direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Hekendorperweg 36
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0589.1579000-VA01

3.3 Provinciaal beleid

Provinciale ruimtelijke verordening, provincie Utrecht (2009)

Gedeputeerde Staten hebben op 21 september 2009 de provinciale ruimtelijke verordening vastgesteld. De verordening bevat bepalingen die bij het opstellen van onder meer bestemmingsplannen in acht moeten worden genomen, opdat de provinciale belangen op het gebied van ruimtelijke ordening doorwerken op gemeentelijk niveau.

In de verordening is het plangebied aangemerkt als Landelijk gebied 2. Hier ligt het accent op het agrarisch grondgebruik, waarbij regels zijn gesteld ter bescherming en versterking van de in het plangebied voorkomende landschappelijke waarden en landschapstypen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0589.1579000-VA01_0009.png"

Figuur 3.2 Kaartuitsnede provinciale ruimtelijke verordening

De verordening laat in vier gevallen verstedelijking toe in Landelijke gebieden. Één van de voorwaarden is dat de verstedelijking plaatsvindt in aansluiting op een gebied dat is aangeduid als 'Stedelijk gebied' . In artikel 4.2 van de verordening wordt aangegeven aan welke voorwaarden de verstedelijking in dat geval moet voldoen:

  • a. verstedelijking resulteert in verbetering van de ruimtelijke kwaliteit;
  • b. bebouwing vindt niet plaats buiten de bestaande bebouwingsenclaves of bebouwingslinten;
  • c. belangen van bestaande omringende functies worden niet onevenredig aangetast.

Indien sprake is van een verstedelijking in landelijk gebied moet de toelichting op een bestemmingsplan een ruimtelijke onderbouwing bevatten, mede in relatie tot de zonering van het landelijk gebied. Een beeldkwaliteitsparagraaf maakt onderdeel uit van de ruimtelijke onderbouwing.

Onder kwaliteitsverbetering wordt in de verordening verstaan: koppeling nieuwbouw aan sanering of ingrijpende transformatie. De grootte en verschijningsvorm van de nieuwbouw dient te passen binnen het omringende landschap en de bestaande bebouwing. Cultuurhistorische waarden worden niet onevenredig aangetast en de inhoud moet aansluiten bij de omliggende bebouwing.

Geconcludeerd wordt dat de beoogde ontwikkeling voldoet aan de voorwaarden van de verordening. De beoogde nieuwbouw wordt gekoppeld aan een ingrijpende transformatie van het gebied. Hierbij wordt voldoende rekening gehouden met de cultuurhistorische waarden van de voormalige touwfabriek. Voor een toelichting op dit aspect wordt verwezen naar paragraaf 4.12 Cultuurhistorie.

Kwaliteitsgids Utrechtse landschappen, katern Groene Hart (2011)

Met het uitwerken van de kernkwaliteiten in de kwaliteitsgids geeft de provincie Utrecht antwoord op een aantal vragen. Het doel van de kwaliteitsgids is het concreet maken van de kernkwaliteiten van de Utrechtse landschappen, zodat iedereen begrijpt over welke elementen het gaat. Het tweede doel van de kwaliteitsgids is het bieden van inspiratie en houvast voor het omgaan met ontwikkelingen zodat de kernkwaliteiten voor de toekomst zijn zekergesteld en zelfs beter beleefbaar worden. De kwaliteitsgids bestaat in totaal uit één koepelkatern en zes gebiedskaternen. Het plangebied ligt in het katern Groene Hart.

In het koepelkatern is de beleidsrelevante informatie opgenomen, waaronder een uitleg van de doelen en doelgroep van de kwaliteitsgids, een schets van het vigerende beleidskader en een opmaat naar de wijze waarop de provincie de kwaliteitsgids in verschillende trajecten wil laten landen.

Kenmerken Groene Hart

De (veen)weidegebieden in het Groene Hart zijn het meest kenmerkend voor het nationaal Landschap Groene Hart, waarin het plangebied is gelegen. Ze bestaan al duizend jaar en zijn ontstaan op basis van menselijke ingrepen in de fysieke ondergrond en waterhuishouding. Karakteristiek voor de (veen)weidegebieden zijn de verschillende verkavelingspatronen met smalle kavels en veel sloten en de aanwezigheid van kaden, dijkjes, lintdorpen, oude dorpskernen, kronkelende veenriviertjes, openheid, vee, (weide)vogels, rietlanden en moerassige delen. De veenweidegebieden zijn, ook op Europees niveau, de best bewaarde cultuurlandschappen die ingericht zijn voor de landbouw.

Ambities

De provincie Utrecht geeft als hoofdambitie voor het Groene Hart: het versterken van de landschappelijke diversiteit. Deze hoofdambitie betekent geen groen licht voor alles wat lokaal kan leiden tot meer diversiteit. Integendeel: kapstok en leidraad voor diversiteit in het Utrechtse Groene Hart is het kenmerkende onderscheid tussen de twee landschappelijke families, de velden en de zones, en de soms zeer karakteristieke verschillen tussen de acht 'familieleden' daarvan. De provincie Utrecht vindt dat in het grootste nationale Landschap van Nederland dit hogere schaalniveau bij iedereen op het netvlies moet staan.

Op de ambitiekaart uit de kwaliteitsgids is het plangebied gelegen in de open polder (zie figuur 3.3).

afbeelding "i_NL.IMRO.0589.1579000-VA01_0010.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0589.1579000-VA01_0011.png"  

Figuur 3.3 Uitsnede Ambitiekaart Groene Hart

De focus in het Groene Hart ligt op het behouden, benutten en versterken van de contrasten tussen:

  • 1. openheid en intimiteit;
  • 2. rust en reuring;
  • 3. oude en nieuwe overgangen.

In het kader van de beoogde ontwikkeling wordt geconcludeerd dat er voldoende rekening gehouden is met de doelstellingen uit de Kwaliteitsgids voor het Groene Hart. In het ontwerp is rekening gehouden met het kenmerkende slotenpatroon van het open veenweidegebied met zijn karakteristieke langgerekte verkaveling. Er wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van de bestaande bebouwing. Het open landschap wordt hierdoor niet aangetast.