Plan: | Cornelisland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0597.CORN2012-VG01 |
Beleid en normstelling
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies:
Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in een bestemmingsplan gebruik gemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB) is gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In dit bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Bedrijventerrein' die is opgenomen in Bijlage 1 bij de regels. Een toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten is opgenomen in Bijlage 4 bij de toelichting.
Onderzoek
Voor het bedrijvenpark Cornelisland is in het oorspronkelijke bestemmingsplan Bedrijvenpark Cornelisland-Ridderkerk, waarin voor het bedrijventerrein een uit te werken bedrijfsbestemming is opgenomen, een milieuzonering verwerkt die de basis vormt voor het voorliggende bestemmingsplan. De milieuzonering die is toegepast is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
Bovenstaande uitgangspunten hebben geleid tot een algemene toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten die is opgenomen op de verbeelding en in de regels. Op een afstand van 50 m van de woningen zijn bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 3.1 mogelijk, op 100 m tot en met categorie 3.2 en op 200 m tot en met categorie 4.1. Binnen de strook aangrenzend aan de A15, zijn bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 4.2 mogelijk. De afstand tot de woningen aan het Zevenbergsedijkje bedraagt meer dan 300 m. Als gevolg van de toegepaste milieuzonering zal ter plaatse van de bestaande woningen sprake zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Daarnaast heeft het bevoegd gezag de mogelijkheid om nadere eisen te stellen aan de bedrijfsbebouwing in de strook ten zuiden van het Zevenbergsedijkje. Door zoveel mogelijk aaneengesloten bebouwing te realiseren, gaat van deze bebouwing een afschermende werking uit die een positieve invloed heeft op de omgevingskwaliteit ter plaatse van de woningen.
Op het bedrijventerrein worden conform het provinciaal beleid geen nieuwe bedrijfswoningen toegestaan. Nieuwe bedrijfswoningen zijn namelijk alleen toegestaan in combinatie met bedrijfsactiviteiten uit maximaal categorie 2.
Binnen een deel van het bedrijventerrein is tevens detailhandel in volumineuze goederen toegestaan. Deze activiteiten worden mogelijk gemaakt in een gebied met een bedrijfsbestemming waarvoor een algemene toelaatbaarheid tot en met categorie 3.2 is bepaald. Voor volumineuze detailhandelsactiviteiten geldt dat op een afstand van 100 m geen sprake zal zijn van een kans op onaanvaardbare milieuhinder. Voor detailhandelsactiviteiten worden immers kortere richtafstanden gehanteerd dan 100 m. Ook voor deze activiteiten geldt daarom dat ter plaatse van de meest nabijgelegen woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Agrarische bedrijven en milieuhinder
Ter plaatse van het perceel aan het Zevenbergsedijkje 64 is een paardenpension aanwezig. Deze activiteit blijft op grond van het voorliggende bestemmingsplan mogelijk. Voor deze agrarische bedrijfsactiviteit, het houden van paarden, zijn minimum afstanden ten opzichte van woningen van toepassing die volgen uit het Besluit landbouw milieubeheer. De systematiek is gelijk aan die van milieuzonering voor bedrijfsactiviteiten. Door het aanhouden van een afstand tussen de milieubelastende en milieugevoelige functie wordt onaanvaardbare milieuhinder voorkomen. Ten opzichte van de mestopslagplaats geldt een minimum afstand van 50 m. Binnen het perceel is voldoende ruimte om aan deze afstand te voldoen. Bij realisatie van voorzieningen als een buitenrijbak of een carrousel dient aandacht te zijn voor stofoverlast. De ruimte binnen de bestemming maakt een goede afstemming met de bestaande en de nieuwe woning, die op het perceel mag worden gerealiseerd, mogelijk. Daarnaast is met specifieke regels de indeling van het perceel vastgelegd.
Conclusie
De algemene toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten is gebaseerd op een milieuzonering waarmee ter plaatse van de bestaande woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Geconcludeerd wordt dat het aspect bedrijven en milieuhinder de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg staat.