Plan: | Nieuw-Beijerland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0588.BPNBA11-VG01 |
Toetsingskader en uitgangspunten
Normstelling en beleid
Binnen het plangebied ligt een bedrijventerrein en verspreid over de kern enkele bedrijven. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen van belang dat:
Met het oog hierop is in het bestemmingsplan gezorgd voor een voldoende afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Met behulp van een milieuzonering is per deelgebied aangegeven welke bedrijfsactiviteiten op een locatie kunnen worden uitgeoefend. De milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De milieuzonering en de gebruikte Staten van Bedrijfsactiviteiten zijn gebaseerd op de VNG–publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009).
Gehanteerde werkwijze
Gelet op het verschillende karakter van het bedrijventerrein en de verspreid liggende bedrijvigheid in het plangebied wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van twee verschillende Staten van Bedrijfsactiviteiten, te weten:
Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de beide Staten van Bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar bijlagen 2 en 3 van deze toelichting.
Onderzoek milieuzonering bedrijventerrein
Omgevingstypen bepalend voor de milieuzonering
Voor de te hanteren richtafstanden tussen bedrijven en woningen wordt in het voorliggende plan2 onderscheid gemaakt tussen twee omgevingstypen: 'rustig woongebied' en 'gemengd gebied'.
Verder wordt binnen het bedrijventerrein per bedrijf één bedrijfswoning toegestaan. Dit komt overeen met ontwikkelingsmogelijkheden op grond van het voorgaande bestemmingsplan. Voor bedrijfswoningen geldt dat er reeds sprake is van een verhoogde milieubelasting, er worden daarom minder hoge eisen worden gesteld aan het woon– en leefklimaat. De richtafstanden die gelden ten opzichte van een rustige woonwijk worden bij bedrijfswoningen met twee afstandsstappen verlaagd. Feitelijk komt dit erop neer dat direct naast bestaande en nieuwe bedrijfswoningen bedrijven uit categorie 3.1 toelaatbaar zijn. De bedrijven moeten in hun bedrijfsvoering rekening houden met de mogelijkheid.
Op grond van de bovenstaande uitgangspunten en de beschikbare ruimte op het bedrijventerrein is een zonering voor de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten uitgewerkt. Afhankelijk van de afstand tot de omliggende woningen worden bedrijven uit milieucategorie 2 oplopend tot maximaal categorie 3.1 toegelaten. De betreffende richtafstanden ten opzichte van een rustig woongebied bedragen 30 m (categorie 2) en 50 m (categorie 3.1). Hogere categorieën worden niet algemeen toegelaten, omdat in dat geval niet aan de richtafstanden ten opzichte van woningen of bedrijfswoningen kan worden voldaan.
Hierbij is eveneens rekening gehouden met bestaande bedrijfswoningen en de mogelijkheid voor nieuwe bedrijfswoningen. Aangezien deze op alle percelen op het bedrijventerrein mogelijk zijn, is een milieucategorie van 3.1 ten hoogste toelaatbaar. Dit betekent voor enkele percelen een inperking van de algemene toelaatbaarheid van milieucategorie 3.2 ten opzichte van het voorgaande bestemmingsplan. In dit bestemmingsplan waren bedrijfswoningen namelijk algemeen toelaatbaar bij bedrijven tot en met milieucategorie 3.2. Bij het opstellen van het voorliggende bestemmingsplan is overwogen om wel bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 toe te staan, rekening houdend met de bestaande bedrijfswoningen. Het aantal nieuwe bedrijfswoningen zou in dat geval aanzienlijk worden beperkt. Bedrijven uit categorie 3.2 zijn in die variant toegestaan op een afstand van ten minste 30 m van bestaande bedrijfswoningen. Gebleken is echter dat in de huidige situatie verspreid over het bedrijventerrein diverse bedrijfswoningen aanwezig zijn zodat er slechts één perceel is waarop een bedrijf uit milieucategorie 3.2 algemeen toelaatbaar zou zijn. De gemeente is van mening dat dit niet opweegt tegen het schrappen van de mogelijkheid om bij elk bedrijf een bedrijfswoning te realiseren.
Overigens kunnen de huidige bedrijven die in een hogere categorie vallen dan 3.1 hun bedrijfsvoering gewoon voortzetten. Zie daarvoor hierna onder 'Inventarisatie en toelaatbaarheid reeds aanwezige bedrijven/milieubelastende functies'.
Onderzoek milieuzonering gebieden met functiemenging
Zoals eerder aangegeven komen binnen het plangebied op een enkele locatie ook bedrijven voor tussen of gemengd met woningen of andere gevoelige functies. De betreffende functiemengingsgebieden betreffen een mix van woningen, maatschappelijke voorzieningen, bedrijven en (in enkele gevallen) centrumvoorzieningen.
Voor deze gebieden wordt de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' toegepast. De toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten wordt daarbij niet bepaald op basis van richtafstanden maar op basis van omgevingscriteria. Gelet op de aard van deze gebieden worden hier activiteiten uit maximaal categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' algemeen toelaatbaar geacht. Dit zijn activiteiten die in een gemengd gebied direct naast woningen toelaatbaar zijn.
Inventarisatie en toelaatbaarheid reeds aanwezige bedrijven/milieubelastende functies
De in het plangebied aanwezige bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in de categorieën van de gebruikte Staten van Bedrijfsactiviteiten (zie bijlage 3). Enkele bedrijven vallen in een hogere categorie dan volgens de uitgewerkte milieuzonering algemeen toelaatbaar is. Deze bedrijven krijgen een aanduiding op de plankaart. Hierdoor zijn deze specifieke bedrijfsactiviteiten, naast de bedrijfsactiviteiten uit de algemeen toelaatbare categorieën, volgens het bestemmingsplan toegestaan. Gelet op de ligging van deze bedrijven op het bestaande bedrijventerrein en het huidige functioneren van dit bedrijventerrein acht de gemeente het niet wenselijk de betreffende bedrijven weg te bestemmen of te verplaatsen.
Bedrijven die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken (zoals bedoeld in de Wet geluidhinder) worden, conform de voorgaande bestemmingsplannen, nergens toegestaan. Hetzelfde geldt voor planMER–plichtige bedrijven en Bevi–bedrijven.
Conclusie
In dit bestemmingsplan wordt door de gehanteerde milieuzonering, die in de bestemmingsplanregeling is opgenomen, zorg gedragen voor een goed woon– en leefklimaat ter plaatse van de woningen en worden de bestaande bedrijven niet in hun functioneren belemmerd. Geconcludeerd wordt dat het aspect bedrijven en milieuhinder de uitvoering van het plan niet in de weg staat.