Plan: | Donckse Velden |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0597.BPSLIK2010DoncVeld-OH01 |
Beleid en normstelling
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in onderstaande tabel weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 6.5 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg/m³ | 2010 tot en met 2014 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 2015 | |
fijn stof (PM10)1) | jaargemiddelde concentratie | 48 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | maximaal 35 keer per jaar meer dan 75 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | maximaal 35 keer per jaar meer dan 50 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.
Besluit Niet in betekenende mate (NIBM)
In het Besluit NIBM en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10.
Goede ruimtelijke ordening
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.
Onderzoek
Het voorliggende plan maakt op enkele locaties ontwikkelingen mogelijk waarvan een verkeersaantrekkende werking uitgaan. Deze extra verkeersbewegingen, zijn gezamenlijk echter van een zodanige omvang dat de gezamenlijke bijdrage aan de luchtkwaliteit verwaarloosbaar zal zijn. Met behulp van de NIBM-tool van Infomil kan worden bepaald dat onderzoek naar de bijdrage aan de luchtkwaliteit pas nodig is wanneer er sprake is van een aantal extra verkeersbewegingen van meer dan 800 mvt/etmaal (weekdaggemiddelde). Bij aantallen minder dan 800 kan met zekerheid worden gesteld dat de bijdrage aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit minder dan 3% bedraagt.
Het plan draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de concentraties van luchtverontreinigende stoffen in de buitenlucht. Toetsing aan de grenswaarden kan daarom achterwege blijven.
Wel wordt behulp van de saneringstool (www.saneringstool.nl) inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. De Rotterdamseweg vormt gezien het aantal verkeersbewegingen een maatgevende weg voor luchtkwaliteit. De concentraties NO2 en PM10 direct langs deze weg bedragen in 2011 maximaal 29,7 en 25,7 µg/m³.
Conclusie
De concentraties van luchtverontreinigende stoffen langs de Rotterdamseweg voldoen aan de grenswaarden uit de Wlk. Aangezien direct langs de weg wordt voldaan aan de grenswaarden uit de Wlk, zal dit ook in de rest van het plangebied het geval zijn. Concentraties van luchtverontreinigende stoffen nemen namelijk af naarmate de afstand tot de weg groter wordt. Geconcludeerd wordt dat de Wlk de uitvoering van het plan niet in de weg staat.