direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Kernen gemeente Korendijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0588.BPGWNDPHZBA13-VG01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 2': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Bedrijventerreinen';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Bedrijventerreinen';
  • c. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1 t/m 7': tevens een bedrijfsactiviteit met de SBI–code zoals hierna in de tabel genoemd, uit ten hoogste voor deze bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerreinen':

aanduiding   SBI–code   uit ten hoogste milieucategorie  
specifieke vorm
van bedrijf - 1  
5020.4   3.2  
specifieke vorm
van bedrijf - 2  
281   3.2  
specifieke vorm
van bedrijf - 3  
29   4.1  
specifieke vorm
van bedrijf - 4  
5132 / 5133   3.1  
specifieke vorm
van bedrijf - 5  
29   3.2  
specifieke vorm
van bedrijf - 6  
361   3.2  
specifieke vorm
van bedrijf - 7  
602   3.2  

  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen, inclusief lpg (vml)': tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, inclusief lpg, met daarbij behorende ondergeschikte detailhandel en een autowasstraat;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': uitsluitend een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': tevens een nutsvoorziening;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne': tevens een brandweerkazerne;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'opslag groothandel sportartikelen': tevens opslag groothandel sportartikelen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'werkplaats openbare werken': tevens een werkplaats openbare werken;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': tevens opslag;
  • l. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad– en losvoorzieningen.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen worden binnen in het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 3,2 m;
  • d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • e. per bedrijfsperceel is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan;
  • f. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 750 m³;
  • g. de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 100 m2;
  • h. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m;
  • i. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m;
  • j. bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van ten minste 2 m achter de voorgevellijn van de bedrijfsgebouwen te worden gebouwd;
  • k. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • l. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 9 m;
  • m. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • n. in afwijking van het bepaalde onder m bedraagt de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' ten hoogste 7 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 onder h en i, indien zulks voor een meer doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is en de bereikbaarheid ingeval van calamiteiten in voldoende mate kan worden gewaarborgd.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. behoudens in het bepaalde in lid 4.1 onder d zijn Bevi-inrichtingen niet toegestaan;
  • b. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • c. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • d. Wgh–inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • e. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • f. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van het brutovloeroppervlak niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 2000 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen inclusief lpg' bedraagt de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel ten hoogste 125 m²;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg' bedraagt de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel ten hoogste 125 m²;
  • i. kwetsbare objecten zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi';
  • j. beperkt kwestbare objecten zijn, met uitzondering van bestaande beperkt kwetsbare objecten, niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi'.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijking van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 4.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd.

4.5.2 Afwijking detailhandelsbedrijven

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 teneinde detailhandelsbedrijven in volumineuze goederen mogelijk te maken, met dien verstande dat omgevingsvergunning voor het afwijken uitsluitend mag worden verleend indien het een bedrijf betreft dat voorziet in een lokale behoefte en past bij de schaal en het karakter van het dorp en/of indien het uitplaatsen van een in de kern gevestigd bedrijf betreft en van Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen.

4.5.3 Afwijking beperkt kwetsbare objecten

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 4.4 onder j, indien sprake is van gewichtige redenen en het plaatsgebonden risico ter plaatse niet meer bedraagt dan 10-5.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1 Wijzigingsbevoegdheid Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Het bevoegd gezag kan de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Bedrijventerrein' wijzigen, in die zin dat de categorie–indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de belasting van de desbetreffende typen van bedrijven op het milieu als gevolg van technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geeft.