direct naar inhoud van 5.3 Huidig watersysteem
Plan: Terbregsehof
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1002Terbregshof-oh02

5.3 Huidig watersysteem

5.3.1 Beschrijving huidige situatie

Het plangebied valt grotendeels binnen de deelgemeente Kralingen-Crooswijk. Een klein gedeelte van het plangebied valt onder de deelgemeente Prins Alexander. Het plangebied Terbregsehof ligt nog net binnen de ruit van snelwegen die wordt gevormd door de A16, A20, A4 en A15. Aan de noordzijde wordt het gebied begrensd door de spoorzone Rotterdam-Gouda-Utrecht, het pand en de groenstrook ten noorden van het spoor aan de Terbregseweg vallen binnen het plangebied. Aan de oostzijde wordt de plangrens gevormd door de oprit naar de rijksweg A16 en de overige infrastructuur. De rijksweg zelf en de oprit vallen dus buiten het bestemmingsplangebied. Het verkeersknooppunt Terbregseplein ligt ten noordoosten van het plangebied.

Aan de zuid- en westzijde wordt het plangebied begrensd door de Hoofdweg en de Bosdreef. De plangrens ligt op het midden van deze wegen. De meest westelijke grens wordt gevormd door het huidige postdistributiecentrum. Het postdistributiecentrum valt nog binnen het plangebied. Ten zuidwesten van het plangebied ligt het Kralingse Bos. Het plangebied fungeert als intermediair tussen Hillegersberg en het Kralingse Bos.

Binnen een stedelijke omgeving is groen en water veelal schaars. In een groot gedeelte van de deelgemeente Kralingen-Crooswijk is dit niet het geval. Verschillende 'reststroken' langs infrastructuur hebben een groen karakter. Het plangebied 'Terbregsehof' zelf, kent een groene zone aan weerszijden van de Terbregseweg. Echter de kwaliteit van het groen is beperkt. Duidelijk is dat het hier restgronden betreft. Op relatief korte afstand van het plangebied is het Kralingse Bos gelegen. De ontwikkelingslocatie in het plangebied is vrijwel geheel onverhard (geitenweide met schuilplaats voor de dieren). In de onderstaande tabel zijn de oppervlakken en percentages weergegeven voor het gehele bestemmingsplangebied.

Tabel Oppervlaktes en percentages aan verhard en onverhard


type  
oppervlak (ha)   percentage (%)  
verhard   10,5   55,2  
onverhard   7,1   37,4  
water   1,4   7,4  
totaal   19,0   100,0  
5.3.2 Regenwater- en huishoudelijk afvalwater afvoersysteem

Het plangebied Terbregsehof is een onderbemaling van het Rioleringsdistrict Lage Land (18). De onderbemaling pompt het vuilwater naar het hoofdgemaal. Het regenwater wordt geloosd op het oppervlaktewater. Het particuliere gemaal "TNT" prikt in op de onderbemaling van Terbregsehof. Het regenwater en het vuilwater van dit deelgebied wordt gemengd aangeleverd.

Het hoofdgemaal pompt het water naar de AWZI Kralingseveer.

Het plangebied maakt onderdeel uit van het oppervlaktewaterpeilgebied 53 (Prins Alexander/Ommoord), met een streefpeil op NAP -7,0 meter. Overtollig oppervlaktewater wordt afgevoerd door de watergangen langs de Boszoom. Vervolgens gaat het water langs de Prinsenlaan. Met gemaal de Lage Bemaling wordt het water uitgeslagen naar de Nieuwerkerkse Tocht. De drooglegging (de afstand tussen oppervlaktewater en het maaiveld) bedraagt ca. 1,5 meter. Hierbij wordt uitgegaan dat het terrein op uitgiftepeil wordt gebracht. De actuele drooglegging binnen het plangebied is circa 1,0 meter.

5.3.3 Grondwater

In de nabijheid van de Terbregsehof staan twee peilbuizen. Voor deze buizen zijn meetreeksen beschikbaar van 2005 tot en met 2007. Rondom twee peilbuizen is de maaiveldhoogte bekend. Deze gegevens zijn in onderstaande tabel weergegeven.

Tabel Gemiddelde peilbuisgegevens


Peilbuisnummer  
 
Maaiveldhoogte (m. t.o.v. NAP)   -5,50  
Grondwaterstand (m. t.o.v. NAP)   -6,35  
Ontwateringsdiepte (meter)   0,85  
5.3.4 Vernatten / verdrogen

De ontwateringsdiepte in het gebied is gemiddeld 0,85 meter. Er kan daardoor sprake zijn van een natte ondergrond. Voor wat verdroging betreft zijn in de huidige situatie geen problemen bekend.

5.3.5 Waterkeringen

In onderstaande figuur staan de waterkeringen weergegeven. Het plangebied ligt circa 1 kilometer meter ten zuiden van de Rottekade en circa 1,5 kilometer van de Ringvaartkade. De primaire waterkering van de Nieuwe Maas ligt op circa 2 kilometer afstand.

Figuur Waterkeringen nabij Terbregsehof

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1002Terbregshof-oh02_0005.png"

5.3.6 Waterveiligheid

Voor de waterveiligheid wordt gekeken naar het risico voor overstroming. De afstand tot de waterkering is hierin van belang. Als de afstand groot genoeg is kan tijdig worden geëvacueerd. Ook is van belang hoeveel water op straat komt. Een kleine waterlaag geeft overlast maar geeft niet direct een risico voor de bebouwing, de openbare ruimte of voor de aanwezig mensen en dieren. Is de waterlaag 0,9 meter of meer dan geeft dat meer schade en leidt dit ook tot risico voor de aanwezige mensen en dieren.

Overstroming

Een overstroming ontstaat als een onbeheersbare hoeveelheid water het land instroomt. Dat kan vanuit een rivier, een meer of de zee zijn, bijvoorbeeld doordat er een gat in een waterkering ontstaat. Of als er over een grote lengte zo veel water over de dijken loopt dat zandzakken of andere noodmaatregelen de instroom niet stoppen. Een fors lekkende of overlopende sluisdeur, zonder dat een onbeheersbare situatie ontstaat, is dus géén overstroming. Ook water op het land door hevige regen noemen we geen overstroming, maar wateroverlast.

Overstromingsrisico

Het overstromingsrisico wordt bepaald door het product van kans en gevolg. De theoretische kans op overstroming hangt af van de veiligheidsnorm die voor een dijkring is vastgesteld. Voor het plangebied (dijkring 14) is in eerste instantie de kering voor de Nieuwe Maas van belang. De term 'gevolg' binnen overstromingsrisico is de, in geval van een overstroming, voorkomende overstromingsdiepte en bijbehorende schade in het gebied.

Overstromingsdiepte

Hoe een overstroming precies verloopt, hangt af van allerlei factoren. Voor veel gebieden zijn computerberekeningen gemaakt om te laten zien hoe een overstroming zou kunnen verlopen. Bij een dergelijke berekening worden aannamen gedaan over de plaats en grootte van een dijkdoorbraak en de waterstanden op de rivier of op zee. De Provincie Zuid-Holland heeft voor de gehele provincie berekend hoe het gebied kan onderlopen en welke overstromingsdiepte op elke locatie bereikt kan worden. Door de uitkomsten van de berekeningen te combineren is voor elke locatie een maximale overstromingsdiepte bepaald. De overstromingsdieptekaart geeft daarmee een beeld van de gebieden die kunnen overstromen en een indicatie van de waterdiepten. In onderstaande figuur is de risicokaart weergegeven voor de omgeving van Terbregsehof.

Figuur Risicokaart voor Terbregsehof (bron: www.risicokaart.nl)

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1002Terbregshof-oh02_0006.png"

Consequenties

Uit de overstromingskaart blijkt dat de overstromingsdiepte voor het plangebied varieert tussen de 0,2 en 5,0 meter. Doordat de berekening niet alleen voor het plangebied zelf is uitgevoerd, is het detailniveau beperkt. Wel geeft de kaart aan dat als de waterkering van de Nieuwe Maas zal doorbreken er kans is op grote schade.

Na een eventuele dijkdoorbraak zal het water vanuit de Nieuwe Maas in eerste instantie via de watergangen naar het noorden stromen. Het water stroomt naar de laagst gelegen polder Prins Alexander. Binnen deze polder zijn meerdere peilgebieden aanwezig. De barrières, zoals de kades van de Ringvaart, de Ringvaart, wegen en spoorbanen vertragen de instroom van water vanuit de Nieuwe Maas. Nadat de lage delen van de gebieden zijn gevuld, zal de waterschijf over het gehele oppervlak geleidelijk stijgen. Bij verdere stijging loopt het water de straat op en kelders en souterrains binnen. De indicatieve maximale diepte die het water in het plangebied kan bereiken is 5 meter. De exacte waterlaag die kan voorkomen is afhankelijk van het gat in de waterkering en de hoeveelheid water die de polder instroomt.

De barrières die aanwezig zijn bieden de bewoners van Terbregsehof voldoende tijd om tijdig te evacueren als dat noodzakelijk blijkt te zijn.