Plan: | Uitbreiding Goudswaard |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0588.BPGWB13-VG01 |
Beoogde ontwikkeling
In het plangebied worden woningen mogelijk gemaakt. Woningen zijn volgens de Wet geluidhinder geluidsgevoelige functies waarvoor akoestisch onderzoek uitgevoerd dient te worden.
Toetsingskader
Normstelling
Langs alle wegen - met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven - bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones waarbinnen de geluidshinder vanwege de weg moet worden getoetst. De breedte van de geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van binnen- of buitenstedelijke ligging. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening ook bij 30 km/h-wegen de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting te worden onderbouwd.
De geluidshinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat Lden (L day-evening-night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal.
Nieuwe situaties
Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van woningen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Deze hogere grenswaarde mag de uiterste grenswaarde niet te boven gaan. Voor de beoogde binnenstedelijke ontwikkeling geldt een uiterste grenswaarde van 63 dB. De geluidswaarde binnen de geluidsgevoelige bestemming (binnenwaarde) dient in alle gevallen te voldoen aan de in het Bouwbesluit neergelegde norm van 33 dB.
Reconstructies: voorkeursgrenswaarde en plafondwaarden
Volgens de Wet geluidhinder is er sprake van een reconstructie indien als gevolg van fysieke wijzigingen aan een weg de geluidsbelasting aan de gevels van geluidsgevoelige bestemmingen met 1,5 dB of meer toeneemt (afgerond 2 dB). Daarbij geldt dat, wanneer de feitelijke heersende geluidsbelasting voor reconstructie lager is dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, de verhoging moet worden berekend vanaf 48 dB. Onder een fysieke wijziging aan of op de weg wordt onder meer verstaan een wijziging van het profiel of het wegdek, wijziging van de maximumsnelheid of verschuiving van de wegas waarbij de bestaande weg wordt opgeheven. Ook een nieuwe aansluiting op een bestaande weg wordt als reconstructie van die bestaande weg gezien. Een wijziging van alleen de verkeersintensiteiten of de samenstelling van het verkeer is niet aan te merken als reconstructie.
De periode waarover de geluidsbelasting moet worden berekend, is die tussen het jaar vóór de reconstructie en 10 jaar na reconstructie. Het gaat dus niet per definitie om iedere weg waar een aanpassing plaatsvindt. Alleen indien in deze periode de geluidsbelasting met meer dan 2 dB is toegenomen én indien de geluidsbelasting na reconstructie 48 dB of meer bedraagt, is er sprake van een reconstructiesituatie in de zin van de Wet geluidhinder.
De geluidsbelasting aan de gevels van bestaande woningen mag in principe niet met meer dan maximaal 5 dB toenemen. Ook hierbij geldt dat, wanneer de feitelijke heersende geluidsbelasting voor reconstructie lager is dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, de verhoging berekend moet worden vanaf 48 dB. Een toename met meer dan 5 dB is in uitzonderingsgevallen mogelijk, onder meer in de situatie wanneer als gevolg van de reconstructie de geluidsbelasting van een tenminste gelijk aantal woningen langs andere wegen met een tenminste gelijke waarde daalt.
De voorwaarde die verder aan de hogere waarde is verbonden, is dat de vast te stellen hogere waarde niet hoger zijn dan bepaalde plafondwaarden. Reconstructieonderzoek is noodzakelijk naar de effecten van de nieuwe aansluiting van het woongebied op de Vaartweg op de omliggende woningen.
30 km/h-wegen
Zoals gesteld zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h of lager op basis van de Wgh niet-gezoneerd. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Indien dit niet het geval is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevels noodzakelijk, mogelijk en/of doelmatig zijn. Ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting wordt bij gebrek aan wettelijke normen aangesloten bij de benaderingswijze die de Wgh hanteert voor gezoneerde wegen. Vanuit dat oogpunt wordt de voorkeursgrenswaarde en de uiterste grenswaarde als referentiekader gehanteerd. De voorkeursgrenswaarde geldt hierbij als richtwaarde en de uiterste grenswaarde als maximaal aanvaardbare waarde. Aangetoond moet worden of ten gevolge van de interne 30 km/h-wegen sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. In dat kader worden de nieuwe wegen binnen het plangebied en de Polderboom meegenomen in het akoestisch onderzoek naar de nieuwe woningen. Ten aanzien van de Polderboom wordt voorts bezien of het akoestisch klimaat ter plaatse van de bestaande woningen, als gevolg van de nieuwe ontwikkeling, acceptabel is.
Aftrek ex artikel 3.6 RMG
Krachtens artikel 110g van de Wet geluidhinder mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Van de aftrek conform artikel 3.6 uit het Reken- en Meetvoorschrift 2006 is gebruikgemaakt.
Onderzoek
Het plangebied is gelegen binnen de wettelijke geluidszone van de Molendijk en de Vaartweg. Deze wegen hebben een geluidszone van 200 m-250 m uitgaande van 1-2 rijstroken en een deels binnen- en deels buitenstedelijke ligging.
Rekenmethodiek en invoergegevens
Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode I (SRM I) conform het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006. De berekeningen zijn opgenomen in Bijlage 4. Voor de verkeersgegevens wordt aangesloten bij tabel 3.3 en 3.4 uit de verkeersparagraaf.
Resultaten gezoneerde weg
Ten behoeve van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen het plangebied zijn de geluidscontouren van de bestaande wegen van belang, waarvan de geluidszone over het plangebied heen ligt. Indien een dergelijke nieuwe situatie binnen de geluidszone van een weg ligt, dient te worden getoetst aan de normen die de Wet geluidhinder stelt. In tabel 4.1 zijn de geluidscontouren weergegeven van de 48 dB- en 63 dB-contour, de voorkeursgrenswaarde, respectievelijk de uiterste grenswaarde. Tevens zijn de tussenliggende 53 en 58 dB-contouren weergegeven. Voor de 48 dB-contour is gerekend op een waarneemhoogte van 1,5 m, 4,5 m en 7,5 m. Voor de overige contouren is alleen de maatgevende waarneemhoogte berekend. Deze contouren kunnen, bij grondgebonden woningen, worden gehanteerd voor de toetsing van de locaties aan de Wet geluidhinder. De rekenbladen met de gegevens van het akoestisch onderzoek zijn weergegeven in Bijlage 4.
Tabel 4.1 Contourafstanden (m) tot wegas
wegen | snelheid in km/h | 48 dB | maatgevende waarneemhoogte | 53 dB | 58 dB | 63 dB | ||
1,5 m | 4,5 m | 7,5 m | ||||||
Molendijk | 60 | 45 | 56 | 59 | 4,5 m | 23 | 9 | 4 |
Vaartweg | 60 | 13 | 14 | 13 | 4,5 m | 5 | -- | -- |
-- = contour ligt binnen wegdekverharding
Wanneer aan de gevels van de woningen sprake is van overschrijding van de voorkeursgrenswaarde dient onderbouwd te worden of maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting mogelijk of doelmatig zijn. Als dit niet het geval is kan een hogere waarde worden vastgesteld tot maximaal 63 dB. Wanneer in het MFA geluidsgevoelige functies worden gehuisvest, dient ook akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd. Dit onderzoek wordt in het kader van het wijzigingsplan uitgevoerd. Op grond van tabel 4.1 kan gesteld worden dat de uiterste grenswaarde ten gevolge van de gezoneerde wegen niet wordt overschreden. Nader akoestisch onderzoek wordt in het wijzigingsplan uitgevoerd.
Resultaten reconstructieonderzoek
Er wordt een nieuwe weg op de Vaartweg aangesloten, waardoor op grond van de Wgh akoestisch onderzoek uitgevoerd dient te worden. De kortste afstand tussen de bestaande woningen langs de Vaartweg en de wegas bedraagt 16 m. De geluidsbelasting overschrijdt zowel in de huidige als de toekomstige situatie de voorkeursgrenswaarde niet. Er is geen sprake van reconstructie ingevolge de Wgh.
Resultaten niet-gezoneerde wegen
Ten gevolge van de niet-gezoneerde weg binnen het plangebied ligt de contour van de richtwaarde van 48 dB op maximaal 4 m uit de wegas, uitgaande van een maximale intensiteit van 174 mvt/etmaal ter plaatse van de woningen. Aan de gevels van de nieuwe woningen is ten gevolge van de interne weg sprake van een acceptabel akoestisch klimaat. Een belangrijke 30 km/h-weg in de omgeving van het plangebied is de Polderboom. De 48 dB-contour ligt ten gevolge van deze weg op 11 m uit de wegas en ligt daarmee niet over het plangebied. Aangezien de nieuwe woningen aan de kopse kant van de Polderboom liggen, is gerekend met een zichthoekcorrectie van 63 graden. Tevens wordt een nieuwe aansluiting voorzien op de Polderboom. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is inzichtelijk gemaakt of er sprake is van een geluidstoename aan de gevels van de bestaande woningen. De kortste afstand tussen de bestaande woningen langs de Polderboom en de wegas bedraagt 9 m. Ten gevolge van het verkeer op de Polderboom neemt de geluidsbelasting met maximaal 2 dB toe ten opzichte van de huidige situatie. De maximale geluidstoename van 5 dB, zoals die in een reconstructiesituatie zou gelden, wordt niet overschreden. De hoogst optredende geluidsbelasting bedraagt 52 dB, waardoor de uiterste grenswaarde van 63 dB, zoals die zou gelden voor gezoneerde wegen, evenmin wordt overschreden. Er is sprake van een acceptabel akoestisch klimaat.
Conclusie
Bij de realisatie van de nieuwe woningen dient voldaan te worden aan de contour van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, zoals vermeld in tabel 4.1. Indien binnen deze geluidscontour geluidsgevoelige functies mogelijk worden gemaakt, dient het college van burgemeester en wethouders hogere waarden vast te stellen. Ter plaatse van de gevels van de bestaande woningen is geen sprake van reconstructie en zijn geen vervolgprocedures inzake de Wgh noodzakelijk. Ten gevolge van de 30 km/h-weg is sprake een acceptabel akoestisch klimaat.