Plan: | Molenwal |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0589.0000190313-VA02 |
In de onderstaande paragraaf wordt ingegaan op het aspect verkeer en parkeren. Hiermee wordt voldaan aan de provinciale 'Mobiliteitstoets' (zie paragraaf 3.3).
Verkeersstructuur
Het plangebied wordt ontsloten via de Utrechtsestraatweg (N228), de Molenwal en de Molenstraat. De Molenwal en Molenstraat zijn erftoegangswegen waar een maximumsnelheid van 30 km/h geldt. De Utrechtsestraatweg (N228) is een gebiedsontsluitingsweg met een maximumsnelheid van 50 km/h. De Molenwal en Molenstraat staan beide in verbinding met de Utrechtse straatweg welke het plangebied verbindt met de overige wegenstructuur.
Het fietsverkeer op de Utrechtsestraatweg heeft de beschikking over een vrijliggend fietspad aan beide zijden van de weg. Op de Molenwal en de Molenstraat wordt het fietsverkeer, geheel volgens het Duurzaam Veilig principe, gemengd met het overige verkeer afgewikkeld.
Er is een bushalte gesitueerd op circa 100 m van de locatie. Deze halte wordt bediend door bussen in de richtingen Gouda en Utrecht.
Verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling
In het plangebied zullen 35 nieuwe woningen en voorzieningen gerealiseerd worden. Dit zal leiden tot extra verkeer van en naar het plangebied. De mogelijkheid bestaat om de ruimte welke voor voorzieningen gereserveerd is, beschikbaar te stellen voor de realisatie van 4 woningen. Bij het bepalen van de verkeersgeneratie ten gevolge van de ontwikkeling van het plangebied, wordt onderscheid gemaakt in deze twee situaties.
Op grond van de kengetallen in publicatie 256 (CROW, 2007) bedraagt de verkeersgeneratie van woningen 6 mvt/etmaal. Voor de voorzieningen is uitgegaan van de verkeersgeneratie van een gezondheidscentrum welke 23,1 mvt/etmaal per 100 m² bedraagt, bij een ligging in de rest bebouwde kom.
Tabel 4.10.1 Berekening verkeersgeneratie
functies | kencijfer | verkeersgeneratie | |
Situatie 1 | 35 woningen | 6 mvt/etmaal per woning | 210 |
410 m² gezondheidscentrum | 23,1 mvt/etmaal per 100 m² | 95 | |
Situatie 2 | 39 woningen | 6 mvt/etmaal per woning | 234 |
Dit komt neer op een totale verkeersgeneratie van circa 305 mvt/etmaal in de eerste situatie.
In de tweede situatie zal de verkeersgeneratie circa 234 mvt/etmaal bedragen. Situatie 1 is dus maatgevend.
Aangenomen is dat circa 50% van het verkeer over de Molenstraat en 50% over de Molenwal wordt afgewikkeld. Vanuit een worstcasebenadering is de volledige verkeerstoename toegedeeld op de N228. In tabel 4.10.2 is de verkeersintensiteit van de omliggende wegen weergegeven. De verkeersgegevens van de Utrechtsestraatweg zijn ontleend aan tellingen van de provincie Utrecht uit 2011. Voor de Molenwal en Molenstraat is een aanname van de intensiteit gedaan. Voor de extrapolatie naar het maatgevende jaar 2023 is uitgegaan van een autonome groei van 1,0% per jaar. Uit historische tellingen blijkt dat de autonome verkeersgroei de afgelopen jaren is afgenomen en over het algemeen lager ligt dan 1%. Vanuit een worstcasebenadering is aangesloten bij een autonome groei van maximaal 1% per jaar.
Tabel 4.10.2 Verkeersintensiteit in mvt/etmaal
2011 | 2023 | inclusief ontwikkeling* | |
Utrechtsestraatweg | 9.024 | 10.168 | 10.500 |
Molenwal | - | 300 | 500 |
Molenstraat | - | 300 | 500 |
* afgerond op 100-tallen
Naar verwachting zal dit niet leiden tot een verslechtering van de verkeersafwikkeling aangezien de maximale capaciteit van de betreffende wegen nog niet wordt bereikt en de verkeerstoename op de verschillende wegen gering is.
Parkeren
Voor de berekening van de parkeerbehoefte wordt aangesloten bij de parkeernormen welke opgesteld zijn op basis van het CROW en VDG-stedenbouw en opgenomen zijn in het beeldkwaliteitplan van de gemeente Oudewater. Door de gemeente is een parkeerbalans aangeleverd, zie tabel 4.10.3.
Tabel 4.10.3 Berekening parkeerbehoefte
functie | aantal | norm | parkeerbehoefte | ||
Fysiotherapeuten | 4 | 1,7 | 6,8 | ||
Torenstede | 9 | 1,8 | 16,2 | ||
Molenhof | 8 | 1,8 | 14,4 | ||
Statenzicht | 2 | 1,5 | 3 | ||
16 | 1,3 | 20,8 | |||
Totaal | 39 | 61 | |||
Aantal parkeerplaatsen dat gerealiseerd wordt | 71 | ||||
Overschot parkeerplaatsen | 10 |
Uit bovenstaande tabel blijkt dat 61 parkeerplaatsen benodigd zijn. Met de realisatie van 71 parkeerplaatsen wordt dan ook in de eigen parkeerbehoefte voorzien.
In de bovenstaande tabel is uitgegaan van de verwezenlijking van een praktijkruimte voor fysiotherapeuten. Deze hebben een parkeerbehoefte van 6,8 parkeerplaats. Wordt deze ruimte benut voor 4 startersappartementen in plaats van de praktijkruimte voor gezondheidszorg, dan vervalt de parkeerbehoefte van 6,8 parkeerplaatsen en is er sprake van een parkeerbehoefte van 5,2. In dit geval is er dus nog één parkeerplaats extra.
Conclusie
De ontsluiting voor de verschillende vervoerswijzen is goed te noemen. De nieuwe ontwikkelingen zullen leiden tot extra verkeer van en naar het plangebied. Dit zal naar verwachting niet leiden tot problemen bij de afwikkeling van het verkeer. Gezien de geringe toename. Met de realisatie van 71 parkeerplaatsen worden voldoende parkeerplaatsen aangelegd om in de eigen parkeerbehoefte te kunnen voorzien. Het aspect verkeer zal de ontwikkeling, gelet op de uitkomsten uit de Mobiliteitstoets niet in de weg staan.