direct naar inhoud van 4.10 Water
Plan: Mijlpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.BPMijlpolder2012-VG01

4.10 Water

4.10.1 Toetsingskader

Waterbeheer en watertoets

De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Hollandse Delta, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap nader wordt behandeld.

Europa:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationaal Waterplan (NW);
  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);
  • Waterwet.

Provinciaal:

  • Provinciaal Waterplan;
  • Provinciale Structuurvisie;
  • Verordening Ruimte.

Waterschapsbeleid

In het Waterbeheerplan 2009-2015 (2009) staat hoe Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid en om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan.

Uit het oogpunt van waterkwaliteit moet schoon hemelwater bij voorkeur worden afgekoppeld en direct worden geloosd op oppervlaktewater. Dit vermindert de vuiluitworp uit het gemengde rioolstelsel en verlaagt de belasting van de afvalwaterzuivering. Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 250 m² of meer moet voor de versnelde afstroom van hemelwater een vergunning worden aangevraagd in het kader van de Keur. Voor een toename aan verhard oppervlak moet 10% van deze toename worden gecompenseerd in de vorm van open water binnen het peilgebied waarin de verharding toeneemt.

4.10.2 Onderzoek en conclusie

Huidige situatie

Het plangebied bestaat uit bedrijventerrein Mijlpolder in 's-Gravendeel in de gemeente Binnenmaas.

De bodem in het plangebied bestaat uit zeekleigrond. In het plangebied is er sprake van grondwatertrap V. Dat wil zegen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand varieert tussen 0,25 en 0,4 m beneden maaiveld en de gemiddelde laagste grondwatertrap ligt op meer dan 1,2 m beneden maaiveld. De maaiveldhoogte in het plangebied is circa NAP -0,5 m.

Waterkwantiteit en -kwaliteit

Binnen het plangebied zijn verschillende watergangen gelegen. In het plangebied zijn geen KRW-waterlichamen gelegen.

Veiligheid en waterkeringen

Een deel van het plangebied is gelegen in de kern-/beschermingszone van de regionale waterkering Gorsdijk.

Afvalwaterketen en riolering

Het plangebied is aangesloten op een gemengd rioolstelsel.

Toekomstige situatie

De beoogde ontwikkeling bestaat uit de herontwikkeling van het bedrijventerrein waarbij het nog niet ingevulde middengebied wordt ontwikkeld en het bedrijventerrein aan de westelijke rand wordt afgerond.

Waterkwantiteit

Het bestemmingsplan maakt ontwikkeling van bedrijfsactiviteiten mogelijk in het middengebied en aan de noordwestzijde van het plangebied. Ter plaatse is in de huidige situatie geen sprake van verharding. Door de ontwikkeling zal de oppervlakte van de verharding toenemen, hetzij door verharding van terreinen hetzij voor gebouwen. Bij een toename aan verhard oppervlak van meer dan 250 m² dient volgens het beleid van waterschap Hollandse Delta 10% van deze toename aan functioneel open water te worden gerealiseerd.

Voor het middengebied geldt dat ter plaatse van de bedrijfsbestemming sprake is van circa 69.000 m² netto uitgeefbaar bedrijventerrein waarvan 95% verhard terrein is. Hiervoor is de compensatie-eis van toepassing. In totaal dient dan circa 6.300 m² gecompenseerd te worden. Daarnaast wordt 864 m² aan bestaande watergangen gedempt, deze dienen volledig te worden gecompenseerd. Aan de buitenranden van het middengebied voorziet het plan in de aanleg van extra oppervlaktewater door middel van het opnemen van de bestemming 'Water'. De totale oppervlakte bedraagt circa 8.000 m² zodat in de directe omgeving ruimschoots wordt voldaan aan de verplichting tot compensatie.

Aan de noordwestzijde van het plangebied is een uit te werken bedrijfsbestemming opgenomen waar, bij uitvoering van het bestemmingsplan, eveneens sprake is van een toename van het verhard oppervlak. De netto uitgeefbare oppervlakte van dit terrein bedraagt circa 32.000 m². In de uitwerkingsregels wordt opgenomen dat voldaan moet worden aan de compensatie-eis van 10%.

Afvalwaterketen en riolering

Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:

  • hemelwater vasthouden voor benutting;
  • (in)filtratie van afstromend hemelwater;
  • afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater;
  • afstromend hemelwater afvoeren naar RWZI.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, niet-uitloogbare materialen te gebruiken, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Waterbeheer

Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het waterschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

Water en Waterstaat in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toebedeeld gekregen.

Conclusie

De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.