direct naar inhoud van 4.11 Archeologie
Plan: Julianastraat Puttershoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.BPPTHjulianastraat-VG01

4.11 Archeologie

Regelgeving en beleid

Monumentenwet

De Monumentenwet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: 'de veroorzaker betaalt'.

Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reƫle verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.

Archeologische verwachtingskaart Hoeksche Waard

De gemeente Binnenmaas stelt samen met de Hoeksche Waard gemeenten archeologiebeleid op. Op 19 januari 2010 stelde de Commissie Hoeksche Waard de archeologische verwachtingskaart voor de Hoeksche Waard vast. Ook het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Binnenmaas heeft in haar vergadering van 25 mei 2010 deze archeologische verwachtingenkaart vastgesteld.

De archeologische verwachtingskaart kan als leidraad worden gebruikt voor de bescherming van archeologische waarden. De kaart kan daarnaast gebruikt worden om vast te stellen welk archeologisch onderzoek nodig is bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen.

Resultaten onderzoek

Het plangebied staat op de gemeentelijke verwachtingenkaart aangegeven als een gebied met een middelhoge tot hoge trefkans voor archeologische waarden. Op basis van deze trefkans is archeologisch vooronderzoek uitgevoerd. Het rapport is opgenomen in bijlage 5. Hieronder is een korte samenvatting opgenomen.

De verwachting is hoog voor nederzettingsresen vanaf het neolithicum op de Puttershoekse Stroomrug. Resten vanaf de ijzertijd werden verwacht in de overige delen van het plangebied. Deze resten worden verwacht op het veen en resten vanaf de middeleeuwen op de overstromingsafzettingen. Historische kaarten wijzen erop dat de bebouwing vanaf de late middeleeuwen rondom de dijk bleef gefocust. Het plangebied ligt echter ten zuiden van dit bebouwingslint. Het is dus waarschijnlijk dat de bebouwing die ten tijde van het onderzoek in het plangebied aanwezig was, de eerste bebouwing in het gebied was.

Het veldonderzoek heeft uitgewezen dat de ondergrond van het plangebied grotendeels is verstoord. De top van het veen is weggespoeld en gaat geleidelijk over in het kleiige pakket van overstromingsafzettingen. Eventuele aanwezige resten uit de ijzertijd zijn daarmee verdwenen. De stroomrug die werd verwacht in het plangebied is niet aangetroffen. In de top van het pakket overstromingsafzettingen werden resten vanaf de middeleeuwen verwacht, met name vanaf de bedijking in 1439. De top van dit pakket is echter omgewerkt in de bovenliggende moderne laag. Eventuele resten vanaf de late middeleeuwen zijn hier dus niet meer in situ aanwezig.

Conclusie

Op basis van bovenstaande resultaten is nader onderzoek niet noodzakelijk.