zich bevindt in het Creatief kwartier op het Coolhaveneiland, om zo in de termen van de Ontwikkelvisie Coolhaveneiland uit te drukken. De tweede locatie betreft het VOC-gebouw en ligt in het Historisch kwartier van Delfshaven.

Het gebied van Creatief kwartier kenmerkt zich door grote, vaak monumentale gebouwen die los in de openbare ruimte staan. Deze losstaande panden lenen zich goed voor gebruik als bedrijfsverzamelgebouwen met een menging van functies. In het pand van de Machinistenschool zijn de volgende functies mogelijk gemaakt: zalencentrum, kinderdagverblijf, bioscoop, danspodium, dansschool, bedrijven t/m milieucategorie 2, vergaderruimten en horeca. Voor dit pand wordt naar de maximale flexibiliteit gestreefd.

Het VOC-gebouw ligt in het historisch kwartier omringd door overwegend woonpanden. Hier wordt gestreeft naar een cultuur-maatschappelijke invulling die goed te combineren is met de omgeving. Hier worden functies zoals een museum, muziekpodium, bedrijven t/m milieucategorie 2, en bijbehorende horeca beoogd.

4.5.4 Horeca

In de horecanota worden de hoofdlijnen van het horecabeleid beschreven. Dit beleid is, voor zover ruimtelijk relevant, vastgelegd in dit bestemmingsplan. Op plaatsen waar horeca is toegestaan is dit aangegeven met de functieaanduiding "horeca" op de plankaart. In de regels zijn de adressen vastgelegd waarvoor deze aanduiding geldt.

Horeca definitie en afbakening

Het bedrijfschap Horeca en Catering deelt horeca in vier bedrijfsgroepen in, te weten de drankensector, fastfoodsector, restaurantsector en hotelsector. Voor de definitie van een horecabedrijf zoals in de horecanota bedoeld wordt, is aangesloten bij het begrip 'openbare horeca-inrichting' uit de Rotterdamse APV. Binnen een openbare horeca-inrichting kan een ondernemer verschillende activiteiten ontplooien op het gebied van etenswarenverstrekking, het schenken van (alcoholhoudende) drank en het aanbieden van amusement.

Beleidsonderwerpen die wel voor de horecabranche gelden of sterke raakvlakken hebben maar niet binnen de horecanota expliciet beschreven worden, zijn de hotelsector, de kwaliteitseisen ten aanzien van terrassen (nota kwaliteitseisen voor terrassen) en het programma gericht op het tegengaan van (overmatig) alcohol en drugsgebruik en uitgaansgeweld.

Vergunningvrij exploiteren

Rotterdam biedt een groot aantal bedrijven, waarbij horeca ondergeschikt is aan de primaire detailhandelfunctie en bedrijven waar het exploiteren van horeca een minimale weerslag heeft op de omgeving, de mogelijkheid om vergunningvrije horeca te exploiteren. Dit betreft bijvoorbeeld het koffiehoekje in de supermarkt, de bakkerij waar ook een gebakje gegeten kan worden en het restaurant in ouderenhuisvesting. Vergunningsvrij betekent dat geen vergunning hoeft te worden aangevraagd en derhalve ook geen leges verplicht zijn. De exploitatie van de volgende inrichtingen kan zonder vergunning plaatsvinden:

1. inrichtingen die

a. geopend zijn tussen 07.00 en 22.00 uur;

b. geen (zwak of sterk) alcoholische drank schenken;

c. geen versterkt geluid ten gehore brengen;

d. geen vergunningplichting terras exploiteren (gevelzitplaats wel mogelijk);

e. geen speelautomaten hebben.

2. bedrijfskantines, voor zover deze uitsluitend als zodanig in gebruik zijn;

3. inrichtingen in musea, crematoria, begraafplaatsen en rouwcentra voor zover deze worden gebruikt als ondersteuning van de bedrijfsvoering;

4. inrichtingen in ziekenhuizen, ouderenhuisvesting en verpleegtehuizen, voor zover deze uitsluitend gericht zijn op de bewoners/patiënten en hun bezoekers;

5. horeca in tuincentra en congrescentra voor zover deze worden gebruikt als ondersteuning van de bedrijfsvoering en uitsluitend gericht zijn op hun bezoekers.

Exploitatievergunning nodig

Voor alle overige inrichtingen, waar horeca de primaire bedrijfsfunctie betreft, is een exploitatievergunning vereist. De horecaexploitatievergunning wordt afgegeven voor de inpandige m² alsmede voor de eventuele m² terras en heeft een looptijd van vijf jaar. Voor de beoordeling van de aanvraag van de exploitatievergunning geldt dat het bestemmingsplan van de betreffende locatie leidend is. Of een vergunning wordt toegewezen, hangt daarnaast onder andere af van afwegingen die ten aanzien van het beleid worden gemaakt (horecagebiedsplannen). Daarnaast wordt beoordeeld of het pand bouwtechnisch en geluidstechnisch geschikt is voor de door de ondernemer aangevraagde activiteiten. Voor het proces en vereisten van de vergunningverlening wordt verwezen naar paragraaf 4.3 van de horecanota 2012-2016.

De bestemming van gronden voor het openbare gebied die tevens grenzen aan een bestemming waar horeca is toegelaten, laat ongebouwde terrassen toe. De bestaande terrassen op de binnenterreinen worden positief bestemd met een functieaanduiding “terras” (FTR).

Een binnenplanse ontheffing is mogelijk voor het toestaan van terrassen. Dit is geregeld in Artikel 45 lid 3 van de regels.”

4.5.5 Werken aan huis

In de regels is een regeling voor werken aan huis opgenomen. Deze regeling gaat uit van een zo groot mogelijke flexibiliteit in toegestane bedrijfsactiviteiten, mits de omgeving geen gevaar loopt en geen onevenredige hinder ondervindt van de activiteit. De bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in alle woningen, ongeacht het type woning of het gebied waar de woning staat. De belangrijkste voorwaarden zijn dat maximaal 30% van de woning voor beroeps-/bedrijfsactiviteiten mag worden gebruikt en dat de woning er aan de buitenkant als woning uit blijft zien. Reclame-uitingen aan de buitenzijde van de woning zijn niet toegestaan. Verder worden detailhandelsactiviteiten en bedrijfsmatige reparatie en onderhoud aan motorvoertuigen nadrukkelijk uitgesloten.

4.5.6 Uitbreiding/bebouwing op het achtererfgebied

Per 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden, alsmede het Besluit omgevingsrecht (Bor). Gelijktijdig is het Besluit bouwvergunningvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken van de Woningwet vervallen.

De vergunningvrije activiteiten zijn nu opgesomd in de artikelen 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht Bor).

Een omgevingsvergunningvrij bouwwerk op grond van artikel 2 van het Bor is zonder meer toegestaan, hiervoor hoeft niet naar het bestemmingsplan te worden gekeken. Voor bouwwerken die toegestaan zijn op grond van artikel 3 van het Bor is bij strijdigheid met het bestemmingsplan wel een omgevingsvergunning vereist.

4.5.7 Belwinkels

De aanwezigheid van belwinkels wordt in Rotterdam in menig deelgemeente in toenemende mate als problematisch ervaren. Voor belwinkels die alleen de mogelijkheid bieden om (goedkoop) te telefoneren geldt de Winkeltijdenwet niet en dat betekent dat die dienst 24 uur per dag, 7 dagen in de week, mag worden aangeboden. Dit kan leiden tot overlast door het komen en gaan van klanten op late uren in straten waar wonen en detailhandel van oudsher worden gecombineerd. Het voorkomen van overlast in verband met de bescherming van de leefbaarheid van een gebied, wordt in dit bestemmingsplan vertaald in direct werkende beperkende gebruiksregels.

Overeenkomstig Rotterdams beleid in de 'leefmilieuverordening belhuizen' (van kracht geworden op 22 december 2006) legt dit bestemmingsplan de realisatie van belwinkels aan banden. Het beleid is gericht op het beperken van het aantal belwinkels in Rotterdam tot het aantal dat aanwezig was ten tijde van het van kracht worden van de genoemde leefmilieuverordening.

Het bestemmingsplan bestemt hiertoe dergelijke bestaande belwinkels positief. Op de plankaart en in de planregels wordt hiertoe op adres de nadere aanduiding 'belwinkel' opgenomen. In het overige plangebied is verder geen belwinkel toegestaan. Het opnemen van de regeling in de 'leefmilieuverordening belhuizen' in dit bestemmingsplan is overigens ook noodzakelijk omdat een leefmilieuverordening slechts voorrang heeft op een bestemmingsplan dat in werking is getreden voorafgaand aan de inwerkingtreding van een leefmilieuverordening.

Het plangebied kent momenteel 5 belwinkels.

  • Dirck Hoffstraat 1;
  • Schiedamseweg 17 A;
  • Schiedamseweg 26 B;
  • Schiedamseweg 32 A;
  • 3e Schansstraat 21.
4.5.8 Seksinrichtingen

Het schrappen van het algemene bordeelverbod uit het Wetboek van Strafrecht maakt het mogelijk de exploitatie van seksinrichtingen aan gemeentelijke regelgeving te onderwerpen. In de nota "Het Rotterdams prostitutiebeleid" (juni 2000) staat hoe dit in de gemeente Rotterdam is geregeld. Het beleid is gericht op het tegengaan van uitbreiding van het aantal seksinrichtingen.

Eén van de criteria waar de vergunningaanvraag voor een seksinrichting aan wordt getoetst is het bestemmingsplan. Nieuwe vestigingen zijn niet toegestaan als dit niet past in het bestemmingsplan. Voor de bestaande vestigingen, seksinrichtingen die bestonden vóór 1-2-2000, geldt dat zij gevestigd mogen zijn in strijd met het bestemmingsplan (overgangsrecht). Deze vestigingen worden als zij ook aan de andere criteria voldoen positief bestemd in nieuwe bestemmingsplannen.

Binnen dit bestemmingsplan zijn geen seksinrichtingen bestemd.