Plan: | Nieuw-Beijerland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0588.BPNBA11-VG01 |
Normstelling en beleid
Ondergrondse buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen
Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. Deze AMvB sluit aan bij de risiconormering uit het Bevi. Dat betekent dat de toetsings- en bebouwingsafstand worden vervangen door een afstand voor het plaatsgebonden risico (PR) en een afstand voor het invloedsgebied van het groepsrisico (GR). Voor het PR geldt dat er binnen de risicocontour van 10-6 geen kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Voor het GR geldt, indien er objecten binnen het invloedsgebied liggen, een verantwoordingsplicht. In een aantal situaties kan worden volstaan met een beperkte verantwoording van het GR. Het betreft de volgende situatie:
In verband met de bescherming en het beheer van leidingen, dient tevens een belemmeringenstrook bestemd te worden. Binnen deze afstand is in beginsel geen bebouwing toegestaan.
Hoogspanningsverbindingen
In een tweetal brieven, d.d. 4 oktober 2005 en 4 november 2008 heeft de minister van VROM een advies uitgebracht met betrekking tot de aan te houden afstanden van gevoelige functies tot bovengrondse hoogspanningsverbindingen. De staatssecretaris adviseert geen nieuwe gevoelige functies te realiseren binnen de indicatieve zone. Gevoelige functies zijn functies waarin kinderen van 0 tot 15 jaar langdurig kunnen verblijven zoals wonen, scholen en kinderopvangvoorzieningen. De aan te houden afstanden gelden voor nieuwe situaties. Per bovengrondse hoogspanningslijn is door het ministerie de breedte van de 'indicatieve zone' aangegeven.
Onderzoek
Ten noorden en noordoosten van het plangebied is een leidingenstraat aanwezig waarin diverse buisleidingen zijn gelegen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze leidingen zijn deels in het noordoosten van het plangebied gelegen. Het gaat om hogedrukaardgasleiding en enkele olieleidingen. In het noordoosten van het plangebied bevindt zich tevens een bovengrondse 380 kV hoogspanningsleiding.
Figuur 5.2 Leidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen (bron: risicokaart.nl)
Aardgasleiding
De aardgasleiding treedt het plangebied binnen vanuit het noordoosten en loopt na een afsluiterschema in de buurt van het lpg–tankstation verder naar het bedrijventerrein tot aan een gasontvangstation dat is gelegen aan de Nijverheidsstraat.
Tabel 1 Kenmerken hogedrukaardgasleiding
Leiding | diameter, druk |
PR 10-6 | Invloedsgebied GR | zakelijke rechtstrook |
W-507-01 | 12”/4", 40 bar | 0 m | 140 m / 45 m | 5 m |
De leiding heeft tot aan het afsluiterschema een diameter van 12' en een druk van 40 bar en gaat daarna over in een leiding met een diameter van 4' en een druk van 40 bar.
Omdat deze leiding in het plangebied is gelegen dient op grond van het Besluit externe veiligheid buisleidingen inzicht te worden gegeven in het PR en het GR. Daarvoor is een risicoberekening uitgevoerd met het rekenprogramma CAROLA. Het rapport is opgenomen in Bijlage 5. Uitkomst van de berekening is dat de PR 10-6 contour niet buiten de inrichting is gelegen. Het groepsrisico bedraagt ruim minder dan 0,1 maal de oriënterende waarde.
Olieleidingen
Binnen de leidingenstrook die ten noordoosten van het plangebied is gelegen en deels door het plangebied loopt bevinden zich verscheidene buisleidingen voor het vervoer van (ruwe) olie. Het betreft buisleidingen voor het vervoer van brandbare vloeistoffen uit de K1 categorie.
Tabel 2 Kenmerken K1 buisleidingen
Leiding |
diameter, druk |
PR 10-6 | Invloedsgebied GR | |||
RRP Ruwe olieleiding |
36” 43 bar |
33 m | enkele meters > 33 m | |||
R'dam -Antw. Pijpleiding maatschappij Ruwe olieleiding |
34", 52 bar | 34 m | enkele meters > 34 m | |||
PPS BV K1 buisleiding |
8", 80 bar | 13 m | 29 m | |||
Total K1 buisleiding |
24", 60 bar | 25 m | enkele meters > 25 m |
Op grond van het Besluit externe veiligheid buisleidingen dient ook voor de vier bovenstaande buisleidingen inzicht te worden gegeven in het PR en het GR. De PR 10-6 contouren en het invloedsgebied voor het groepsrisico zijn overgenomen uit de publicatie van het RIVM7. Met de Rotterdam-Rijn Pijpleidingmaatschappij is contact opgenomen om na te gaan of deze afstanden nog steeds kloppen en dat blijkt juist te zijn. Ook voor de andere leidingen wordt daarom aangenomen dat de PR 10-6 contour niet is gewijzigd. Een berekening is niet nodig aangezien de afstand tot de nabijgelegen bedrijfsbebouwing circa 150 m bedraagt. De meest nabij gelegen bebouwing betreft de bedrijfswoning bij het LPG-tankstation op een afstand van circa 70 m van de leiding. Gelet op de afstand tot de nabijgelegen objecten en het feit dat er in de omgeving van de buisleidingen geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt voldoet het plan aan de grenswaarde voor het PR.
Omdat er geen bebouwing aanwezig is binnen het invloedsgebied voor het groepsrisico is een nadere beschouwing van het groepsrisico van de K1 buisleidingen achterwege gelaten. Voor de K1 buisleidingen is een zakelijke rechtstrook opgenomen van 5 m aan weerszijde van de leidingen. Voor deze leidingen is één bestemmingsregeling opgenomen waarbij de maximale diameter is bepaald op ten hoogste 36".
Hoogspanningsleiding
In het noordoosten van het plangebied bevindt zich een bovengrondse hoogspanningsleiding Het gaat om de 380 kV hoogspanningsverbinding Crayestein–Maasvlakte. Deze leiding heeft een zakelijke rechtstrook van 76 m (38 m aan weerszijden). Voor de leiding geldt tevens een indicatieve zone van 200 m aan weerszijden van de leiding. Binnen de indicatieve zone worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Daarnaast wordt in alle gevallen voldaan aan de aan te houden zakelijke rechtstrook. Geconcludeerd wordt dat de hoogspanningsleiding geen beperkingen oplevert voor het bestemmingsplan.