Plan: | Pernis |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1009Pernis-oh01 |
In het paragraaf 2.3. wordt het gemeentelijk ontheffingsbeleid in het kader van de Wet geluidhinder gemist, en de relatie met (de ontwikkelingen van) de Bestuursovereenkomst T+ ten aanzien van het Waal-/Eemhaven gebied en het benoemen van de Bestuursovereekomst Rijnmond-West (bijvoorbeeld de onderdelen 20 en 21 daaruit).
Reactie
Het ontheffingsbeleid en de Bestuursovereenkomst worden behandeld in paragraaf 6.5 Geluid.
Hoofdstuk 4 vermeldt in de inleiding dat er op dit moment vanwege milieuwetgeving op een aantal locaties niet gebouwd kan worden. Dit is niet juist. Het ligt niet aan de milieuwetgeving maar van oorsprong aan de economische haven- en industriele-activiteiten in de directe omgeving die zorgen voor een zekere milieubelasting (overigens getoetst en vergund door het bevoegd gezag Wet milieubeheer).
Reactie
Thans wordt gesproken van een hoge milieubelasting in plaats van milieuwetgeving.
In onderdeel 4.2.1 worden de ontwikkelingen Madroelpark genoemd. De combinatie van hetgeen hier als ontwikkelingen wordt genoemd in relatie tot hetgeen in artikel 41 ten aanzien van de wijzigingsbevoegdheid en de bijbehorende bouwregels (41.2) wordt genoemd, komt merkwaardig over. Een maximaal bebouwingspercentage van 25% en minimaal 10 % openbaar groen, maximaal twee hoogteaccenten (max. 18 meter) en maximaal 120 woningen (met 1 parkeerplaats per woning op eigen terreinen) met een maximale hoogte van 9 meter, maakt het niet inzichtelijk wat het nu echt moet gaan worden. Zoals het omschreven is lijkt hier 65% (100% -25% -10%) van het grondoppervlak 'onbestemd' gebied. De vraag doet zich dan ook voor of dit voldoende onderbouwing zal zijn om daar een Stap-3-besluit op te nemen. Zie tevens de opmerking hierna met betrekking tot onderdeel 6.8.2 over externe veiligheid.
Reactie
In onderdeel 6.3 wordt de Stad- en milieubenadering uiteengezet. De constatering dat gemeenten alleen een afwijkingsbesluit kunnen nemen als dit leidt tot zuinig en doelmatig ruimtegebruik en een optimale leefomgevingskwaliteit kan verkeerd worden uitgelegd. Er moet zuinig en doelmatig worden omgegaan met de beschikbare ruimte, zeker in stedelijk gebied. Daardoor lijkt het in sommige uitzonderlijke gevallen noodzakelijk af te wijken van een door onze democratie vastgestelde wetttelijke milieunorm. Dezelfde democratie heeft dat namelijk mogelijk gemaakt met de Interimwet stad-en milieubenadering. Het afwijken van een wettelijke norm mag echter niet zonder compensatie. Deze compensatie dient op hetzelfde gebied waarvoor de afwijking wordt toegestaan te worden gegeven (bijvoorbeeld extra geluidsisolatie als de norm voor de geluidbelasting op de gevel wordt overschreden) of op een ander gebied dat de leefomgevingskwaliteit positief beïnvloed.
Reactie
De uiteenzetting in paragraaf 6.3 volgt de tekst van de wet. Deltalinqs wijst er terecht op dat het afwijken van de wettelijke normen alleen mogelijk is als daarvoor compensatie wordt geboden. In het afwijkingsbesluit (het Stap-3 besluit) is thans vastgelegd welke maatregelen per locatie als compensatie worden voorgeschreven. Paragraaf 6.3 is daarom aangevuld met een tekst over de compensatie.
Paragraaf 6.5.3. "Industrielawaai" geeft aan dat op 13 locaties de berekende geluidbelasting vanwege het industrieterrein Waal-/Eemhaven boven de 60 dB(A) lig; op één locatie is dat 60 dB(A) (op geen enkel locatie dus minder dan 60dB(A)). Het is niet duidelijk of hier al rekening gehouden is met cumulatie van de geluidniveaus. (Dit omdat er sprake is van het in drie verschillende geluidszones liggen van het bestemmingsplan en dat dan rekening gehouden moet worden met de cumulatie van geluid.)
Reactie
In het akoestisch onderzoek is de geluidbelasting van de industrieterreinen ook cumulatief berekend, om hiermee in de besluitvorming rekening te kunnen houden. De in paragraaf 6.5.3. aangegeven geluidbelastingen zijn echter niet cumulatief omdat de toetsing aan de Wet geluidhinder per geluidsbron plaatsvindt.
In de tweede alinea van 6.8. staat "…… Verbroken kruisverwijzing……". Daar wordt kennelijk gedoeld op de begrippen genoemd in 1.9 resp. 1.35 van Hoofdstuk 1 van de Regels of moet hier een kruisverwijsing staan naar het BEVI?
Reactie
Dit is aangepast.
In onderdeel 6.8.2. wordt vermeld dat de wijzigingsbevoegdheid voor woningbouw op het Madroelpark de bebouwingsafstand tot het vaarwater wordt aangehouden van 40 meter. Het niet aanhouden van de 65 meter uit het beleidskader van de provincie Zuid-Holland behoeft nadere motivering.
Reactie
De grenzen van de wijzigingsbevoegdheid voor woningbouw op Madroelpark zijn zodanig aangepast dat er binnen 65 meter vanaf het vaarwater geen bebouwing wordt mogelijk gemaakt.
Onderdeel 6.8.3 is eigenlijk de blote constatering dat nu en in de toekomst de oriënterende waarde van het groepsrisico wordt overschreden. Deltalinqs is het niet eens met de constatering dat door de realisatie van de nieuwe bestemmingen uit het bestemmingsplan de waarde van het groepsrisico niet wordt beinvloed en/of dat het groepsrisico niet toeneemt. Circa 272 nieuwbouwwoningen leveren met een bewoningsdichtheid van slechts 1,8 al zo'n 500 personen meer op. Er zal dan ook verantwoording afgelegd moeten worden voor deze verhoging en er moet rekenschap gegeven worden aan zaken als zelfredzaamheid van de bewoners, vluchtwegen e.d.
Reactie
Het onderzoek naar externe veiligheid is thans aangevuld met nieuwe berekeningen. Het groepsrisico is in beeld gebracht voor de A15, het spoor, de Nieuwe Maas, de NAM-leiding en de inrichtingen. Alleen bij Shell Pernis is er (in de vergunde situatie) sprake van een overschrijding van de oriënterende waarde. De nieuwbouw in Pernis zorgt echter door de beperkte toename op grote afstand van het aantal personen niet voor een berekende toename van het groepsrisico. Alleen bij het transport over de Nieuwe Maas is er sprake van een toename van het groepsrisico door de nieuwbouw, het groepsrisico langs de rivier is echter ruim onder de oriënterende waarde. Voor alle groepsrisico's is thans een verantwoording opgenomen, waarbij ook (op basis van het advies van de Veiligheidsregio) aandacht is besteedt aan effectbestrijding.