direct naar inhoud van 6.8 Externe veiligheid
Plan: Donckse Velden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0597.BPSLIK2010DoncVeld-OH01

6.8 Externe veiligheid

Normstelling en beleid

Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen vierentwintig uur per dag en gedurende het gehele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Risicovolle inrichtingen

Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna Bevi) in werking getreden. Met het Besluit wordt beoogd een wettelijke grondslag te geven aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het Besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten6. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft.

Het Bevi bevat geen grenswaarde voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR (zie hieronder) geldt daarbij als buitenwettelijke oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

In augustus 2004 is de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen in de Staatscourant gepubliceerd. In deze Circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de Circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde.

Op basis van de Circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht7. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De Circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.

Begin 2010 zal het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (BTEV) worden vastgesteld. In dat Besluit en het bijbehorende basisnet worden zones ten opzichte van de rand van de weg opgenomen (KOV-zone) waarbinnen geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd. Daarnaast worden in de omgeving van deze transportroutes beperkingen opgelegd in verband met de mogelijke effecten van een optredende plasbrand. De huidige risiconormering ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen volgt uit de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen.

Onderzoek

Inrichtingen

In de directe omgeving van het plangebied is één Bevi-inrichting gelegen. Het betreft het lpg-tankstation bestemmingsplan Bolnes dat is gelegen aan de Benedenrijweg 184, ten noordwesten van het plangebied. Het tankstation heeft een vergunde jaardoorzet van 1.000 m³ lpg. Het plangebied is gelegen buiten het invloedsgebied van deze inrichting zodat er geen sprake is van invloed van externe veiligheidsrisico's.

Ten noorden van het plangebied, aan de Benedenrijweg 158, bevindt zich Verhoevens Emballagefabriek. Dit is een risicovolle inrichting vanwege de opslag van gevaarlijke stoffen. Er geldt geen PR 10-6-contour. In de directe omgeving van de inrichting worden met het plan geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De afstand tot de beoogde woningen die het meest nabij gelegen zijn, bedraagt 300 m. Er zal geen sprake zijn van een verhoging van het GR.

Binnen de inrichting van Schiepo BV, gelegen aan de Ringdijk 486, is een bovengrondse propaantank aanwezig. Vanwege de bovengrondse ligging geldt voor deze tank een PR 10-6-contour van 40 m. De hoeveelheid opgeslagen propaan is onbekend. In de omgeving van de inrichting worden geen (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk gemaakt. De afstand tot Huys ten Donck, waar ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, bedraagt circa 400 m. Het invloedsgebied van de propaantank reikt niet tot deze locatie. Overige ontwikkeling worden mogelijk gemaakt op grotere afstand van de inrichting, externe veiligheid speelt derhalve geen rol.

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg

De afstand tot de A15 bedraagt circa 1.300 m zodat er geen sprake is van risicocontouren of effectenafstanden die reiken tot in het plangebied. Er vindt tevens vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de nabijgelegen Rotterdamseweg. Uit een recent advies van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond volgt dat voor de Rotterdamseweg rekening moet worden gehouden met een PR 10-6-contour die net buiten de weg is gelegen. De beoogde woningen langs de Donckselaan zijn gelegen op een afstand van circa 250 m van de Rotterdamseweg zodat er geen sprake is van invloed op de hoogte van het GR.

Buisleidingen

Parallel aan de watergang die is gelegen ten westen van de Randweg is een hogedruk aardgasleiding gelegen. Deze leiding met kenmerk A-518-KR-049 heeft een druk van 66 bar een diameter van 30 inch. Vooruitlopend op het besluit Buisleidingen, wordt in dit plan rekening gehouden met het PR en het GR rond de hogedruk aardgasleiding, Voor de hogedruk aardgasleiding in het plangebied geldt een PR 10-6-contour van 0 m en een inventarisatieafstand voor het GR van 380 m. Binnen deze afstand vindt geen ontwikkeling plaats van (beperkt) kwetsbare objecten. De afstand tot de beoogde woningen aan de Donckselaan bedraagt circa 500 m.

In de omgeving van de leiding zal sprake zijn van een toename van het aantal aanwezige personen binnen de inventarisatieafstand. Het perceel aangrenzend aan buitenplaats Huys ten Donk zal namelijk worden ontwikkeld tot natuurgebied dat tevens zal worden gebruikt voor extensieve recreatie. Het aantal aanwezige personen zal niet van invloed zijn op de hoogte van het GR, mede gezien het feit dat de aanwezige personen slechts gedurende een korte tijd in het gebied verblijven. Daarbij komt dat er verbindingen worden gemaakt met de bestaande woonwijk ten oosten van de randweg zodat voor een deel van de aanwezige personen in het recreatiegebied slechts sprake zal zijn van een verplaatsing binnen het invloedsgebied van de leiding.

De afstand tot Huys ten Donck bedraagt circa 370 m zodat een eventuele toename van het aantal aanwezige personen op deze locatie, gezien de afstand tot de leiding, eveneens niet van invloed zal zijn op de hoogte van het GR. Een groepsrisicoberekening en een verantwoording van het GR zijn daarom achterwege gelaten.

Conclusie

Geconcludeerd wordt de risicobronnen in het plangebied en omgeving geen beperking opleveren voor de uitvoering van het plan. Het plan voldoet aan de normstelling en het beleid ten aanzien van externe veiligheid.