direct naar inhoud van 10.5 Veiligheidsregio Rotterdam - Rijnmond
Plan: Laurenskwartier
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1022Laurenskwrt-oh01

10.5 Veiligheidsregio Rotterdam - Rijnmond

De Veiligheidsregio geeft aan dat in en rond het plangebied twee relevante risicobronnen aanwezig zijn:

  • 1. Transport van gevaarlijke stoffen over het spoortraject Dordrecht/Maasvlakte - Rotterdam Centraal (gedeeltelijk vertunneld door middel van de Willemsspoortunnel);
  • 2. Transport van gevaarlijke stoffen over de Nieuwe Maas.

Op basis van een inventarisatie van incidentscenario's en uitgangspunten met betrekking tot zelfredzaamheid en beheersbaarheid heeft de veiligheidsregio een aantal opmerkingen ten aanzien van het bestemmingsplan.

10.5.1 Zeer kwetsbare functies

De Veiligheidsregio stelt voor binnen de 100% letaliteitscontour (140 meter) van een BLEVE met een spoorketelwagon op het bovengrondse spoortraject Dordrecht/Maasvlakte - Rotterdam Centraal en Station Blaak, geen zeer kwetsbare functies toe te staan, waarin zich verminderd zelfredzame personen bevinden (bejaardentehuis, zorginstelling, kinderdagverblijf etc.). In het geval van een dreigende BLEVE zullen hulpverleningsdiensten niet de mogelijkheid hebben deze personen tijdig te evacueren.

Commentaar

In het bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt binnen de 140 meter van het bovengrondse spoortraject Dordrecht - Rotterdam Centraal en Station Blaak.

10.5.2 Nooduitgangen

Bij (her)ontwikkelingen, binnen de 1% letaliteitscontour (330 meter) van een BLEVE met een LPG-spoorketelwagon op het bovengrondse spoortraject Dordrecht/Maasvlakte - Rotterdam Centraal acht de Veiligheidsregio het wenselijk dat (nood)uitgang(en) zodanig worden gerealiseerd dat aanwezige personen veilig in tegengestelde richting van het incident kunnen vluchten. Ten behoeve van de genoemde vluchtmogelijkheid geeft de Veiligheidsregio aan dat het noodzakelijk is dat in de voorziene ontwikkelingen minimaal één (nood)uitgang in voldoende mate aansluit op de bestaande infrastructuur binnen en buiten het plangebied.

Voor gebouwen met een gevel gericht naar station Blaak is het wenselijk dat (nood)uitgang(en) zodanig worden gesitueerd zodat aanwezige personen veilig kunnen vluchten. Hiervoor is het noodzakelijk dat in de voorziene ontwikkelingen minimaal één (nood)uitgang van station Blaak af gericht is en alle (nood)uitgang(en) in voldoende mate aansluiten op de bestaande infrastructuur binnen en buiten het plangebied.

Commentaar

In de regels is opgenomen dat de ontwikkellocatie W2, nabij het spoor ten minste één (nood)uitgang dient te hebben welke van de spoorlijn is afgekeerd.

10.5.3 Safe haven

Ten aanzien van (her)ontwikkelingen geeft de Veiligheidsregio aan dat bij een toxische wolk de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen verbeterd kan worden door de gebouwen geschikt te maken om enkele uren in te schuilen ('safe haven' principe). Hiervoor zullen deuren, ramen en ventilatieopeningen afsluitbaar moeten zijn en moet het luchtverversingssysteem uitgeschakeld kunnen worden.

Commentaar

Deze maatregel is niet ruimtelijk relevant en mag niet in het bestemmingsplan worden geregeld.

10.5.4 Risicoreductie

De Veiligheidsregio acht het wenselijk om, in overleg met betrokken partijen, maatregelen te nemen ten behoeve van risicoreductie en bestrijdbaarheid van een incident met gevaarlijke stoffen in de Willemsspoortunnel. Waardoor de kans op slachtoffers en een (langdurige) uitval van dit spoortraject wordt verkleind.

Commentaar

Wij onderschrijven de wenselijkheid van de VRR om in overleg met de betrokken partijen te kijken naar de maatregelen voor de Willemsspoortunnel. Dit heeft geen gevolgen voor ( de procedure) van dit bestemmingsplan. Dit onderwerp zal geagendeerd worden in het gemeentelijke, dienstenbrede, externe veiligheidsoverleg (DEVO).

10.5.5 Brandweervoorzieningen

De Veiligheidsregio vraagt aandacht voor de zorg voor de bereikbaarheid, ontsluiting en bluswatervoorziening binnen het plangebied conform de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR). De Veiligheidsregio advieseert dit ter goedkeuring voor te leggen aan de afdeling Brandveiligheid van de Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond District Noord.

Commentaar

In het advies is aangegeven dat het plangebied hieraan voldoet, met uitzondering van de Nieuwstraat en bij de ontwikkeling Rotta Nova. In de Nieuwstraat worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt en de Rotta Nova maakt geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan. Daarom leidt dit advies niet tot maatregelen.
Overigens biedt het bestemmingsplan niet het wettelijke kader om deze maatregelen en voorzieningen op te nemen in de regels. Het bestemmingsplan maakt het wel mogelijk dat deze maatregelen en voorzieningen ruimtelijk mogelijk gemaakt worden maar voorziet daar zelf niet in.

10.5.6 Maatregelen

De Veiligheidsregio adviseert in het ontwerpbestemmingsplan de maatregelen ten behoeve van de externe veiligheidssituatie bij het spoor, zoals opgesteld in de 'Risicoanalyse bestemmingsplan Laurenskwartier' op te nemen.

Commentaar

Zoals reeds bij 10.5.2 is aangegeven is in de regels opgenomen dat de ontwikkellocatie W2 nabij het spoor ten minste één (nood)uitgang dient te hebben welke van de spoorlijn is afgekeerd. De andere maatregelen zijn niet ruimtelijk relevant en kunnen niet in het bestemmingsplan worden geregeld. Het bestemmingsplan maakt de maatregelen niet onmogelijk.

10.5.7 Voorlichting

De Veiligheidsregio adviseert voor een goede voorlichting en instructie van de aanwezige personen te zorgen, zodat men weet hoe te handelen tijdens een calamiteit door middel van de campagne 'goed voorbereid zijn heb je zelf in de hand'.

Commentaar

Dit zal via reguliere overheidsvoorlichtingplaatsvinden. Deze maatregel is niet ruimtelijk relevant en mag niet in het bestemmingsplan worden geregeld.

10.5.8 Bestuurlijke afweging

Tot slot wordt aangegeven dat voor het beoordelen van het ruimtelijk plan een gemotiveerde afweging gemaakt moet worden tussen de overwegingen met betrekking tot externe veiligheid en de toegevoegde waarde van het ruimtelijk plan.

Commentaar

Zoals bij de VRR bekend is, is er een verantwoordingsdocument groepsrisico externe veiligheid Laurenskwartier opgesteld welke bij het bestemmingsplan hoort. In de raadsbehandeling zal onder andere op basis van dit document en het raadsvoorstel een gemotiveerde afweging plaatsvinden.