Plan: | Delfshaven |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1023Delfshaven-oh01 |
Beleidskader
Rotterdam draagt sinds 1960 zorg voor het eigen archeologisch erfgoed en is in het bezit van een door het rijk verleende opgravingsbevoegdheid. Het doel van de Rotterdamse archeologie is: (1) te zorgen voor het behoud van archeologische waarden ter plaatse in de bodem; (2) te zorgen voor de documentatie van archeologische waarden indien behoud ter plaatse niet mogelijk is; (3) te zorgen dat de resultaten van het archeologisch onderzoek bereikbaar en kenbaar zijn voor derden.
De gemeente Rotterdam bezit een Archeologische Waardenkaart (AWK) en een vastgestelde lijst met Archeologisch Belangrijke Plaatsen (ABP's), die opgenomen zijn in de gemeentelijke archeologieverordening. Genoemde beleidsinstrumenten moeten een tijdige en volwaardige inbreng van archeologische belangen bij ruimtelijke ontwikkelingen waarborgen. Dit instrumentarium sluit aan op en komt mede voort uit het rijksbeleid en het provinciale beleid dat naar aanleiding van het Europese 'Verdrag van Malta' is ontwikkeld.
Het vaststellen, waarderen en documenteren van archeologische waarden vindt binnen de archeologische monumentenzorg gefaseerd plaats. Na een bureau-onderzoek kan het nodig zijn een archeologische inventarisatie in het veld uit te voeren. De resultaten van de inventarisatie kunnen vervolgens leiden tot een aanvullend archeologisch onderzoek. De resultaten van laatstgenoemd onderzoek vormen het uitgangspunt bij de keuze om een vindplaats te behouden, op te graven, waarnemingen uit te voeren tijdens het bouwproject of geen verdere stappen te ondernemen.
Bewoningsgeschiedenis
Het bestemmingsplangebied maakt deel uit van een klei-op-veen-gebied aan de rechteroever van de Nieuwe Maas. Ook een deel van de oeverzone zelf valt binnen het plangebied. Hoewel archeologische locaties uit de periode vóór de Middeleeuwen in het bestemmingsplangebied vooralsnog niet bekend zijn, kan op grond van nabijgelegen vindplaatsen aangenomen worden dat het gebied in de Romeinse tijd (begin jaartelling-350 na Christus) werd bewoond. Ook bewoning op het onderliggende veen uit de IJzertijd (800 voor Christus-begin jaartelling) is mogelijk.
Het gebied werd in 10de/11de eeuw ontgonnen. Tengevolge van de ontwatering kwam het maaiveld lager te liggen, waardoor de overstromingskans toenam. Rond het midden van de 12de eeuw werd een kleipakket afgezet. Kort daarop werd juist ten noorden van het plangebied de Beukelsdijk aangelegd, waarop en -langs bewoning plaatsvond. Mogelijk was er toen ook al sprake van een buiten de Beukelsdijk gelegen ringdijkje dat samenhangt met het ambacht Schoonderloo. In de loop van de 13de eeuw breidden de bedijkingen zich uit en werd Schielands Hoge Zeedijk aangelegd, waardoor de ringdijk van Schoonderloo en de Beukelsdijk hun waterkerende functie verloren. In het plangebied volgt Schielands Hoge Zeedijk het tracé Mathenesserdijk, Havenstraat, Westzeedijk (zie Bijlage 1 ).
Langs de dijk, en vooral in de oude ringpolder van Schoonderloo, ontstond een kleine kern met haven. Het ambacht Schoonderloo is aan het einde van de 13de eeuw in handen van de Heren van Putten. In 1318 wordt het verkocht aan de Heer van Voorne en vóór 1332 komt het in handen van de Hollandse graaf. Uit de grafelijke rekeningen blijkt dat er sprake was van (sluis)visserij en herbergen te Schoonderloo. Ook bestond er een veer tussen de haven en Katendrecht.
De kerk van Schoonderloo, waarvan de ouderdom niet bekend is, bevindt zich direct achter Schielands Hoge Zeedijk (ter hoogte van de huidige Pieter de Hoochstraat). Op en aan de dijk is vanaf de 13de eeuw gewoond. Zo bevindt zich ten westen van de kerk, in ieder geval vanaf de 14de eeuw een imposante boerderij (mogelijk een zogenaamde 'begraven hofstad'), 'Croondersteyn' genaamd.
De kerk van Schoonderloo werd in 1572 grotendeels verwoest. In de ruïne werden nog tot in de 18de eeuw overledenen ter aarde besteld. In 1802, bij het maken van de straatweg naar Schiedam, werden de restanten van het gebouw geheel afgebroken. Een deel van het kerkhof, dat als begraafplaats in 1898 buiten gebruik werd gesteld, is tot op de dag van vandaag blijven bestaan aan het Kerkepad.
De nederzetting Delfshaven ontstond aan de monding van de Delfshavense Schie, een vaart waarvan men met de aanleg begon in 1389. De bewoningssporen en delen van de verdedigingswerken behorende bij de stadskern van Delfshaven liggen grotendeels in het plangebied. Aan de monding van deze Delfshavense Schie onstond een nederzetting, Delfshaven genaamd. Delfshaven bleef eeuwenlang tot Delft behoren. Aanvankelijk maakte Delfshaven, kerkelijk gezien, deel uit van de parochie Schoonderloo. In het begin van de 16de eeuw werd de in 1417 gestichte Sint-Anthoniuskapel in Delfshaven parochiekerk.
Bij het privilege van 1389 werd vastgesteld dat op de plaats waar de vaart de Maasdijk kruiste een sluis zou moeten worden aangelegd. Het gaat daarbij om een sluis met twee schotdeuren; één in de Mathenesserdijk en één ervoor (ter plaatse van de huidige brug over de Aelbrechtskolk), zodat een schutkolk ontstond. Eerstgenoemde schotdeur werd vervangen door de huidige doorgang naar de Delfshavense Schie. De resten van de oude sluis bevinden zich onder de grond, juist ten oosten van deze doorgang.
In de 17de/18de eeuw is de scheepsbouw door de VOC in Delfshaven een belangrijk fenomeen. Delen van de werven zijn in 2007 archeologisch onderzocht.
Archeologische potentie
Vanwege een intacte geologische gesteldheid van het klei-op-veen-gebied zijn in het plangebied bewoningssporen uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen te verwachten. De dijken samenhangend met Schoonderloo en de voormalige Schielands Hoge Zeedijk zijn kansrijk voor het aantreffen van relicten vanaf circa 1200. Verdedigingswerken, resten van ambachtelijke en industriële activiteiten (bijvoorbeeld scheepswerven) en woonbebouwing van het oude Delfshaven en van Schoonderloo zijn te verwachten in een groot deel van het plangebied.
In de kern van het oude Delfshaven ter weerszijden van de Kolk en de Voorhaven is de kleinschalige percelering en bebouwing nog intact. Ook bij kleinschalige bodemingrepen (kleiner dan 100 m2) kan hier archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. De kerk en directe omgeving van het vroegere Schoonderloo, alsmede de Nederlands Hervormde Kerk (Sint Anthonius) en het sluiscomplex aan de noordzijde van de Aelbrechtskolk, langs de Schiedamseweg, onder het terras van het café 'De Oude Sluis' zijn opgenomen op de lijst van beschermde Archeologisch Belangrijke Plaatsen (ABP) in het kader van de Archeologieverordening Rotterdam 2009. De aanwezige archeologische waarden dienen in principe behouden te blijven.
In het oostelijk deel van het plangebied zijn grote delen in (sub)recente tijd sterk opgehoogd, waardoor de archeologische resten soms diep begraven kunnen zijn. De archeologische waarden worden alleen verstoord bij diepere bodemingrepen, die vaak ook een grote oppervlakte hebben. Gelet op de bouwvolumes die er al staan, zullen bodemingrepen in dit gebied vrijwel altijd groter zijn dan 200 vierkante meter.
Aanbevelingen
Voor de drie in het plangebied aanwezige Archeologisch Belangrijke Plaatsen geldt dat behoud van de archeologische waarden in situ (in de bodem) voorop staat, conform de bepalingen in de Archeologieverordening 2009 en de door het College van B&W vastgestelde Lijst van Archeologisch Belangrijke Plaatsen. Het gaat om de nummers 16, 17 en 18 van de lijst, zoals hieronder omschreven:
Waarde - Archeologie - 1
nr. 16. Het terrein van de Nederlands Hervormde Kerk (Sint-Anthonius), gelegen aan de Aelbrechtskolk. Voor dit terrein geldt een bouwregeling en een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerk zijnde, voor bouw- en graafwerkzaamheden dieper dan 0,5 meter beneden het maaiveld, ongeacht de oppervlakte.
Waarde - Archeologie - 2
nr. 17. De resten van het sluizencomplex, gelegen onder het terras van café 'De Oude Sluis'.
nr. 18. Het terrein van de kerk (en directe omgeving) van het vroegere dorp Schoonderloo, gelegen achter Schielands Hoge Zeedijk (ter hoogte van de Pieter de Hoochstraat).
Voor beide terreinen geldt een bouwregeling en een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerk zijnde, voor bouw- en graafwerkzaamheden dieper dan 1,5 meter beneden het maaiveld, ongeacht de oppervlakte.
Waarde - Archeologie - 3
Voor de oude kern van Delfshaven ter weerszijden van de Aelbrechtskolk en de Voorhaven geldt een bouwregeling en een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerk zijnde, voor bouw- en graafwerkzaamheden dieper dan 0,5 meter beneden het maaiveld, ongeacht de oppervlakte.
Waarde - Archeologie - 4
Het oostelijk deel van het plangebied is in (sub)recente tijd (1923-1924) opgehoogd. In dit gebied geldt daarom een bouwregeling en een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerk zijnde, voor bouw- en graafwerkzaamheden dieper dan 3,0 meter beneden het maaiveld en die tevens een oppervlakte groter dan 200 m2 beslaan.
Waarde - Archeologie - 5
Voor de rest van het landgebied geldt een bouwregeling en een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerk zijnde, voor bouw- en graafwerkzaamheden dieper dan 1,0 meter beneden het maaiveld en die tevens een oppervlakte groter dan 100 m2 beslaan.
Waarde - Archeologie - 6
Voor het watergebied (de Aelbrechtskolk, de Voorhaven, de Achterhaven, de Middenkous en een deel van de Coolhaven) geldt dat bij bagger- en andere werkzaamheden (uitgezonderd het op normale diepte houden van de vaarwegen), een archeologisch vooronderzoek dient te worden uitgevoerd. Voor het gehele watergedeelte van het plangebied geldt daarom een bouwregeling en een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerk zijnde, voor bouw- en graafwerkzaamheden met een oppervlakte van meer dan 200 m2 en die tevens dieper reiken dan de huidige onderwaterbodem.