Plan: | Nieuw-Beijerland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0588.BPNBA11-VG01 |
Het plangebied bestaat uit een groot woongebied met in het noordoosten van het plangebied een bedrijventerrein. In het noordwestelijk deel van het plangebied is het centrum van Nieuw–Beijerland gelegen. Hier komt naast wonen ook diverse andere functies voor, zoals detailhandel, horeca en dienstverlening. Binnen het woongebied komen naast de woonfuncties diverse andere functies voor zoals maatschappelijke voorzieningen, sport en recreatie. De volgende deelgebieden worden onderscheiden en beschreven: de oude dorpskern, de oudere naoorlogse uitbreidingen, Doelweijk, de woonwijken Oost I en Oost II en het bedrijventerrein. Deze deelgebieden zijn weergegeven in figuur 3.1.
De oude dorpskern lag rond 1850 in het gebied dat begrensd werd door de Nieuw–Beijerlandsche Kreek (Swaneblake), de Spuidijk, de Achterstraat–Achterdoel en de Laning. Karakteristiek voor de oude dorpsplattegrond van Nieuw–Beijerland is de rechthoekige indeling van de dorpsplattegrond met een rechthoekig wegenpatroon en een centrale positie van de kerk. In tegenstelling tot de meeste andere dorpen op de Zeeuwse eilanden ontbreekt een min of meer ronde kerkring. De kerk is 'overhoeks' gesitueerd op een rechthoekige kavel en wordt omringd door een rechthoekige gracht.
Door de rechthoekige opzet is er sprake van een duidelijke variant op het voor de regio karakteristieke beeld van Voor– en Achterstraten en de kerkring. Een centraal op de kerk gerichte straat – de voor de Zeeuwse dorpen kenmerkende Voorstraat – met twee parallel gelegen Achterstraten ontbreekt. Vanaf de Spuidijk leiden (gezien van west naar oost) een Voor–, Middel– en Achterstraat (die successievelijk overgaan in een Voor–, Middel– en Achterdoel) het dorp in. Deze wegen worden onderling verbonden door drie dwarsverbindingen, namelijk het Marktveld, de Kerkstraat en de Laning.
In de oude plattegrond van Nieuw–Beijerland ligt de kerk niet aan het einde van een Voorstraat maar aan de Middelstraat en de Achterstraat (op het punt waar beide wegen worden gekruist door de Kerkstraat en daarbij overgaan in het Middeldoel en Achterdoel). Direct bij de aansluiting van de Kerkstraat op de Voorstraat bevindt zich het oude raadhuis. Waar de Kerkstraat aan de oostzijde van de oude kern het dorp verlaat en overgaat in de 's–Gravenweg bevind zich ook de aansluiting op de in zuidelijke richting gelegen Dorpsweg. In latere tijd is de Kerkstraat westwaarts doorgetrokken naar de Oudendijk. De twee hoofdstraten uit de oude dorpsplattegrond, namelijk de Voorstraat en de Kerkstraat kenmerken zich ook nu nog door het relatief ruime profiel van de openbare ruimte.
De rechthoekige opzet van de oude kern wordt versterkt door de aanwezige bomenrijen van de Voor–, Middel–, en Achterstraten en –doelen. Daarnaast heeft ook de Kerkstraat een groen karakter zij het dat deze straat minder eenduidig met bomenrijen is ingericht. De Kerkstraat ontleent het groene karakter mede aan het door een gracht omgeven 'kerkhof'. Door de rechthoekige opzet van de oude dorpskern en de relatief ruime straatprofielen zijn er lange zichtlijnen vanuit de oude dorpskern naar de Spuidijk mogelijk. Alleen ter hoogte van de Achterstraat wordt de aanvankelijk aanwezige zichtlijn nu geblokkeerd door de nieuwbouw in de omgeving van de Dijkstraat.
Karakteristiek voor dorpen als Nieuw–Beijerland is de aanwezigheid van buitendijks gelegen dijkbebouwing bij de haven tegenover de Voorstraat en Middelstraat. Dijkbebouwing aan de binnenzijde van de dijk is echter nauwelijks aanwezig, met uitzondering van enige bebouwing ter hoogte van de Spuistraat en direct ten westen van de oude kern in de nabijheid van de Damsteeg en de kreek.
Door de geringe aanwezigheid van binnendijks gelegen dijkbebouwing is de oude dorpskern in zekere zin afgekeerd van het open water van het Spui. De Spuidijk vormt in die zin een min of meer scheidend ruimtelijk element. Omdat de bebouwing is afgekeerd van de dijk bezit de oude dorpskern een min of meer besloten karakter. Alleen ter hoogte van de Voorstraat is sprake van een sterke ruimtelijke relatie tussen de bebouwing aan de Kaai/Veerstoep en de binnendijkse bebouwing van de Voorstraat.
De Nieuw Beijerlandsche kreek vormt een duidelijke scheiding tussen het dorp en het landschap. Dit beeld wordt echter vervaagd door de kleinschalige bebouwing en de kavels aan de Damsteeg. De bebouwing bezit weinig relatie met het omliggende landschap dat door de Oudendijk gescheiden wordt. Aan de zijde van de kreek is er meer een ruimtelijke relatie ook met de oude dorpskern. Deze relatie wordt bewerkstelligd onder andere door de aanwezigheid van de brug over de kreek en de daarop aansluitende centrale dorpsas van de Tramlijn, Kerkstraat en 's–Gravenweg.
De bebouwing bestaat voornamelijk uit (overwegend) woonbebouwing in één bouwlaag met kap. Incidenteel komen 2 bouwlagen met kap voor. De bebouwing bij de Damsteeg is georiënteerd op de weg en ligt met de achterzijde naar de Oudendijk dan wel naar de kreek toegekeerd. Hoewel ook enkele langsgevels voorkomen langs de Damsteeg liggen de meeste gebouwen met hun noklijn haaks op de Damsteeg. Veelal is sprake van langgerekte en haaks op de Damsteeg gelegen woonpercelen waarbij de bebouwing in de lengterichting met de percelen meeloopt.
De bebouwing in de oude kern bestaat voornamelijk uit woonbebouwing in één of twee bouwlagen met een kap. De kap bestaat veelal uit een zadeldak met een nokrichting haaks op de straat. Karakteristiek is ook de aanwezigheid van een aantal oude boerderijen binnen de oude dorpskern. Binnen of in de directe randzone van de oude dorpskern komen ook verscheidene maatschappelijke voorzieningen en detailhandelsvestigingen voor. Deze zijn vooral geconcentreerd in de Kerkstraat en omgeving en zijn mede van belang voor de latere uitbreidingswijken van Nieuw–Beijerland.
Het kleinschalige bebouwingspatroon, de aanwezigheid van de verschillende soorten historische bebouwing en de relatief ruime straten met bomenrijen geven aan de oude kern een open, groen en dorps karakter. Van alle oude dorpsplattegronden binnen de Hoekse Waard wordt de oude dorpsplattegrond van Nieuw–Beijerland het meest gekenmerkt door de planmatige en rechthoekige opzet. Het overwegend rechthoekige wegenpatroon is in de latere dorpsuitbreidingen minder eenduidig voortgezet.
De huidige dorpsbebouwing is vooral zichtbaar vanaf de aan de noord– en oostzijde van het dorp gelegen Spuidijk en het Buitenom. Aan de zuid– en oostzijde gaat de dorpsbebouwing in belangrijke mate schuil achter de landerijen, de Damsteeg, de met bomen en struiken omzoomde kreek en de vele aan de kreek gelegen achtertuinen aan de kreek. Hoewel elders in de jongere buurten ook wel rode daken voorkomen, kenmerkt het jongere deel van het dorp zich vooral door dorpsbebouwing onder bruin en antraciet gekleurde daken.
Het grootste deel van de huidige dorpsplattegrond wordt gekenmerkt door het overwegend rechthoekige stelsel van wegen. Beeldbepalend voor de oude dorpskern zijn:
Nieuw–Beijerland heeft zich vanuit de oude 19e–eeuwse kern sterk in oostelijke richting ontwikkeld. De huidige dorpsplattegrond kenmerkt zich door een zekere ringvorm met daarbinnen een overwegend rechthoekig verkavelingspatroon. Alleen in het meer zuidoostelijk en –zuidwestelijk gelegen deel van de kern is sprake van een veel vrijere dorpsuitleg.
De dorpsplattegrond wordt sterk bepaald door enkele min of meer noord–zuidgerichte structuurlijnen (namelijk van de Voorstraat–Voordoel, de Maximastraat–Wilhelminastraat, de groenzone langs de Mauritsstraat, Van Treslongstraat en Sabinastraat) die gekruist worden door de structuurlijnen van de Kerkstraat–'s–Gravenweg en Doelweijk–Sabinastraat. Deze structuurlijnen worden plaatselijk (zij het soms gefragmenteerd) versterkt door bomenrijen. De recente aanleg van een randweg heeft geleid tot een min of meer rond omlijnde dorpsplattegrond. Daardoor lijkt het in ruimtelijk opzicht alsof Nieuw–Beijerland zich heeft ontwikkeld ter plaatse van een kleine opwas.
Op een aantal – soms historische – plekken komt ook woonbebouwing voor direct buiten de ringvormige dorpscontour, namelijk ter hoogte van de kaai en de Damsteeg, bij de Veerstoep (op het terrein van de oude scheepswerf) en bij de Stuifakker. Vóór de aanleg van het Buitenom vormden de Voorstraat, de Dorpsweg en de Maximastraat/Julianastraat de belangrijkste entrees naar het dorp. Nadien zijn vooral de entrees vanaf de Ambachtsherenweg, de Handelstraat en de Schoutstraat belangrijk geworden, in bijzonder voor het verkeer vanuit oostelijke en zuidelijke richting. De Voorstraat en de Maximastraat vormen echter nog wel belangrijke entrees vanuit Goudswaard en Piershil en middels het veer vanuit Spijkenisse.
Opvallend voor de latere uitbreidingswijken is de bijzonder sterk overheersende woonfunctie. Maatschappelijke functies zoals scholen zijn hier nauwelijks aanwezig en bevinden zich vooral in of direct bij de oude dorpskern.
De randen van de woonkern hebben een bijzonder groen karakter; enerzijds vanwege het openbare groen (omgeving dijk, kreek, sportvelden, geluidswal en de noordoostelijke parkzone) anderzijds doordat veel van de in de buitenrand gelegen bebouwing met de groene achtererven naar buiten is toegekeerd. De dorpsrand van Nieuw–Beijerland wordt dan ook sterk mede bepaald door de achtertuinen van de dorpsbebouwing. Alleen ter hoogte van de Schutskooi en het noordelijk deel van de Ambachtsherenweg staat de woonbebouwing met de voorzijde naar buiten gekeerd.
In de 20e eeuw is Nieuw–Beijerland vooral in oostelijke richting uitgebreid. Daarbij zijn een aantal deelgebieden te onderscheiden. De 20e–eeuwse woonbebouwing bestaat vooral uit eengezinsrijenwoningen in twee lagen onder kap en uit vrijstaande en twee–onder–een–kapwoningen in vooral één respectievelijk een of twee lagen met kap. Daarnaast komen in de omgeving van de Dreef ook patiowoningen voor.
Naoorlogse uitbreiding
Direct ten oosten van de oude kern tot aan de Mauritsstraat, Van Treslongstraat en de Sabinastraat liggen de eerste naoorlogse woonbuurten waarvan de bebouwingsstructuur nog enige verwantschap bezit met het rechthoekige stratenpatroon in de oude dorpskern. De bij de oude kern gelegen Kerkstraat en Doelwijck lopen door middel van de 's–Gravenweg en de Sabinastraat door tot in dit naoorlogse woongebied. Samen met enkele wegen zoals de Van Egmondstraat en de Beatrixstraat vormen zij een globaal rechthoekig wegen– en bebouwingspatroon. Dit patroon bevat op een aantal plekken openingen naar de meer centraal gelegen binnengebieden met aan woonstraatjes of in hoven geclusterde woningen.
Het merendeel van de woonbebouwing bestaat uit eengezinsrijenwoningen in twee woonlagen met een kap, met uitzondering van de Maximastraat/Julianastraat en de Ridder van Dorpsstraat/Sabinastraat waar ook enkele vrijstaande woningen en veel twee–onder–een–kapwoningen voorkomen.
In tegenstelling met de oude dorpskern bevatten de woonstraten beduidend minder bomenrijen. Het hier aanwezige groen bestaat vooral uit kleinere groenstroken voor of naast woonblokken, vaak in combinatie met parkeren.
Doelweijk
Ter plaatse van de ten zuiden van de oude dorpskern gelegen voormalige buitenplaats 'Doelweijk' is in de periode van 1950 tot 1960 de woonbuurt 'Doelweijk' gerealiseerd. De woonbuurt wordt begrensd door de eenduidig ontworpen rijen– en twee–onder–een–kapwoningen aan de Doelweijk respectievelijk Wilhelminastraat en door de aan de zuidzijde gelegen kreek. De woonbuurt is ontworpen rondom de Van Wassenhovenstraat en een door deze straat omsloten driehoekig vormgegeven plantsoen. De woonbuurt onderscheidt zich duidelijk door het groenrijke karakter en de ten opzichte van de omgeving schuine verkavelingsrichting en de vrijere bebouwingsopzet. De woonbebouwing bestaat alleen uit vrijstaande bungalows en geschakelde patiowoningen in één bouwlaag met kap. Woningen met een extra bouwlaag komen meer voor in de zuidrand van de woonbuurt direct ten noorden van de kreek.
Oost I
De in de tachtiger jaren van de vorige eeuw ontworpen woonwijk Oost I ligt ten oosten van de langgerekte, vanaf de Irenestraat–Handelstraat tot aan de kreek bij het Buitenom doorlopende groenzone.
De wijk Oost l bestaat uit twee woonbuurten, namelijk een rond de 's–Gravenweg en de Schaapskooi gelegen woonbuurt en de ten zuiden van de 's–Gravenweg gelegen woonbuurt De Dreef. De noordelijke woonbuurt bestaat uit een kleinschalige rechthoekige clustering van woonstraatjes en –hoven. De ontsluiting van de woningen geschiedt met behulp van korte verspringende straatjes met bajonetachtige aansluitingen en (parkeer)pleintjes. De woonbebouwing bestaat overwegend uit korte rijtjes met eengezinsrijenwoningen en uit twee–onder–een–kapwoningen. Vrijstaande woningen liggen in de oostrand langs de Schutskooi en – als bedrijfswoningen – in de noordrand langs de Schaapskooi. De bedrijfsbebouwing achter de bedrijfswoningen wordt echter ontsloten vanaf de Handelstraat.
De ruimtelijke structuur van woonbuurt de Dreef wijkt duidelijk af van de rest van het dorp. De woonbuurt sluit langs de Van Treslongstraat en de 's–Gravenweg wel recht aan op het noordelijk en westelijk gelegen woongebied van Nieuw–Beijerland, maar het meer centraal gelegen gebied van de woonbuurt is diagonaal ontworpen ten opzichte van de voor het oudere deel van Nieuw–Beijerland kenmerkende verkavelingspatroon. Dit afwijkende verkavelingspatroon hangt samen met de eveneens onder een hoek gelegen structuur van groen en paden. Het meest centraal gelegen gebied ligt direct aan een parkzone en wordt ontsloten door autovrije woonpaden.
Oost II
De direct ten westen en oosten van de randweg (het Buitenom) gelegen wijk Oost II is de meest recente uitbreiding van Nieuw–Beijerland. De ontwikkeling van deze wijk is gestart in 1995. Belangrijke aspecten bij de ontwikkeling van de wijk vormde de aanleg van de randweg en de uitbreiding van het bedrijventerrein (omgeving Handelstraat).
De vrijere ruimtelijke structuur van woonbuurt De Dreef is hier aan de overzijde van de parkzone verder doorgezet. Ook hier wijken de verkavelingsrichtingen en het bebouwingspatroon sterk af van de oorspronkelijk rechthoekige dorpsplattegrond. Centraal binnen de wijk ligt een groene ruimte die westwaarts doorloopt naar de langs de wijk Oost l gelegen groenzone. De woonwijk Oost ll is daardoor te onderscheiden in een noordelijke en een zuidelijke woonbuurt. Mede door de vele korte of slingerende woonstraten en het vele groen bezit de wijk een geheel eigen identiteit.
Het zuidelijk deelgebied bestaat uit een westelijk gelegen deel met korte rijtjes eengezinsrijenwoningen aan weerszijden van de veervormige ontsluitingsroute van de Dreef en een oostelijk gelegen deel (omgeving Vroedschapstraat en Schoutstraat) met vooral vrijstaande woningen en enkele twee–onder–een–kapwoningen. Dit oostelijk deel sluit qua ruimtelijke opzet direct aan bij het noordelijke deelgebied.
Het noordelijke deelgebied bestaat uit drie lange slingerende straten met vrijstaande woningen en een aantal in bogen gebouwde twee–onder–een–kapwoningen en eengezinsrijenwoningen. Ten zuiden van de hoogspanningsleiding is de woonbebouwing gerealiseerd op een korte afstand van het Buitenom. Om deze reden ligt hier een groene geluidswal met watergang tussen de woonbebouwing en het Buitenom. Ter hoogte van de Ambachtsherenweg eindigt de wal in een brede, onder de bovengrondse hoogspanningsleiding gelegen groenzone. Deze groenzone is ingericht met grasvelden, struwelen, bosschages en wandelpaden.
Ten oosten van de randweg ligt de Stuifakker. Deze woningbouwlocatie bestaat uit een vijftal vrijstaande woningen.
Bedrijventerrein
Het bedrijventerrein ligt in de noordoosthoek van het dorp, in een gebied gelegen tussen de Maximastraat en het Buitenom en de Spuidijk, Irenestraat en de omgeving van de Schaapskooi. De belangrijkste ontsluitingsweg is de Handelstraat die in het oosten direct aansluit op het Buitenom. Ter hoogte van de rotonde in het Buitenom–Spuidijk bevindt zich een tankstation.
Aan de westzijde wordt het bedrijventerrein ontsloten door de Irenestraat. Deze straat sluit aan op de Maximastraat die op haar beurt aansluit op de Spuidijk ter hoogte van de Veerstoep.
Het oudere deel van het bedrijventerrein ligt met name in de omgeving van de Irenestraat. De latere oostwaartse uitbreiding van het bedrijventerrein hangt nauw samen met de mede in het kader van de ontwikkeling van de woonwijk Oost ll gewenste aanleg van het Buitenom. Op het bedrijventerrein zijn uitsluitend bedrijven uit de milieucategorieën 1 tot en met 3.2 gevestigd. Omdat het bedrijventerrein direct grenst aan de dorpsbebouwing is de vestiging van niet tot deze categorieën behorende bedrijven op het huidige bedrijventerrein uit oogpunt van de ruimtelijke karakteristiek en de milieukwaliteit van de omgeving minder goed inpasbaar.
Vooral in het oudere westelijk gelegen deel was langere tijd sprake van een minder goede ruimtelijke overgang van het woongebied naar het bedrijventerrein. In het kader van de recente ontwikkelingen ten behoeve van de Poort van Nieuw–Beijerland is 1 bedrijf aan de Irenestraat verdwenen en zijn de vrijkomende kavels benut voor woningbouw. In de omgeving van de Schaapskooi is wel sprake van een zekere ruimtelijke overgang door de aanwezigheid van een zone met bedrijfswoningen. Aan de noord– en oostzijde van het bedrijventerrein is in ieder geval sprake van een goede ruimtelijke inpassing, onder andere door middel van hoogopgaande beplanting langs de Spuidijk en de brede groenzone langs het Buitenom.
De Veerstoep en Poort van Nieuw–Beijerland
Bij het veer zijn enkele appartementengebouwen gerealiseerd. De ligging en de uitstraling van deze gebouwen op een opvallende en historische plek aan het water voegt een geheel nieuw en eigentijds woonmilieu toe aan het dorp. Doordat deze opvallende bebouwing is gesitueerd in het buitendijks gelegen gebied wordt het ruimtelijk contrast met het dorp benadrukt.
Het project De Poort van Nieuw–Beijerland was een ontwikkeling voor het opwaarderen van de toegangspoort tot Nieuw–Beijerland. Deze ontwikkeling is onderbouwd in de rapportage 'Ruimtelijke randvoorwaarden, Poort van Nieuw–Beijerland' van 13 mei 2005.
De Poort van Nieuw–Beijerland bestaat uit de voormalige bedrijfslocatie van de firma Hofstede en de hier tegenover gelegen kavel met verouderde woningen van de woonstichting aan de Dijkstraat en de Maximastraat. Hier zijn 50 nieuwe woningen gerealiseerd in combinatie met een gezondheidscentrum met onder meer een praktijk voor huisartsen en fysiotherapeuten. Ook zijn enkele zorgunits gerealiseerd voor psychogeriatrische patiënten. Op de voormalige bedrijfskavel van Hofstede zijn zowel aan de zijde van de Maximastraat als aan de zijde van de Irenestraat grondgebonden woningen gebouwd. Direct ten zuiden van de Spuidijk is gekozen voor de bouw van twee rond een driehoekig vormgegeven hof geplaatste woonblokken. Op het noordelijke, direct bij de Spuidijk gelegen blok zijn appartementen gebouwd.